EEG tijdens lichtflitsprikkeling (LFP) en hyperventilatie (HV) Flashcards
Activatie- en provocatieprocedures
- lichtflitsprikkeling
- hyperventilatie
- slaap (spontaan of uitgelokt foor medicatie)
- toediening van bepaalde medicijnen (bijv. benzodiazepinen)
LFP apparatuur
- flitslamp die diffuus licht geeft met stabiele grote intensiteit bij alle flitsfrequenties.
- ongeveer 30 cm van ogen patiënt af.
- met hand bestuurd, meteen kunnen stoppen indien nodig.
LFP subjectieve sensaties
onaangenaam gevoel
EEG tijdens LFP
- volgen
- activering van epileptiforme verschijnselen
- fotomyoclonische reacties
volgen bij LFP
direct, sub- en supraharmonisch, vooral occipitaal, alfarimte kan worden onderdrukt of worden geactiveerd
Fotoparoxismale respons
Bestaat uit piek- of multipele piekgolfcomplexen die doorgaan na stoppen van de flitsreeks. Maximum achterste gebieden, kan uitbreiden naar voren, verder naar voren, dan hogere gevoeligheid patiënt. Reactie heeft hoge specificiteit, 100% indien tijdens ontladingen objectieve of subjectieve symptomen voorkomen.
Fotomyoclonieën
Knipperen met vergelijkbare frequentie als flitsen.
Hyperventilatie, doeleinden
- Activering: opwekken van diffuse, lokale afwijkingen of asymmetrieën die in rust-EEG niet duidelijk waren.
- Provocatie: provoceren van paroxismale of epileptiforme verschijnselen.
Werkingsmechanisme HV
diep zuchten, uitwassing CO2 in longen neemt toe, CO2-gehalte bloed daalt (hypocapnie), pH bloed stijgt, door hypocapnie vaatvernauwing (vasoconstrictie) hersenvaten, doorbloeding hersenen neemt af, minder O2 aan hersenweefsel afgegeven, door stijging pH bloed nog minder O2 aan de weefsels afgestaan. Tekort aan O2 (hypoxie) is waarschijnlijk oorzaak van EEG-veranderingen. Bij laag bloedsuiker (hypoglycaemie) treden de veranderingen eerder op.
HV, invloed leeftijd
Bij basisschool kinderen sterkste reactie. HV met name effectief bij idiopathische absence-epilepsie. Ontbreken van epileptiforme afwijkingen bij goed uitgevoerde HV maakt het bestaan van idiopathische absence-epilepsie bij jonge kinderen onwaarschijnlijk.
Bij volwassenen neemt de reactie op HV af.
Bij patiënten met vasovegetatieve labiliteit (vaak een lage bloeddruk) en met vasculaire hoofdpijn is de reactie sterker.
HV, subjectieve sensaties
licht in hoofd voelen, tintelen handen en voeten en rond de mond (tetanie), deze verdwijnen weer als HV wordt gestaakt.
EEG tijdens HV
- ontspanning
- hypocapnie, vasoconstrictie en hypoxie
- slaap en doezel
- provocatie afwijkende activiteit
HV, ontspanning, slaap/doezel
ontspanning: alfaritme toename in amplitude en regelmatiger
slaap/doezel: door HV moe worden, doezel en slaap kunnen volgen
HV, hypocapnie, vasoconstrictie en hypoxie
- Vooral bij kinderen en jonge volwassenen.
- Afname alfa-activiteit, toename theta- en delta-activiteit, aanvankelijk eerst over achterste gebieden, kan ritmisch aspect hebben
- Bij sterker zuchten toename theta- en delta-activiteit over voorste gebieden, veelal ook ritmische delta 2-4 Hz, frontaal grotere amplitude dan over achterste gebieden.
- Na HV neemt de langzame activiteit snel af.
HV, provocatie afwijkende activiteit
HV kan epileptiforme activiteit provoceren, maar ook focale trage activiteit en gegeneraliseerde trage activiteit.