Examen

Question 1

Hyperbool

Answer 1

Overdrijving

Question 2

Pleidooi

Answer 2

Betoog waarin je probeert anderen van iets te overtuigen een daardoor iets te bereiken

Question 3

Antropomorfisme

Answer 3

Dieren m menselijke eigenschappen of rol

Question 4

Rondeel

Answer 4

Het rijmschema van een rondeel is meestal ABaA abAB, waarbij hoofdletters de herhaalde regels aangeven.

muzikaal en ritmisch karakter

Question 5

Sonnet

Answer 5

een octaaf (acht regels) en een sextet (zes regels), met het rijmschema abbaabba voor het octaaf, gevolgd door verschillende mogelijke rijmschema’s voor het sextet, zoals cdecde of cdcdcd.

drie kwatrijnen (vierregelige strofen) gevolgd door een afsluitend couplet (twee regels), met het rijmschema abab cdcd efef gg.

Question 6

Glossen

Answer 6

Verklaringen in oud nederlands

Question 7

Enclisis

Answer 7

Kunt ge -> kunde

Question 8

Proclisis

Answer 8

‘T is te warm -> tis te warm
Dland

Question 9

Ironische humor

Answer 9

Contrast tussen wat men zegt of wat er gedaan wordt en wat men bedoeld

Question 10

Acresticon

Answer 10

Gedicht waarbij de eerste letters van ieders vers samen een woord / zin vormen

Question 11

Satire

Answer 11

Maatschappijkritiek

Question 12

Persifage

Answer 12

Luchtige, speelse of spottende praat over schrijver

Question 13

Jambe

Answer 13

Een versvoet bestaande uit een onbeklemtoonde lettergreep gevolgd door een beklemtoonde lettergreep

Question 14

Volta

Answer 14

Breuklijn in sonnet

Question 15

Discrepantie

Answer 15

Verschil, tegenstelling

Question 16

Van den vos Reynaerde

Answer 16

Willem die Madocke maecte

Question 17

Nederlandse literatuur

Answer 17

PC Hooft

Question 18

Egidius

Answer 18

Jan Moritoen

Question 19

Gezin van Paemel

Answer 19

Cyriel Buysse

Question 20

Paul van Ostaijnen

Answer 20

Music-hall
Het Sienjaal
Bezette stad

Question 21

Expressionisme

Answer 21

Gevoelens uitdrukken