FERM -- Chapter 8: Instrumentatie en Controle Flashcards

1
Q

Waarom is procescontrole nodig?

A

Succes van fermentatie hangt af van de kennis van de precieze omstandigheden in de fermentatie die vereist zijn.

We willen dus begrijpen wat er gebeurt. Om dit te kunnen moeten we weten wat er allemaal aanwezig is op dat moment.

Met deze informatie kan men dan controleren of datgene aan het gebeuren is dat we willen en bijsturen indien nodig.

We kunnen dit dus gebruiken om bepaalde parameters constant te houden maar we kunnen ook het verloop van het proces bijhouden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat zijn de voornaamste parameters die we kunnen aanpassen?

A
Beluchting (O2 concentratie)
Mengen (vermogen motor, rpm, ...)
T (verwarmen/koelen)
pH (additie zuur of base)
Schuim (schuimcontrole )
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe kunnen we dit gaan monitoren en bijsturen?

A

De data verzamelen via bv sensoren. En deze koppelen aan het regelsysteem zodat er constant feedback is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke 3 types sensoren worden gebruikt voor een fermentatieproces?

A
  1. Sensoren die in de fermentor doordringen zoals elektrodes voor pH. Deze zitten bv. vast aan de wand of in de leidingen
  2. Sensoren die men gebruikt voor het meten van stalen. Zoals de uitlaatgassen. Deze sensoren nemen dus echt een deel weg voor verdere analyse
  3. Sensoren die niet in contact komen met de inhoud van de fermentor (noch gassen noch medium). Zoals de gewichtsensoren onder de poten van de fermentor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe noemt men de 3 types sensoren?

A
  • In-line sensor: geintegreerd in de fermentor zelf. Dit kan men rechtstreeks linken met het procescontrolesysteem
  • On-line sensor: geintegreerd in de fermentor, maar neemt een hoeveelheid staal, meet dit staal apart, verzamelt de data en stuurt het terug. Deze data moet ingegeven worden in het procescontrolesysteem.
  • Off-line sensor: geen onderdeel van de fermentor zelf: Deze moet zelf extern gecontroleerd en ingegeven worden. Dit kan ook een staal zijn dat men neemt, en dan apart analyseert en dan zelf ingeeft.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waar moet men zoal rekening mee houden bij het gebruik van sensoren?

A

Sensoren zijn niet perfect en zullen dus responstijd hebben, of ze moeten eerst gekalibreerd worden, ze hebben een bepaalde gevoeligheid, accuraatheid of hebben signaalversterking nodig etc.

Houd er ook rekening mee dat niet alle sensoren geschikt zijn voor automatisering. bv. een meter die puur gebaseerd is op fysische verschijnselen zoals een kwikthermometer kan niet gebruiken. Dus veel analoge meters kunnen niet gebruikt worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is het basisprincipe van controle?

A

Sensorsystemen linken met het controlesysteem d.m.v. een feedback loop.

De sensoren meten parameters sturen data naar het procescontrolesysteem. Dit zal dan indien nodig aanpassingen doen zodat parameters constant blijven.

Men kan dit aan de hand van data tot een mathematisch model ombouwen om dit automatisch te laten gebeuren door de computer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe ziet het schema van zo’n meet-regelsysteem eruit?

A

Schets:

-Set value
-Measured value
-Error
Measured value wordt vergeleken met set value. Het verschil tussen de 2 is de error.
Deze error wordt naar de controller gestuurd. Wat dan een verandering in het systeem zal brengen.
Uit het systeem kan men dan weer data halen, door de sensoren. Dit geeft ons een nieuw measure value enz.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de 4 componenten van een meet-en-regelsysteem?

A
  1. procesvariabele: te regelen grootheid
  2. meetelement: sensor
  3. regelaar: vergelijkt output van sensor met set value
  4. regelelement: reageert op het errorsignaal en corrigeert het systeem
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de basisvereisten voor automatische controlesystemen?

A

Het moet een outputsignaal geven dat kan worden waargenomen worden door het instrument. Dus bv. geen thermometer maar in de plaats daarvan een thermokoppel, geconnecteerd met de regelaar, die dan op zijn beurt aan het systeem is gekoppeld en zo de temperatuur zal regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn de 4 typen automatische regelsystemen?

A
  1. On/off regelaars
  2. proportionele regelaars
  3. Integrerende regelaars
  4. Differentiele regelaars
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe werkt een on/off regelaar?

A

Zoals een thermostaat. De temperatuur zal stijgen tot een maximum, dan zal de bron uitgeschakeld worden waardoor de temperatuur daalt tot de minimumwaarde. Eenmaal aan de minimumwaarde zal het weer stijgen etc. Dit geeft een oscillerend patroon met als gemiddelde waarde de ingestelde waarde.

Men dient er wel rekening mee te houden dat het maximum en minimum acceptabel zijn. Je wilt ook niet dat de kamer naar 40 graden verwarmd wordt en dan dalen tot 0 om gemiddeld 20 uit te komen. Dit geldt ook voor de parameters van de fermentor.

Voor parameters waar er plots heel grote afwijkingen kunnen gebeuren zijn gewone ON/OFF regelaars ongeschikt. Maar moet men 1 van de complexere regelaars gebruiken (2. proportionele, 3. integrerende, 4. differentierende)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoe werkt een proportionele regelaar?

A

Deze heeft een outputsignaal dat recht evenredig is met het errorsignaal
M = M_0 + K_c * Σ
- M: outputsignaal regelaar
- M_0: outputsignaal regelaar indien geen error
- K_c: gevoeligheid regelaar
- Σ: Error signaal

Bij afwijking zal M gecorrigeerd worden. Dit geeft een initiele corrigerende handeling die eerst licht osscileert en dan constant blijft op een waarde die iets afwijkt van de evenwichtswaarde. De hoeveelheid dat deze afwijkt van de originele waarde noemt men de offset.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hoe werkt de integrale regelaar?

A

Deze heeft een outputsignaal bepaald door de integraal van het error signaal naar de tijd per integratietijd T.
M = M_0 + 1/T_i ∫ ∑ dt
- M: outputsignaal regelaar
- M_0: outputsignaal regelaar indien geen error
- T_i integratietijd
- Σ: Error signaal
- dt: verandering van de tijd

Het outputsignaal zal gecorrigeerd worden en ook hier weer eerst oscilleren, deze regelaar oscilleert wel harder en langer. Maar zal geen offset hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is een PID controller?

A

Deze wordt vaak gebruikt in industriele controlesystemen.
PID staat voor proportional-integral-derivative controller. Het is dus een combinatie van systeem 2. 3. en 4.

Berekent continu een errorwaarde e(t) als het verschil tussen een gemeten variabele (dus een parameter) en de gewenste waarde. Er wordt dan een correctie aan toegevoegd op basis van P, I en D termen

De controller probeert de error te minimaliseren door een variabele aan te passen (zoals een valve meer open of dicht zetten) naar een nieuwe waarde bepaald door een gewogen som.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de vergelijking voor een PID controlesysteem en leg de termen uit?

A

u(t) = K_p*e(t) + K_i ∫^{t}_{0} (e(τ) dτ) + K_d * (de)(dt)
De K’s zijn de coefficienten voor P, I en D resp.
1. De eerste term houdt rekening met de huidige waarden van de error (Proportionele term)
2. De tweede term houdt rekening met de eerdere waarden van de error (integrale term) -> indien de huidige error te klein is om te corrigeren zal deze opstapelen, omdat de integraal rekening houdt met eerdere waarden zal er sterkere output toegepast worden
3. De derde term voorspelt error waarden aan de hand van huidige veranderings-rate

Deze wordt gebruikt omdat het de beste regeling geeft. Het heeft geen offset en keert snel weder naar de set point.

17
Q

Teken het schema van een PID-controller

A

// Slide 22

18
Q

Wat is computer steered process control?

A

Signalen van de sensoren worden naar de computer gestuurd. De computer zal dan signalen naar de pompen, valves en schakelaars sturen. De computer kan programma’s bevatten om bv. te alarmeren wanneer er iets misgaat of gewoon in het algemeen om de waarden in real time te tonen.

19
Q

Wat zijn andere applicaties van computers in fermentatie?

A
  • Registreren van data
  • Analyse van data: Weggooien van overbodige data, analyseren van huidige nuttige data. Deze kan dan opgeslagen worden als printout of in een database. Of het kan gebruikt worden voor procescontrole.
  • waarden rechtstreeks voor procescontrole (zie vorige/andere flashcard)
20
Q

pH controle

A

Gevormde producten kunnen de pH veranderen, wat voor suboptimaal werken van medium kan zorgen, alsook aan versnelde corrosie van materiaal.

Hiervoor is een pH elektrode die tegen de temperaturen van sterilisatie bestand is geplaatst in de fermentor.

Indien een een te hoge of lage waarde gemeten wordt zal dit opgelost worden door automatische toevoeging van zuur/base

21
Q

Temperatuurcontrole

A

Fermentaties kunnen grote hoeveelheden warmte produceren, wat ook voor suboptimale condities kan zorgen.

Dit wordt gemeten door een thermokoppel of thermometer en gecorrigeerd door automatisch opwarmen of koelen

22
Q

Opgeloste-zuurstof-controle

A

In aerobe processen is het belangrijk dat er altijd genoeg O2 aanwezig is en dus zeker niet onder het minimum gaan.

Hiervoor gebruikt men een zuurstofelektrode. En corrigeert automatisch door een verhoogde stroomsnelheid (flow rate), een hoger toerental van het agitatiesysteem of een hogere hoeveelheid van O_2/N_2 in lucht

23
Q

Foam controle (schuim)

A

Bij veel processen wordt er schuim gevormd door verschillende redenen. Teveel schuim moet vermeden worden omdat schuim in bepaalde equipment kan geraken en daardoor bv. filters en pompen contamineren.

Het wordt gemeten door een metalen staaf boven het vloeistofniveau. Als het schuim deze raakt dan gedraagt het zich als elektrolyt en geleid het stroom naar het vat. De stroomverandering in de staaf wordt gedetecteerd.
Er wordt dan automatisch anti-schuimmiddel toegevoegd of men gebruikt een mechanische schuimbreker (eventueel in combinatie met anti-schuimmiddel)

24
Q

Hoe werkt een schuim impeller?

A

Een impeller draait op hoge snelheid en ‘breekt’ het schuim op deze manier

25
Q

Wat is een ander type schuimbreker? (dan impeller)

A

Schuim centrifuge

26
Q

opgeloste-CO2 controle en teken

A

A.h.v. een CO2 elektrode kan men dit meten en corrigeren

Zo’n elektrode is een combinatie van een pH elektrode en een bicarbonaat elektrolyt dat gescheiden is van het medium door een permeabel membraan.

CO2 diffundeert door het membraan in/uit de elektrolyt waar het in evenwicht komt met HCO3- waarbij protonen gebruikt worden, en dus kan de verandering in pH gemeten (wat een logaritmisch verband is) worden en gecorrigeerd
(Ook wel carbon dioxide partial pressure electrode genoemd)

27
Q

Redox potentiaal controle

A

Wordt gemeten door een redox elektrode. En gecontroleerd door O2 toe te voegen indien meer oxidatie nodig is of N2 toe te voegen om O2 weg te halen en dus minder oxidatie mogelijk te maken. Of door toevoeging van bv. vitamine C of glucose

28
Q

Controle over microbiele biomassa aanwezig.

A

Moeilijk om real time te schatten.

Dit gebeurt vooral door drooggewicht te meten, celdensiteit m.b.v. spectrofotometers, cel aantallen (Coulter counters zie eerder) of NIR sensoren

Real time door NADH te meten m.b.v. fluorimetrie of andere stoffen die proportioneel zijn met het aantal levensvatbare cellen

29
Q

On-line analyse van andere chemische factoren.

A

Technieken die nog niet helemaal op punt staan maar die men wel aan het ontwikkelen is:

  • ionspecifieke sensoren voor het meten van anionen of kationen. Deze bestaan al wel maar zijn niet steriliseerbaar door stoom.
  • enzym/microbiele elektrode om specifieke verbindingen te meten zoals lactaat, glucose. Deze bestaat uit enzymen dus ook niet steriliseerbaar door stoom.
  • NIR-spectroscopie: kan gebruikt worden om tegelijk verschillende parameters te schatten
  • Massaspectrometers voor het monitoren van partieeldrukken van de gassen en vluchtige stoffen.