Causale en niet-causale analyses Flashcards

1
Q

Padmodel

A

Een padmodel is een hypothese over onderliggende causale processen die de geobserveerde correlaties tussen twee of meerdere variabelen verklaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gemeenschappelijke oorzaak

A

Er is een relatie tussen twee variabelen, maar dat komt door een gemeenschappelijke oorzaak die een verandering in beide variabelen veroorzaakt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Causale relatie

A

De ene variabele veroorzaakt de andere variabelen
–> een gemeenschappelijke oorzaak kan zorgen voor een schijneffect, dan is er geen sprake van een causale relatie/oorzaak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Experimenteel onderzoek

A

Actieve manipulatie van de onafhankelijke variabelen en random toewijzing aan experimentele condities
- actieve manipulatie
- random toewijzing

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Correlationeel onderzoek

A

Bestuderen van samenhang tussen variabelen verkregen uit Surveys, veldobservaties. Er heeft geen manipulatie plaatsgevonden zoals bij (quasi)-experimenteel onderzoek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Variabelen

A

Eigenschappen van onderzoekseenheden waarin je geïnteresseerd zijn en waarin de onderzoekseenheden variëren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hypothese

A

Een uitspraak over de veronderstelde relatie tussen twee (of meerdere) variabelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Correlationele hypothese

A

Beide variabelen hangen samen en het is niet bekend welke de oorzaak vormt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Direct effect

A

Veranderingen in X zorgen voor veranderingen in Y
X –> Y

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Indirect effect

A

Veranderingen in X zorgen voor een verandering in M en M zorgt voor een verandering in Y
X –> M –> Y
(M is een interveniërende variabele)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Schijnrelatie

A

Er lijkt een direct effect van X op Y te zijn, maar er is een gemeenschappelijke oorzaak die zorgt voor een verandering in beide X en Y
(Z is een confounder)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Onbekende effect

A

Er is een relatie tussen X1 en X2, maar er is geen informatie over de richting van het verband

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Onbekende effecten tussen exogene variabelen

A

Er is altijd een onbekend effect tussen endogene variabelen, ookal is de pijl niet getekend

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly