Evalueren van padmodellen Flashcards

1
Q

Totale causale effect

A

Wanneer er meerdere paden naar een variabelen leiden
–> bij indirecte effecten, vermenigvuldig je ze
–> effecten van verschillende paden tel je bij elkaar op
–> GEEN gebruik maken van tracing rules!!!!!!!!!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Decompositie regel

A

De correlatie tussen twee variabelen is gelijk aan de som van het directe effect, de indirecte effecten, de schijnrelaties en de onbekende effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Tracing rules –> correlatie

A
  • Met de richting mee, of beginnen tegen de richting in en max 1 keer wisselen
  • elke variabelen max 1 keer passeren
  • max één onbekend effect passeren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Model fit

A

Hoe goed is het model
–> hoe groot is het verschil tussen de model-geïmpliceerde correlaties en de geobserveerde correlaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Verzadigd model

A

Er is geen verschil tussen de geïmpliceerde correlaties en de geobserveerde correlaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Misfit

A

Residuele correlatie boven de 0.1
–> residuele correlatie de waarde van het model fit verschil

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent beta

A

Toename van 1 standaarddeviatie in de ene variabele zorgt voor toename van beta standaarddeviatie in de andere variabele

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly