Examen Blok 2 3 Oktober 2014 Flashcards
Lassen V-naad, 15 mm plaat, 180A, 24V, 15cm/min, boogrendement k = 70%, bepaal a.d.h.v.
tabellen volgens NEN 1011-2 (bijlagen):
a. Bepaal T8/5 bij voorwarmtemperatuur 20 graden C.
b. Bepaal T8/5 bij voorwarmtemperatuur 150 graden C.
c. Bepaal de Heat-Input bij een t8/5 van 10 sec.
Aanname CE=0.38 Q=1,2 kJ/mm
a) Invullen in de formules
In lasmetaal willen we graag 3-8% deltaferriet
a. Waarom is dat en wat als dit meer-of minder is?
b. Hoe bepalen we dat (praktijk)?
c. Primaire-secundaire ijking, wat houdt dan in?
a) zodat aanwezige S kan worden opgenomen en geen WS veroorzaakt. Minder: WS. Meer: boven 10% makkelijker preferente corrosie. Bij meer dan 10%, dan tunneling door kanalen die selectief corroderen.
b) In de praktijk met fluxmeters die dan dus secundair geijkt zijn
c) Zie de presentatie van Cees Brak
Noem de verschillende structuren in de WBZ+kenmerken (taaiheid) + temperatuurbereik.
- CGHAZ: grofkorrelig, dus lage KTH, lagere rekgrens. Tsmelt-1100
- FGHAZ: fijnkorrelig, dus hoge KTH, hogere rekgrens. 1100-lijn GS.
- Gedeeltelijk getransformeerde zone. Perliet wordt makkelijk austeniet, ferriet niet. Bij afkoeling, dan austeniet wordt bainiet of martensiet. Lijn GS tot A1
- Ontlaatzone: geen omzetting, wel globularisatie van perlietlamellen. Tussen de 600 en 750
- Onzichtbare WBZ. Geen structuurverandering, wel optreden veroudering.
Lassen van X2CrNiMo17-12-2 stomp aan 8 mm S275.
a. Welke eisen stelt u aan de lasverbinding.
b. Samenstelling lasmetaal globaal.
c. Bereken aan de hand van het schaeffler diagram de samenstelling van het lastoevoegmateriaal, de opmenging is 30%. (Laat je berekening zien)
d. Kun je deze verbinding ook OP lassen, waarom wel/niet?
e. Waarom gebruiken we niet het WRC-diagram?
a) Minimaal 3% ferriet
b) Berekenen
c) Geen berekening, gewoon plotten
d) OP heeft hogere opmening, dus adhv deze opmening bepalen of het mogelijk is om te lassen met OP
e) Niet met Cu gelegeerd
Lassen 13CrMo4-4 aan X2CrNiMo17-12-2 50 mm dik.
a. Voorwarmen j/n.
b. Spanningsarmgloeien j/n.
c. Globale samenstelling en het type lastoevoegmateriaal
a) Gezien de dikte ja
b) Gezien de gevoeligheid voor reheat cracking van 13CrMo4-4: nee
c) NiCr16FeMn: hoog [Ni]
Lassen aan 10Ni14 45 mm, 10 meter lang, 3,5 meter doorsnede.
a. Welk type lastoevoegmateriaal toepassen.
b. Voorwarmen j/n?
a) NiCr17FeMn
b) MArtensiet bijna niet te vormen voor =<3,5% Ni. Dus niet voorwarmen, omdat niet gevoelig voor KS. Ondanks dat Ceq en gecomdineerde dikte ruim voldoen aan de voorwaarden voor voorwarmen. Bovendien heel vervormbaar LTM.
Uitscheidingen RVS
a. Herkennen van de codering (X2CrNi18 10, enz) en welke structuur hebben ze?
b. Welke type uitscheidingen zijn er en bij welke temperatuur
c. Gebruikstemperatuur RVS304,316,400,duplex?
a) 304L
b) Vermoeden dat dit sigma fase ed. T overzicht moet je zelf maken
c) Duplex 280 grC. 400 op 800 grC. 304 is kruipvast op 650 grC. 316: 870 volgens ASM
Lassen 304L met E308-15.
a. Inspecteur constateert RVS 304 niet magnetisch maar lasnaad wel, hoe kan dat?
b. Hoe legt u dat de inspecteur uit?
a) Er is ferriet ontstaan in de las.
b) Er is een lastoevoegmateriaal gebruikt die een ferritische stolling heeft.
Veredeld fijnkorrelstaal.
a. Kenmerken?
b. Hoofdkenmerken (2 stuks)?
c. Wat is de maximale interpass-temperatuur?
d. Lassen S690 aan S355NL, hoe?
e. S690 20 mm dik, veel hoeklas a=5, hoe?
f. Waar moet je op letten bij lassen?
g. Zijn er omstandigheden waarbij je niet kunt lassen, welke maatregelen neem je?
a) Hoge sterkte
b) Fijne korrels, hoge sterkte door ontlaten martensitische structuur
c) 220 grC
d) Dus LTM als S355, wel proberen t8-5 van ongeveer 20 seconden ivm koudscheuren
e) Sowieso voorwarmen alles vanaf 9 mm voor 690Q+T.
f) Opmening. Matchen van de LTM. Juiste Q, niet te hoog en niet te laag. Grondlaag undermatching ivm hoge spanning en KS agv hoge rekgrens. Daarom LTM met lagere rekgrens, is mogelijk doordat hier de hoogste krimp en opmenging plaatsvindt
g) Grondlaag. Zie f)
Lassen pijpwerk bij ontwerptemperatuur -80 graden.
a. Welke type materiaal kiest u en waarom?
b. Er worden proeflassen gemaakt, welke beproeving zou u uitvoeren en wat meet u?
c. Als a+b maar nu bij temperatuur 350 graden?
a) 3,5% koolstofstaal. Deze is toepasbaar op deze T omdat die voldoende KTH heeft
b) Kerfslagproef. Benodigde energie om een proefblokje met kerf door te slaan, bij een gegeven T.
c) 13CrMo44, omdat dit een drukwaterstofbestendige materiaalsoort is. Aanname dat een pijp op druk wordt gezet. Alleen standaard voor de LMK vereiste proeven. Geen kruipproef omdat je uit kan gaan van het 3.2 certificaat.