Beschrijving van het EEG Flashcards

1
Q

Werkwijze beschrijven EEG

A
  • Eerst beschrijven van de curven.
  • Vervolgens het beschrevene vergelijken met het normale EEG.
  • Daarna het EEG aan de hand van het ziektebeeld interpreteren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Parameters voor analyseren van de curven

A

Frequentie, amplitude, vorm, mate van voorkomen, lokalisatie, reactiviteit, symmetrie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Frequentie, activiteit, cyclus, ritme

A

Activiteit: Iedere EEG-golf of opeenvolging van golven met eenzelfde tijdsduur.
Cyclus: De complete opeenvolging van potentiaalveranderingen die ieder van de componenten van op elkaar volgende regelmatig herhalende EEG-golven ondergaat.
Ritme: Een EEG-activiteit bestaande uit golven met eenzelfde constante duur.

Frequentie: aantal complete cycli van dezelfde repeterende golven in een seconde.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Vorm, complex, transiënt/grafo-element

A

Vorm kan sinusoïdaal/regelmatig zijn, onregelmatig, boogvormig (mu), driehoekig (lambda) enz.

Complex: een opeenvolging van twee of meer golven met een karakteristieke vorm die bij herhaling met een tamelijk consistente vorm voorkomt en zich daarbij duidelijk onderscheidt van de achtergrondactiviteit.

Transiënt/grafo-element: iedere geïsoleerde golf of complex die zich duidelijk onderscheidt van de achtergrondactiviteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Mate en wijze van voorkomen

A

Index.

Wijze van voorkomen:
Continu: gedurende de gehele registratie aanwezig.
Fluctuerend: voortdurend veranderend.
Paroxismaal: een plotseling optreden van golven of complexen die ook weer plotseling verdwijnen en zich duidelijk onderscheiden van de achtergrondactiviteit.
Periodiek/aperiodiek: wel/niet voorkomen in een opeenvolging met min of meer regelmatige frequentie, of wel/niet voorkomen met ongeveer regelmatige intervallen.
Synchroon: gelijktijdig voorkomen van EEG-golven over gebieden aan dezelfde of tegengestelde zijde van de hersenen.
Generaliserend: uitbreiding van EEG-activiteit vanuit een beperkt gebied naar alle hersengebieden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Lokalisatie

A

Focaal: In een beperkt gebied (ongeveer 1 elektrode).
Lokaal: In een iets groter gebied, beperkt zich tot een hersenkwab.
Diffuus: Aan een of beide zijde(n) van de hersenen.
Gegeneraliseerd: In alle gebieden van de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Onderdelen van het EEG-verslag

A
  • Beschrijving: Achtergrondactiviteit per lokalisatie, differentiatie, pathologische kenmerken, reactie HV en FS.
  • Samenvatting.
  • Conclusie.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly