Exploratieve factor analyse Flashcards
Exploratieve factor analyse
Verklaren zonder hypothese vooraf
Factor analyse
We maken een onderscheid tussen gemeenschappelijke vriantie - variantie in itemscores die is toe te schrijven aan gemeenschappelijke onderliggende latente factoren - en item-specifieke variantie (deels verklaarbaar, deels puur random)
1-factor model
Variantie in de scores van elk item is deels toe te schrijven aan variantie (= interindividuele verschillen) op de onderliggende factor (latente variabele)
2-factor model
Alle items kunnen op elk van de factoren laen; we leggen van te voren geen restricties op. voorbeeld:
𝑍𝑋1= 𝑏11𝐹1 + 𝑏21𝐹2 + 𝜁1
𝑍𝑋2= 𝑏21𝐹1 + 𝑏22𝐹2 + 𝜁2
Verschil EFA en PCA
- factoren zijn oorzaken/ componenten zijn samenvattende term
- bij EFA wordt onderscheid gemaakt tussen specifieke variantie en variantie door meetfouten
Factor model schatten
correlatie zoeken via tracing rules –> dit kan alleen bij een meer dan 2 items per factor
- 3 items is ideaal
Stappenplan EFA
- precheck
- aantal factoren kiezen
- model schatten
- model evalueren
- precheck EFA
- min. 5 waarnemingen per item
- min. 100 personen
- KMO > .6
-60% correlaties > .3 - Barlett significant
- aantal factoren EFA
Op dezelfde manier kiezen als bij PCA
- scree plot(1)
- eigenwaarde (2)
–> minstens 3 items per factor
- model schatten EFA
Op dezelfde manier als bij PCA, maar dan met maximum likelihood als methode
Gemeenschappelijke variantie berekenen
R^2 –> correlatie in het kwadraat!!!