Eysenck Flashcards
Eysenck
Biologisch gebaseerde trektheorie
Biologisch gebaseerde trektheorie
- Gebruik van factor analyse
- Nadruk op biologische basis
-> Drie factoren: E, N, P (PEN)
Criteria voor identificeren van factoren
- Psychometrisch bewijs
- Genetisch model
- Zinvol vanuit theoretisch standpunt
- Sociaal relevant
Hiërarchie van gedragsorganisatie
van laag naar hoog
- Specifieke handelingen of cognities
- Habituele handelingen of cognities (gewoontes)
- Traits (trekken)
- Types of superfactoren (= vatten een aantal trekken samen)
Drie algemene superfactoren
- Extraversie <-> introversie; corticale opwinding
- Neuroticisme <-> stabiliteit; reactiviteit limbisch systeem (diathese-stress model)
- Psychoticisme <-> superego : predispositie voor psychotische stoornis (diathese-stress model)
Biologische basis van persoonlijkheid
- ¾ van alle variatie bij persoonlijkheidsdimensies kan toegeschreven worden aan erfelijkheid
- De factoren bestaan crosscultureel
- Traits zijn stabiel over de tijd
- Tweelingonderzoek wijst op sterke similariteit op deze dimensies
Persoonlijkheid als voorspeller - persoonlijkheid en leren
Eysenck (1997): persoonlijkheid en leren
- E: actief en probleem gericht
- I: traditioneel hoorcollege
Persoonlijkheid als voorspeller - persoonlijkheid en ziekte
Verschillende studies vonden een verband tussen persoonlijkheid en ziekte
Dit toont niet aan dat psychologische factoren ziekte veroorzaken, wel dat ze kunnen interageren met andere factoren en zo ev. een hoger risico op ziekte creëren:
- Verband hulpeloze attitude – kanker
- Verband woede – cardiovasculaire aandoening
Onderzoek -Biologie en persoonlijkheid - extraversie
Bv. Beauducel et al. (2006); Küssner e.a., 2016, Mitchell & Kumari, 2016; Stelmack (1990, 1997): I meer reactief (bij monotone taak hebben E een lagere corticale opwinding en maken meer fouten)
Dornick & Ekehammer (1990), Dobbs e.a. (2011): optimaal niveau van opwinding en prestaties (I lagere optimaal opwindingsniveau dan E)
Plomin & Caspi (1999): erfelijkheid (40-60%)
Onderzoek -Biologie en persoonlijkheid - Neuroticisme
Mincic (2015), Canli (2008), Ormel et al., 2012): neuroticisme en toegenomen activiteit amygdala => meer gevoelig aan negatieve ervaringen
Brumbaugh e.a. (2013), Norris, Larsen & Cacioppo, 200): neuroticisme en meer fysiologische reactiviteit (huidgeleiding: zweten)
Evaluatie biologische gebaseerde theorie Eysenck
Trait en factor theorieën zijn;
- Zeer hoog in het genereren van onderzoek en spaarzaam zijn
- Gemiddeld tot hoog qua falsifieerbaarheid
- Hoog in het organiseren van kennis
- Laag als gids voor de praktijk en wat betreft interne consistentie
Opvattingen over de mensheid
- Causaliteit
- Onbewust
- Biologie als basis, maar sociale invloeden ook van belang
- Individualiteit, maar ook similariteit