extra voc droits de l'homme Flashcards
l’abolition (f)
de afschaffing
l’atteinte (f)
de inbreuk
la culpabilité
de schuld
la dignité
de waardigheid
l’emprisonnement (m)
de gevangenisstraf, de opsluiting
l’esclavage (m)
de slavernij
l’innocence (f)
de onschuld
la liberté d’expression
de vrije meningsuiting
l’opposant (m)
tegenstander
l’opposition (f)
de tegenstand, de oppositie
l’oppression (f)
de verdrukking
la paix
de vrede
le point de vue
het standpunt
la réconciliation
de verzoening
le réfugié
de vluchteling
la torture
de foltering
le tribunal
de rechtbank
la victime
het slachtoffer
la violation
de schending
la violence
het geweld
coupable
schuldig
égal(e)
gelijkwaardig
inhumain(e)
onmenselijk
injustifié(e)
onverantwoord, onrechtvaardigd
innocent(e)
onschuldig
pacifique
vreedzaam
violent(e)
gewelddadig
abolir
afschaffen
accuser de
beschuldigen van
avoir le droit de
het recht hebben om
avouer
bekennen, toegeven
bafouer
schenden
bénéficier de
genieten van, kunnen gebruikmaken van
combattre
bestrijden
démontrer
bewijzen, aantonen
dénoncer
aanklagen, aangeven
détenir
gevangenhouden