Bindweefsel Flashcards
Matrix
Grondstof
Mucopolysachariden
Glycosaminoglycanen
Enzymdeficiënties
Tekort aan enzymen die zorgen voor kruisverbinding troppocollageen -> gewrichten worden zeer elastisch
Laminae
Elastineplaat rondom bloedvaten (zet mee uit met bloeddruk)
Pericyt
Afgeplatte cel in basaalmembraan, vaak in de buurt van een bloedvat, kan zich nog vrij goed differentiëren
Cytochroom
Respiratoirisch pigment in bruine vetcel
Gewapende mastcellen
Teveel IgE -> vrije gaan zich op mastcellen zetten, komt er dan antigen: masale vrijlating granules -> overgevoeligheidsreactie (bloedvaten tapelen bloed op dus hart krijgt er niet meer genoeg (slaat sneller, maar lagere pols) -> shock
Anticoagulans
Stof die de bloedstolling belemmert
Angiogenese
Vorming van nieuwe bloedvaten
Vasodilatatie
Verwijding bloedvaten
Sclerosis
Te veel bindweefsel (en dus collageen) aanwezig in een orgaan
Histiocyt
Macrofaag
MPS
Mononucleair fagocyterend systeem
Kupffercellen
Levermacrofagen
Stofcellen
Alveolaire macrofagen
Chromatoforen
Pigmentcellen
Diapedesis
De weg die witte bloedcellen afleggen tot ze hun functie kunnen uitvoeren
Russel-lichaampjes
Sterk uitgesproken stapeling van antistoffen in het RER van plasmacellen
Areolae
Mazen tussen het netwerk collageen in los BW
Sinussen
Mazen tussen het netwerk in reticulair BW
Peritendineum
Kleine stukjes losser BW in pezen (regelmatig dens BW)
Epitendineum
BW dat de volledige pees omgeeft
Reticuline BW
Los collageen BW met voornamelijk collageen III (= reticuline) -> endoneurium, endomysium
Functies
- Ondersteuning - transport - stapelingsfunctie - ontsteking - herstel
- Mechanisch - soepele verbinding - opvulling losse ruimte - steun en bescherming - passieve overdracht van kracht - schokdemper
- Reserve - vocht - ionen - eiwitten - energie - ruimte
- Afweer
Grondstof - matrix
- Glycosaminoglycanen - GAG
- Ketens van disacchariden - hexosamine, glucosamine of galactosamine - uronzuur, glucuronzuur of iduronzuur
- Niet gesulfateerd - meest voorkomend - geen covalente binding proteinen - minst viskeus en dus vloeibaar
- Gesulfateerd - covalente binding proteinen - viskeuzer
- Types - dermatan sulfaat/collageen type I - chondroitine sulfaat/collageen type-II - heparan sulfaat/collageen type-III - keratan sulfaat - heparine
- Verhouding ongesulfateerd/gesulfateerd bepaald de viskeuziteit
- Structurele glycoproteinen - SGP
- Proteine domineert - carbohydraten meestal vertakt - types, fibronectine, laminine, chondronectine - functie, cel/cel adhesie en cel/extracellulair materiaal adhesie
- Vocht - vrij
- Ongebonden H20, voedingsstoffen aan/afgevoerd - lymfevaten
- Vezels - matrix
- Reticuline/collageen - overvloedig aanwezig
- Type I - meest aanwezig - collageen vezels - fibreuze structuren - trekkracht in been
- Type II - dunne fibrillen - kraakbeen, hyalien en elastisch
- Type III - fibrillen of dunne vezels - reticuline vezels - glad spierweefsel, ondoneurion, long, .. - polymerisatie met andere types
- Type IV - geen vezels, geen fibrillen - indien polymerisatie, raster - lamina basalis, endotheel
- Vorming collageenfibrillen en -vezels - procollageen, oplosbaar, extracellulair gesecreteerd door cellen - de enzymen prepeptidase en prepeptide knippen af - tropocollageen blijft over, extracellulair gevormd - vast aan elkaar met elektrostatische bindingen, OH groepen en covalente bindingen, linker moleculen- gestreept patroon - 20-200nm
- Eigenschappen - niet elastisch - sterk - flexibel - instabiel
- Functies - meest voorkomend - pezen, ligamenten, orgaankapsels, dermis - been, kraakbeen
- Abnormaliteiten, bv vitamine C tekort - enzymdeficienties - sclerosis
- Elastine
- Zeer dunne vezels/fibrillen
- Structuur - dunne fibrillen type-III colageen - los gepakt - koolhydraatrijke glycoproteinen en proteoglycanen - langwerpig eiwit - fibrilline - klein draadvormig netwerk - pro-elastine, polimariseert rond elke fibrilline netwerk keten - opkrullen, netwerk vouwt in elkaar - na uitrekken weer zelfde lengte maar een andere structuur
