Epitheel Flashcards
Epitheloïd weefsel
Dicht aaneengesloten weefsel, steunend op een basaalmembraan, maar niet rijkend aan lumen of de buitenwereld
Microvilli
Bundel van actinefilamenten
Blaak
Opstapeling membraaneiwitten, zorgen bij lediging blaas voor dense zone rond membraan (crusta)
Occludens
Sluitende cel-celverbinding
Adherens
Aanhechtende cel-celverbinding
Nexus
Communicerende cel-celverbinding
Zonula
Ring
Macula
Vlekken
Desmosoom
Macula adherens
Innervatie
Bezenuwing (zenuwuitlopers in een ander weefsel)
Myo-epitheliale cellen
Bezenuwing (zenuwuitlopers in een ander weefsel)
Exocriene klier
In klieren, contraheren, zodat secreet via de afvoerweg in de buitenwereld komt
Endocriene klier
Geen afvoerweg, maar dicht bij bloedvat, dus secreet wordt afgegeven aan het bloedvat
Paracriene klier
Hormonen gaan naar naburige cellen
Amphiciriene klier
Zowel exo-als endoccriene secretie
Merocriene secretie
Secretiegranules versmelten met membraan, zoals exocytose
Apocriene secretie
Het volledige apicale gedeelte wordt gesecreteerd
Holocirenie secretie
Kern (en deel cel) sterft af en wordt in zijn geheel afgegeven
Carcinoma
Epitheeltumor (kwaardaardig)
Anenoom carcinoma
Tumor in klierweefsel
Amoboïde beweging
Als epitheelcellen beschadigd zijn, maar basaalmembraan nog inact, gaan andere celen naar deze plaats migreren en een soort primair epitheel vormen
Muceuze membranen - slijmvlies
Epitheel organen - mucus - extra bescherming
Sereuze membranen - sereus vlies
Epitheel gesloten lichaamsholte - waterig vocht
Modificaties aan apicale vrije oppervlak - oppervlakte eigenschappen
- Celmembraan - nooit adhesief - duidelijke glycocalyx (bovenkant)
- Microvilli - 1um lang en 0,1um in doorsnede - oppervlak 20x vergroot
- Uitstulping van het celmembraan, ondersteunt door het cytoskelet - passieve beweging
- Bundel van actine filamenten met actine bindende eiwitten die het bij elkaar houden - villine, finbrine en fascine - in de uitstulping - myosine I
- Als basis terminaal web met myosine II, actine en spectrine
- Myosine I en II zorgen ervoor dat er contractie is, waardoor microvilli uit elkaar gaan en bij ontspanning weer in elkaar gaan - aanzuiging van stoffen
- Ook aanwezig aan luminale kant - zoom - naast elkaar liggende microvilli
- Cillien/trilharen - 1-10um lang en 0,2um in doorsnede
- Microtubulli in 9 x 2 + 2 - 9 perifere doubletten (A&B), 1 centraal doublet, nexines en radiale spaken - actieve beweging heen, passief weer terug
- Als basis de basaalkorrel - 9 x 3
- Stereocillien - 8um lang en 0,2um in doorsnede
- Bundel van actine filamenten met alleen fimbrine
- Als basis alfa actine - verankert
- Erzine - gelinkt aan cytoskelet
- Passieve beweging - komt op beperkt aantal plaatsen voor
- Crusta
- Alleen bij overgangsepitheel - urinewegen
- Kan goed uitzetten - blaas
- paraplucellen
Laterale oppervlak, intercellulaire verbindingsstructuren - opp eigenschappen
- Zonula occludens - tight juctions
- Rondomrond cel - sluitend
- Altijd contact met cytoskelet - actine netwerk
- Transmembranaire eiwitten - occludine en claudine - zorgen voor zwakke verbinding tussen 2 cellen - haken in elkaar en trekken membranen naar elkaar toe - met intercellulaire ruimtes - geen transport mogelijk tussen de 2 cellen
- Linker/verbindingseiwitten - zonula occludens eiwit - ZO-1, ZO-2, ZO-3
