Energie en wisselwerking Flashcards

1
Q

Arbeid

A

Energie omzetten door middel van krachten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Chemische energie

A

De energie die is opgeslagen in een stof en vrij kan komen bij een chemische reactie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Kinetische energie

A

De energie die een bepaald voorwerp heeft doordat het snelheid heeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Periodieke beweging

A

Een beweging die zichzelf herhaalt na een een bepaalde tijdsduur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Potentiële energie

A

De energie die een voorwerp heeft dankzij zijn plaats in een uitwendig krachtveld, zoals een zwaartekrachtveld (zwaarte-energie) of een elektrisch veld (elektrische energie).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Veerenergie

A

De energie die veerkrachtig voorwerp bezit als het wordt ingeduwd of uitgerekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Warmte

A

De energie die samenhangt met de onderlinge, willekeurige beweging van atomen en moleculen in een materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wet van behoud van energie

A

De natuurwet die stelt dat energie niet verloren kan gaan of zomaar kan ontstaan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wrijvingsarbeid

A

Arbeid die tegen de bewegingsrichting van het voorwerp in werkt door de wrijvingskracht.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Zwaarte-energie

A

De energie die een voorwerp heeft doordat het zwaartekracht ondervindt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly