Eva 01.31-e hete Flashcards
to postpone
uitstellen
it is about
het gaat over
to stop, to shut down (2)
beëindigen, stopzetten (2)
knowing
wetende
assuming
veronderstellende
to hang up
ophangen
association, club
vereniging (2)
to exchange, to trade
ruilen (2)
occasionally, now and then (időről időre)
af en toe (2)
satisfied with
tevreden over
message
bericht
to dust off
verstoffen
in the back
achterin
to mange, to control
beheren (2)
to participate, to join in (2)
meedoen, deelnemen (2)
to lend (2)
lenen, uitlenen
place
plek
to leave behind
achterlaten
to originate / származik
ontstaan
settings
instellingen
to economize, to save / spórol
bezuinigen
to disappear
verdwijnen
at the same time
tegelijkertijd
civilian, citizen
burger (2)
compensation
vergoeding
movement
beweging
sales
afzet
to wear down / elvékonyít
verslijten, slijten
old-fashioned
ouderwets
to dress up / felöltözni
optutten
rich, empire
rijk (2)
pride (2)
hoogmoed, trots
awaken
opwekken