Dutch Nouns 1 Flashcards
the man
de man
the woman
de vrouw
the boy
de jongen
the child
het kind
the girl
het meisje
the apple
de appel
the milk
de melk
the juice
het sap
the bread
het brood
the water
het water
the sandwich
de boterham
the rice
de rijst
the newspaper
de krant
the menu
het menu
the book
het boek
the Dutch (language)
het Nederlands
the English (language)
het Engels
the regret
de spijt
the fish
de vis
the orange
de sinaasappel
the wine
de wijn
the coffee
de koffie
the egg
het ei
the chicken
de kip
the plate
het bord
the sugar
de suiker
the lunch (neuter)
het middageten
the breakfast
het ontbijt
the cheese
de kaas
the fruit
het fruit
the pasta
de pasta
the lunch (masculine)
de lunch
the beer
het bier
the beef
het rundvlees
the soup
de soep
the tomato
de tomaat
the strawberry
de aardbei
the lemon
de citroen
the lime
de limoen
the dinner
het avondeten
the meat
het vlees
the meal
de maaltijd
the tea
de thee
the pork
het varkensvlees
the vegtarian
de vegetariër
the food
het eten
the pepper
de peper
the oil
de olie
the thirst
de dorst
the hunger
de honger
the banana
de banaan
the salt
het zout
the cat
de kat
the animal
het dier
the dog
de hond
the horse
het paard
the bird
de vogel
the bear
de beer
the mouse
de muis
the crab
de krab
the spider
de spin
the elephant
de olifant
the duck
de eend
the turtle
de schildpad
the rabbit
het konijn
the cow
de koe
the rhino
de neushoorn
the horn
de hoorn
the sheep
het schaap
the deer
het hert
the tail
de staart
the goose
de gans
the owl
de uil
the name
de naam
the shoe
de schoen
the dress
de jurk
the jacket/coat
de jas
the skirt
de rok
the shirt
het hemd
the clothing
de kleren (plural)
the clog
de klomp
the pants
de broek
the gentleman
de meneer
the lady
de mevrouw
the color
de kleur
the flag
de vlag
the station
het station
the night
de nacht
the afternoon
de middag
the time
de tijd
the morning
de ochtend
the evening
de avond
the day
de dag
Monday
(de) maandag
Tuesday
(de) dinsdag
Sunday
(de) zondag
Saturday
(de) zaterdag
Thursday
(de) donderdag
Friday
(de) vrijdag
Wednesday
(de) woensdag
Tuesday
(de) dinsdag
the year
het jaar
the age
de leeftijd
the week
de week
the moment
het moment
January
(de) januari
February
(de) februari
March
(de) maart
April
(de) april
May
(de) mei
June
(de) juni
July
(de) juli
August
(de) augustus
September
(de) september
October
(de) oktober
November
(de) november
December
(de) december
the month
de maand
the calendar
de kalender
the date
de datum
the birthday
de verjaardag
the winter
de winter
the season
het seizoen
the spring
de lente
the century
de eeuw
the period
de periode
the summer
de zomer
the fall
de herfst
the hour
het uur
the minute
de minuut
the second
de seconde
the decade
het decennium
the time
de keer
the house
het huis
the restaurant
het restaurant
the beach
het strand
the hotel
het hotel
the bathroom
de badkamer
the kitchen
de keuken
the garden
de tuin
the street
de straat
the city/town
de stad
the church
de kerk
the place
de plek
the park
het park
the home
het thuis
the center
het centrum
the country/land
het land
the area
het gebied
the location
de locatie
the office
het kantoor
the department
de afdeling
the room
de kamer
the address
het adres
the property
het landgoed
the market
de markt
the building
het gebouw
the castle
het kasteel
the region
de regio
the island
het eiland
the front
de voorkant
the district
het district
the bank/bench
de bank
the bar
de bar
the windmill
de windmolen
the inside
de binnenkant
the ground
de grond
the museum
het museum
the coast
de kust
the zone
de zone
the canal
het kanaal
the valley
de vallei
the corner
de hoek
the avenue
de laan
the route
de route
the neighborhood
de buurt
the border
de grens
the tower
de toren
the cinema
de bioscoop
the place
de plaats
the capital
de hoofdstad
the community
de gemeenschap
the port
de haven
the right side
de rechterkant
the palace
het paleis
the prison
de gevangenis
the square
het plein
the farm
de boerderij
the zoo
de dierentuin
the bridge
de brug
the airport
het vliegveld
the doctor
de dokter
the work
het werk
the writer
de schrijver
the job
de baan
the writer (female)
de schrijfster
the student
de student
the student (female)
de studente
the director
de directeur
the career
de carrière