Europa/jong en oud begrippen Flashcards
arbeidsmigratie
de trek naar een ander land om daar te gaan werken
concurrentiepositie
geeft de mate aan waarin het bedrijf in staat is om hetzelfde product beter/goedkoper te produceren dan andere bedrijven
internationale arbeidsverdeling
als verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten. landen specialiseren zich in producten waar ze goed in zijn
protectie
het beschermen van de binnenlandse producten door subsidies te geven en buitenlandse producten van de markt te weren met allerlei maatregelen
tarifaire maatregelen
invoerrechten, exportsubsidies
non-tarifaire maatregelen
invoerquota, kwaliteitseisen
arbeidsproductiviteit
geeft aan hoeveel een werknemer gemiddeld in een bepaalde periode produceert
collectieve dwang
druk die wordt uitgeoefend om te zorgen dat iedereen zich aan een regel houdt
dominante strategie
de strategie die wordt gekozen, ongeacht de strategie van de ander
gevangendilemma
een situatie bekend uit de speltheorie waarbij twee partijen voor de keus staan samen te werken of niet
stabiliteits- en groeipact
spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. dat betekend dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen
wisselkoers
de prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt
valutamarkt
de markt waarop munten worden omgewisseld
betalingsbalans
systematisch overzicht van de ontvangsten van het buitenland en de uitgaven aan het buitenland in een bepaalde periode