- Functies - ondersteuning - fijn netwerk van reticuline vezels in bloedvormende organen, glad spierweefsel, zenuwweefsel en basaalmembraan - weefselintegriteit - vormbehoud
- Eigenschappen - vervormbaar - elastisch - beperkte trekkracht - stabiel
Cellen
- Mesenchymcel - permanent
- Ongedifferentieerde embryonale bindweefsel cel - lange, slanke uitlopers
- Pericyt/cel van Roee - permanent
- Spoelvormig/vertakt - capialiren, venules binnen bindweefsel - afgeplatte kern met uitlopers - relatief ongedifferentieerd, omgevormd tot bindweefselcellen en gladde spiercellen
- Fibroblast - permanent
- Myofibroblast - met contractiele eigenschappen
- Spoelvormig, stervormige celuitlopers
- Actieve cellen - vergroot - basofiel cytoplasma - hetero-/euchromatische kern - secretie, matrix en vezels, pro-collageen en pro-elastine - endosomen/lysosomen, vernieuwing/onderhouden van de matrix
- Ontstaan uit mesenchymcellen
- Fibrocyt - permanent
- Inactieve fibroblast - eosinofiel cytoplasma - heterochromatische kern - donkerdere ovale kern - kleiner/smaller - meer kern dan cytoplasma
- Onstaan uit mesenchym cellen
- Reticulumcellen - permanent
- Alleen in heamatpoietische/lymfopoietische organen, beenmerg, milt en lymfoknopen
- Uitlopers maken contact met elkaar - collageen type-III, reticuline vezels, verstevigen 3D netwerk buiten de uitlopers
- Adipocyten - vetcellen - permanent
- Witte - uniloculair/univaculair - stockage plaats voor brandstoffen - aangesproken wanneer lichaam energie nodig heeft - ronde cellen - endocriene functie, hormonen, leptine is signaalmolecuul dat hoeveelheid vet bepaald - ondersteuning - schokdemper
- Bruine - kleiner - kern centraal - multiloculair/multivaculair - warmteproductie - winterslapers/babys
- Mastcel - permanent
- Altijd in de buurt van bloedvaten - matachromatisch - ovaalvormig tot hoekig - granulair cytoplasma met heparine en histamine - functies, onsteking, snelle overgevoeligheidsreactie
- Histocyt - permanent
- Ontstaan uit hematopoietische stamcellen, monocyten - onregelmatige vorm - excentrische kern - fagocytose, stimulatie actine netwerk, fagosoom, vertering - secretie
- Pigmentcellen - permanent
- Melanine afkomstig van melanocyten van epitheel of eigen productie - onregelmatige lange uitlopers
- Witte bloedcellen - migrerend
- Basofiel - neutrofiel - eosinofiel - lymfocyt - plasmacel
Embryonaal bindweefsel
- Mesenchym - mesenchymcellen - enkele vezels - amorf materiaal
- Slijmig/gelatineus bindweefsel - matrix - enkele vezels, stervormige fibroblasten
Los collageen bindweefsel
Los verpakt - veel ruimte tussen vezels, areolae - past zich makkelijk aan - grondstof, overvloedig aanwezig, hyaluronzuur - vezels, relatief weinig,, 2 types - cellen, kernrijk, fribroblasten, macrofagen, migrerende cellen - komt voor tussen andere weefsels onder epitheel - functie, beweging, opslag water en elektrolyten, afweer
Dicht/fibreus collageen bindweefsel
- Onregelmatig - collageenbundels in verschillende richtingen - fibrocyten - fibroblasten - komt voor in periost, orgaankapsel, dermis, .. - functie, trekbestendig in alle richtingen en ondersteuning en bescherming van organen, huid
- Regelmatig - parallele collageenvezels - fibrocyten - weinig matrix - komt voor in pezen, gewrichtbanden, gewrichtplaat/fascien, cornea, .. - functie, trekbestendig in richting van de vezels - transparantie van cornea
Reticuline bindweefsel
- Microscopisch begrip - reticuline vezels - endoneurium, zenuwcel - endomiusium, gladde spiercel
Vetweefsel
- Wit - uniloculaire/univacuolaire adipocyten - energieproductie en -opslag, secretie van enzymen, opname en stock, oxidatie - structurele ondersteuning - schokdemping - isolatie
- Bruin - multiloculaire/multivacuolaire adipocyten - baby’s, winterslapers - warmte reservoir
Regeneratie
Evenredig met celrijkdom