Bloed Flashcards
Plasma
- 90% water, 10% opgeloste stoffen
- Plasma-eiwitten - osmotische waarde - 7% volume - transportmoleculen , stollingfactoren, antostoffen - fibrinogeen, fibrine voor stolling - serum
Cellen
- Erytrocyten - geen nucleus (wel in amfibien, repielen en vogels) - semipermeabel celmembraan voor actief transport - hemoglobine, 11-15g/100ml bloed - diameter 4-8um - biconcaaf afgeplat schijfje voor maximale oppervlaktevermeerdering - rouleaux, gestapeld - 30-180 dagen
- Leukocyten - rond, niet afgeplat en met kern - 6-20um
- Granulocyten/polymorfonucleairen (PMN) - polymorfe kern, lobuli/segmenten - granules
- Neutrofiele granulocyten - geen duidelijke affiniteit voor zure en basische kleurstoffen - 20-70% - 10-12um - geluboleerde kern - granules, fijn, talrijk en gelijkmatig verdeeld - functies, eerste lijn defenstie tegen pathogene bacterien, anaerobe glycolyse, fagocytotische en anti-bacteriele activiteit van bloedbaan naar weefsel - 6-12uur in bloed en 1-2 dagen in weefsels
- Basofiele granulocyten - basofiele granules - 0,1-1% - 10-15um - gebilobeerde kern - granules, basofiel met histmine en heparansulfaat - functies, receptor-gemedieerde degranulatie van een ontsteking - 10-12 dagen in bloed - enkele dagen in weefsels
- Agranulocyten/mono(morfo)nucleairen - 1vormige kern - granules
- Lymfocyten - 60% - kleine lymfocyt, 6-9um, circulerend, grote ronde kern met lichte indeuking en basofiel cuytoplasma - grote lymfocyt, 9-15um, weefsels, grote ronde kern die minder intens gekleurd is en een diepe indeuking heeft met meer cytoplasma - functies, specifieke afweer met B-lymfocyten voor hunorale afweer en T-lymfocyten voor cellulaire afweer en natural killer cellen (NK-cellen)
- Monocyten - 3-9% - 15-20um, grootste cellen - grote niervormige nucleus - veel basofiel cytoplasma - functies, herkenningsfactoren met immuniglobuline G receptor en opsonine receptor en omsluiten van partikelen met epitheloide ring cellen en reuzencellen en immuunrespons met opname antigeen, intracellulaire verwerking, presentatei antigeen aan T-lymfocyt en secretie interleukines en wondheling met fagocytose van celdebris en secretie groeifactoren - 40 uur in bloedbaan - enkele maanden in weefsels
- Trombocyten - 2-4um, fragmenten van cellen en biconvex - geen nucleus (wel bij amfibien, reptielen en vogels) - niet beweeglijk - 8-10 dagen in bloed - granules, met stollingfactoren, antiheparine, groeifactor en histamine - uitwendige mantel - functies, onderhoud endotheel, aggragatie plaatjes bij basaal membraan, collageen en elastine vezels en klontervorming, degranulatie, fibrinogeen naar fibrine, bloedklonter met fibrinenetwerk
Afweer
- Aspecifiek
- Neutrofielen - eosinofielen - monocyten/macrofagen
- Specifiek
- Monocyten/macrofagen - lymfocyten - eosinofielen
Hematopoiese
- Pluripotente stamcellen - kleine cellen, ongelimiteerde replicatie, twee cellijnen lymfoide stamcellen en myeloide stamcellen
- Multipotente stamcellen - differentiatie tot verschillende unipotente cellen - myeloide en lymfoide stamcellen
- Unipotente cellen - progenitor cellen - erytroid progenitor - megakaryocyt progenitor - granulocyt / monocyt progenitor
- Erytopoiese - maturatie rubriblasten naar erytrocyten - 5-7 dagen - regulatie door cellulaire en humorale groeifactoren, macrofagen en lymfocyten en erythropoietine
- Granulopoiese - centrum beenmerg - 5-7 dagen - maturatie granulocyt progenitor naar rijpe granulocyt
- Monocytopoiese - maturatie monocyt progenitor naar rijpe monocyt
- Trombopoiese - maturatie megakaryoblast naar trombocyt
- Lymfopoiese - maturatie lymfoblast naar lymfocytt
- Hematopoiese - beenmerg
Serum
Vloeistof met alle opgeloste voedingsstoffen, hormonen, gassen
Bloedklonter
Alle bloedcellen, vezels (fimbrinedraden) en gebruikte stollingsstoffen
Plasma
Vocht met vezels en niet-gebruikte stollingsstoffen
Trombocyten
Bloedplaatjes
Buffy coat
Witte bloedcellen na centrifuge
Leukocyten
Witte bloedcellen
Erythrocyten
Rode bloedcellen
Howell- Joly bodies
Stukjes DNA die zijn achtergebleven in erytrocyten na uitstoten kern
Isocytosis
Alle cellen van een bepaalde soort hebben ongeveer dezelde grootte
Anisocytosis
Variatie in celgrootte (erytrocyten) binnen 1 soort
Normocyten
Erytrocyten met normale celgrootte
Macrocyten
Erytrocyten met grotere celgrootte dan normaal
Microcyten
Erytrocyten met kleinere celgrootte dan nomaal
Rouleaux
Rode bloedcellen die gestapeld gaan liggen
Poikilocytosis
Variatie in celvorm binnen 1 soort
Sedimentatie
Scheiding hematocriet en plasma
Normochroom
Normale kleur
Hypochroom
Te weinig kleurstof (hemoglobine)
Hyperchroom
Te veel kleurstof (hemoglobine)
ER-bodies
Erytrocytairerefractiele lichaampjes (plaatselijke stapeling hemoglobine)
Heinz-lichaampjes
Pathologische ER-bodies
Hematocriet
Het volume van het bloed dat door de rode bloedcellen wordt ingenomen (= packed cell volume)
MCV
Mean corpuscular volume
MCH
Mean corpuscular hemoglobin
MCHC
Mean corpuscular hemoglobin concentration
Leukofilie
Leukocytose, te veel leukocyten
Leukopenie
Te weinig leukocyten
PMN
Polymorfonucleairen, granulocyten
MMN
Mono(morfo)nucleairen, agranuocyten
Polymorfe fagocyten
Neutrofielen + eosinofielen
Microfaag
Neutrofiel
Drumstick
Barrlichaampje, het inactieve X chromosoom
Leukodiapedese
Leukofielen die zich doorheen een bloedvat wringen om naar omliggende weefsels te migreren
Ether
Opstapeling van neutrofielen rond een bacteriehaard
NK-cel
Natural killercell (aquired immunity)
OCS
Open circulair systeem
DTS
Dens tubulair systeem
Hemocytoblast
Pluripotente stamcel, voor alle bloedcellen
Sinuosiden
Verwijden bloedvaten, een met bloed gevulde ruimte in een orgaan
Pluripotente cel
Geeft aanleiding tot alle soorten bloedcellen
Multipotente cel
Geeft aanleiding tot bepaalde bloedcellen
Unipotente cel
Geeft aanleiding tot 1 bepaald celtype (= progenitor-cellen)
Monoblast
Monocytopoietische myeloblast
Myelopoiese
Granulopoiese
Azurofiel
Kleurbaar met de kleurstof azuur