Deeltjesmodellen Flashcards
Atoom
Het kleinste deeltje materie, dat bestaat uit een kern en daaromheen bewegende elektronen.
Atoomkern
Het centrale deel van een atoom, de protonen en neutronen.
Atoomnummer
Getal dat het aantal protonen in de atoomkern weergeeft en de plaats in het periodiek systeem.
Covalentie
Het aantal bindingen dat een niet-metaalatoom aan kan gaan met andere niet-metaalatomen.
Dubbele binding
Twee atoombindingen tussen twee niet-metaalatomen waarbij twee gemeenschappelijke elektronenparen (dus in totaal vier elektronen) zijn betrokken.
Elektron
Negatief geladen deeltje dat zich rond de atoomkern (in de elektronenwolk) bevindt, met een verwaarloosbare massa.
Elektrovalentie
De lading van een ion.
Element
Een stof die niet meer verder kan worden ontleed.
Ester
Verbinding die ontstaat door de reactie van een alcohol en een zuur.
Hydraat
Een verbinding van een zout met watermoleculen.
Hydratatie
Het omringen van een ion in een oplossing door watermoleculen.
Hydrolyse
De splitsing van een molecuul door opname van water.
Ion
Een deeltje met een elektrische lading.
Isotoop
Atomen van dezelfde atoomsoort, met een verschillend aantal neutronen in de atoomkern en dus een verschillend massagetal.
Karakteristieke groep
Een atoom of groep atomen die een organische verbinding een karakteristieke eigenschap geven, bijvoorbeeld een zuurgroep.