Europa/jong en oud begrippen Flashcards

1
Q

arbeidsmigratie

A

de trek naar een ander land om daar te gaan werken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

concurrentiepositie

A

geeft de mate aan waarin het bedrijf in staat is om hetzelfde product beter/goedkoper te produceren dan andere bedrijven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

internationale arbeidsverdeling

A

als verschillende landen zich toeleggen op verschillende producten. landen specialiseren zich in producten waar ze goed in zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

protectie

A

het beschermen van de binnenlandse producten door subsidies te geven en buitenlandse producten van de markt te weren met allerlei maatregelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

tarifaire maatregelen

A

invoerrechten, exportsubsidies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

non-tarifaire maatregelen

A

invoerquota, kwaliteitseisen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

arbeidsproductiviteit

A

geeft aan hoeveel een werknemer gemiddeld in een bepaalde periode produceert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

collectieve dwang

A

druk die wordt uitgeoefend om te zorgen dat iedereen zich aan een regel houdt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

dominante strategie

A

de strategie die wordt gekozen, ongeacht de strategie van de ander

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gevangendilemma

A

een situatie bekend uit de speltheorie waarbij twee partijen voor de keus staan samen te werken of niet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stabiliteits- en groeipact

A

spreken de landen die lid zijn van de Europese Unie af dat hun begrotingen in evenwicht zijn of een overschot hebben. dat betekend dat de regeringen niet meer geld uitgeven dan ze ontvangen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wisselkoers

A

de prijs van een munt uitgedrukt in een andere munt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

valutamarkt

A

de markt waarop munten worden omgewisseld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

betalingsbalans

A

systematisch overzicht van de ontvangsten van het buitenland en de uitgaven aan het buitenland in een bepaalde periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly