Eigenschappen en modellen Flashcards
Emulgator
Een hulpstof die ervoor zorgt dat een hydrofobe stof en een hydrofiele stof gemengd blijven.
Emulsie
Een troebel (ondoorzichtig) mengsel van twee vloeistoffen die van nature niet (of zeer moeilijk) zijn te mengen.
Heterogeen mengsel
Een mengsel waarbij je de verschillende bestanddelen (met een microscoop) wel van elkaar kunt onderscheiden.
Homogeen mengsel
Een mengsel waarbij je de verschillende bestanddelen niet van elkaar kunt onderscheiden, zelfs niet onder een microscoop.
Kookpunt
De temperatuur waarop een stof kookt en gaat verdampen (of condenseren).
Kooktraject
De temperatuur waarbij de eerste stof in een mengsel kookt tot aan de temperatuur waarbij de laatste stof in het mengsel kookt.
Legering
Een mengsel van verschillende metalen, gemengd in gesmolten toestand.
Mengsel
Een combinatie van twee of meer verschillende stoffen.
Niet-ontleedbare stof
Een stof die bestaat uit één atoomsoort en niet verder is te ontleden.
Ontleedbare stof
Een stof die bestaat uit meerdere atoomsoorten en verder zou kunnen worden ontleed.
Oplossing
Een helder mengsel waarin de opgeloste stof is opgedeeld in losse deeltjes (moleculen of ionen), welke gelijkmatig zijn verdeeld.
Smeltpunt
De temperatuur waarop een stof smelt (of stolt).
Smelttraject
De temperatuur waarbij de eerste stof in een mengsel smelt tot aan de temperatuur waarbij de laatste stof in het mengsel smelt.
Stofeigenschap
Een kenmerk van een stof, zoals kookpunt, smeltpunt, dichtheid.
Suspensie
Een troebel mengsel van een vloeistof met een fijnverdeelde vaste stof.