- Macula adherens - desmosoom
- Vlekvormig
- Transmembranaire eiwitten van de cadherine familie - desmogleine en desmocolline - haken in elkaar met elektrostatische binding - extra sterk door glycolysering
- Linkereiwitten desmoplakine en plakoglobine zorgen voor verbinding met cytoskelet en intermediaire filamenten - in cel spankabels - cellen bewegen in 1 geheel
- Zonula adherens
- Rondomrond cel - vasthechtend
- Transmembranair eiwit E-cadherine haakt in elkaar met elektrostatische binding - stevig - paracellulair transport is mogelijk - door calcium tekort laat deze verbinding los
- Verbonden aan cytoskelet met actine filamenten door linkereiwitten - catenine, vinculine en alfa actine - in een band rond de cel - stevig verankerd aan elkaar
- Gap junctions - nexus
- Communicatie
- Cellen verbonden door 2 connexons waarbij 6 circulaire connexines naast elkaar 1 connexon vormen - connexons van 2 cellen gaan tegenover elkaar liggen en met de zijketens naar elkaar maakt dit een waterig kanaaltje - vrije doorgang voor ionen - directe overdracht over tranfluxmembraanpotentiaal
- Gaat open/dicht door draaiing
Basaal membraan - onder elk epitheel
- Steun en aanhechting - scheiding
- Structuur - lamina lucida, lamina densa/basalis, lamina reticularis
- Lamina densa, lamina lucida vast aan fibronectine met integrines en lamina densa wordt aangemaakt door epitheelcellen - lamina reticularis, netwerkstructuur, alleen onder epitheel aangemaakt door bindweefsel, collageen type IV
- Samenstelling - collageen, structurele glycoproteinen en proteoglycanen
Eenlagig plavei-epitheel
Afgeplatte langgerekte cellen met kern naar het lumen
Eenlagig kubiek epitheel
De kern neemt de vorm van de cel aan - actieve opname stoffen in bindweefsel en transport naar het lumen
Eenlagig cilindrisch epitheel
Kern afgeplat en in lengte richting van de cel - altijd actief - interactie met het lumen
Pseudomeerlagig cilindrisch epitheel
Cellen vast aan basaalmembraan - rijken niet allemaal tot aan lumen
Meerlagig plavei epitheel - verhoornd en onverhoornd
- Onverhoornd - levend - kan licht door - opgebouwd uit stratum superficiali, stratum intermedium en stratum basali
- Verhoornd - dood - opgebouwd uit stratum granulozum, statum spinozum en stratum basali
Meerlagig cilindrisch epitheel
Overgang naar meerlagig - afvoerwegen
Overgangsepitheel
Tussenvorm naar meerlagig - urineafvoerwegen - opgebouwd uit piramidale cellen en ruitvormige cellen, omgekeerd peervormige cellen, paraplucellen - maken allemaal contact met basaalmembraan
Klierepitheel
- Productie/secretie van stoffen
- Slijmbekercel - alles tegelijk gesecreteerd - kern diehoekig en basaal - meer granules
- Slijmnapcel - secretie is continue - alleen in maag - laagje op oppervlak - ovale kern
- Secretorische eindstukken - tubulus, acinus/alveolus, tubulo-acinus
- Exocriene secretie - uitgescheiden buiten de klier
- Endocriene secretie - uitgescheiden binnen de klier
- Merocriene secretie - granules met celmembraan - secreet vrij
- Apocriene secretie - cel apex/top afgescheiden - steeds opnieuw
Holocriene secretie - het secretieproduct stapeld op - celmetabolisme valt stil - cel sterft af - steeds verder naar boven - celmembraan vervalt
Regeneratie
Herstel en vernieuwing zeer goed - stamcellen, amoeboide beweging