Eva 11.01&11.08 hete Flashcards
1
Q
in-laws name
A
aangetrouwde naam
2
Q
harmless
A
harmloos
3
Q
I’ve had to do my job.
A
Ik heb mijn werk moeten doen.
4
Q
I should have done my job.
A
Ik heb mijn werk zouden moeten doen.
5
Q
everybody
A
iedereen
6
Q
someone
A
iemand
7
Q
no one
A
niemand
8
Q
a group of people
A
een groep mensen
9
Q
chatty
A
praatzaam
10
Q
the target
A
het doel
11
Q
the soul
A
de ziel
12
Q
crow
A
kraai
13
Q
horseshoe
A
hoefijzer
14
Q
to comb
A
kammen
15
Q
to propose / házassági ajánlatot tenni
A
aanzoek doen