Ethiek Flashcards

1
Q

De accountant handelt als vertrouwenspersoon van het maatschappelijk verkeer, 3 kenmerken:

A
  1. Zorgvuldig: Manier waarop: kritisch en systematisch
  2. Uitlegbaar: De uitkomst: Hoe sluit het handelen aan op de fundamentele beginselen
  3. Standvastig: Rechte rug bij bedreigingen en niet kiezen voor de minste weerstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

4 Soorten Ethiek:

A
  1. Deugde Ethiek - de accountant
  2. Beginselen Ethiek - de handeling
  3. Gevolgen Ethiek - de beste keus
  4. Procedurele Ethiek - de manier waarop
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Deugde Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
2. Focus
3. Hoofdvraag
4. Hulpvragen
5. Vier soorten deugden

A

Deugde Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
- Nadruk op wie men is.

  1. Focus
    - De accountant staat centraal
  2. Hoofdvraag
    - Hoe gedraag ik mij als goed accountant?
  3. Hulpvragen
    - Welke rol heeft de accountant in de situatie?
    - Hoe ziet de rol er idealiter uit?
    - Welke deugden zijn belangrijk om dit te vervullen?
  4. Vier soorten deugden
    • Rechtvaardigheid: Eerlijk en gelijk handelen in alle situaties
    • Voorzichtigheid: Hulp vragen, OKB, extra RA meekijken
    • Zelfbeheersing: Rechte rug houden, niet mee laten slepen
    • Moed: Kracht om door te vragen en rechte rug houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Beginselen Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
2. Focus
3. Hoofdvraag
4. Hulpvragen
5. 5 Fundamentele beginselen

A

Beginselen Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
- Een handeling is juist als het overeenstemt met normen en waarden

  1. Focus
    - De handeling zelf
  2. Hoofdvraag
    - Mag dit? Wat is mijn plicht?
  3. Hulpvragen
    - Welke regels, normen of fundamentele beginselen gelden er?
    - Wat moet ik volgende de normen en regels doen?
    - Welke bedreigingen zijn er? En welke maatregelen halen deze weg?
  4. 5 Fundamentele beginselen
    - Integriteit: Eerlijk en oprecht optreden
    - Objectiviteit: Niet ongepast laten beinvloeden
    - Vakbekwaam en zorgvuldig: Voldoende kennis (Accountant zelf en zijn team)
    - Vertrouwelijkheid: Geheimhouding
    - Professionaliteit: Breng het beroep niet in diskrediet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gevolgen Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
2. Focus
3. Hoofdvraag
4. Hulpvragen
5. 5 Fundamentele beginselen

A

Gevolgen Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
- een gevolg is goed als het schade minimaliseert en welzijn maximaliseert.

  1. Focus
    - De gevolgen van de handeling
  2. Hoofdvraag
    - Wat is voor zo veel mogelijk belanghebbende de beste keus?
  3. Hulpvragen
    - Wie zijn de belanghebbende?
    - Wat zijn de gevolgen van de verschillende alternatieve?
    - Welke alternatief minimaliseert schade en maximaliseert welzijn?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Procedurele Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
2. Focus
3. Hoofdvraag
4. Hulpvragen
5. 5 Fundamentele beginselen

A

Procedurele Ethiek:
1. Doelstelling / uitgangspunt
- Spelregels zijn rechtvaardig als deze onpartijdig tot stand zijn gekomen.

  1. Focus
    - De procedure waarop tegemoet is gekomen aan de wensen en belangen van betrokkenen in de vorm van spelregels.
  2. Hoofdvraag
    - Wat zijn onze wensen en belangen?
  3. Hulpvragen
    - Hoe zijn de regels tot stand gekomen?
    - Wie zijn betrokken en wie missen er?
    - Zouden alle betrokken er mee in stemmen?
    - Kunnen alle betrokken hun standpunt onderbouwen?
    - Heeft iedereen goede bedoelingen?
    - Wordt er rekening gehouden met belangen van andere?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

5 Fundamentele beginselen (beginselen ethiek)

A
  • Integriteit: Eerlijk en oprecht optreden
  • Objectiviteit: Niet ongepast laten beinvloeden
  • Vakbekwaam en zorgvuldig: Voldoende kennis (Accountant zelf en zijn team)
  • Vertrouwelijkheid: Geheimhouding
  • Professionaliteit: Breng het beroep niet in diskrediet
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vier soorten deugden (deugden ethiek)

A
  • Rechtvaardigheid: Eerlijk en gelijk handelen in alle situaties
    • Voorzichtigheid: Hulp vragen, OKB, extra RA meekijken
    • Zelfbeheersing: Rechte rug houden, niet mee laten slepen
    • Moed: Kracht om door te vragen en rechte rug houden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly