EEG tijdens lichtflitsprikkeling (LFP) en hyperventilatie (HV) Flashcards

1
Q

Activatie- en provocatieprocedures

A
  • lichtflitsprikkeling
  • hyperventilatie
  • slaap (spontaan of uitgelokt foor medicatie)
  • toediening van bepaalde medicijnen (bijv. benzodiazepinen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

LFP apparatuur

A
  • flitslamp die diffuus licht geeft met stabiele grote intensiteit bij alle flitsfrequenties.
  • ongeveer 30 cm van ogen patiënt af.
  • met hand bestuurd, meteen kunnen stoppen indien nodig.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

LFP subjectieve sensaties

A

onaangenaam gevoel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

EEG tijdens LFP

A
  • volgen
  • activering van epileptiforme verschijnselen
  • fotomyoclonische reacties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

volgen bij LFP

A

direct, sub- en supraharmonisch, vooral occipitaal, alfarimte kan worden onderdrukt of worden geactiveerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Fotoparoxismale respons

A

Bestaat uit piek- of multipele piekgolfcomplexen die doorgaan na stoppen van de flitsreeks. Maximum achterste gebieden, kan uitbreiden naar voren, verder naar voren, dan hogere gevoeligheid patiënt. Reactie heeft hoge specificiteit, 100% indien tijdens ontladingen objectieve of subjectieve symptomen voorkomen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Fotomyoclonieën

A

Knipperen met vergelijkbare frequentie als flitsen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hyperventilatie, doeleinden

A
  • Activering: opwekken van diffuse, lokale afwijkingen of asymmetrieën die in rust-EEG niet duidelijk waren.
  • Provocatie: provoceren van paroxismale of epileptiforme verschijnselen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Werkingsmechanisme HV

A

diep zuchten, uitwassing CO2 in longen neemt toe, CO2-gehalte bloed daalt (hypocapnie), pH bloed stijgt, door hypocapnie vaatvernauwing (vasoconstrictie) hersenvaten, doorbloeding hersenen neemt af, minder O2 aan hersenweefsel afgegeven, door stijging pH bloed nog minder O2 aan de weefsels afgestaan. Tekort aan O2 (hypoxie) is waarschijnlijk oorzaak van EEG-veranderingen. Bij laag bloedsuiker (hypoglycaemie) treden de veranderingen eerder op.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

HV, invloed leeftijd

A

Bij basisschool kinderen sterkste reactie. HV met name effectief bij idiopathische absence-epilepsie. Ontbreken van epileptiforme afwijkingen bij goed uitgevoerde HV maakt het bestaan van idiopathische absence-epilepsie bij jonge kinderen onwaarschijnlijk.

Bij volwassenen neemt de reactie op HV af.

Bij patiënten met vasovegetatieve labiliteit (vaak een lage bloeddruk) en met vasculaire hoofdpijn is de reactie sterker.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

HV, subjectieve sensaties

A

licht in hoofd voelen, tintelen handen en voeten en rond de mond (tetanie), deze verdwijnen weer als HV wordt gestaakt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

EEG tijdens HV

A
  • ontspanning
  • hypocapnie, vasoconstrictie en hypoxie
  • slaap en doezel
  • provocatie afwijkende activiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

HV, ontspanning, slaap/doezel

A

ontspanning: alfaritme toename in amplitude en regelmatiger

slaap/doezel: door HV moe worden, doezel en slaap kunnen volgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

HV, hypocapnie, vasoconstrictie en hypoxie

A
  • Vooral bij kinderen en jonge volwassenen.
  • Afname alfa-activiteit, toename theta- en delta-activiteit, aanvankelijk eerst over achterste gebieden, kan ritmisch aspect hebben
  • Bij sterker zuchten toename theta- en delta-activiteit over voorste gebieden, veelal ook ritmische delta 2-4 Hz, frontaal grotere amplitude dan over achterste gebieden.
  • Na HV neemt de langzame activiteit snel af.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

HV, provocatie afwijkende activiteit

A

HV kan epileptiforme activiteit provoceren, maar ook focale trage activiteit en gegeneraliseerde trage activiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly