Doelgroepen Flashcards
Wat is de gezondheidsrisico voor een baby bij een zwangerschap die langer duurt dan 42 weken?
Hersenbeschadiging
Welke activiteit pas je toe bij validation?
Meegaan in de belevingswereld van de dementerende
Welk symptoom is kenmerkend voor een depressieve stoornis? A. Agressie B. Apathie C. Impulsiviteit D. Manie
Antwoord; B
Wat houdt de ontwikkelingstheorie van Freud in?
Sigmund Freud heeft een specifiek idee van wat kinderen doormaken vanaf hun jongste leeftijd. Hij slaagt er in om zijn ideeën in vijf verschillende fasen te onderscheiden
Welke fases kenmerkt de ontwikkelingstheorie van Freud?
Orale fase Anale fase Fallische fase Latentie fase Genitale fase
Wat houdt de orale fase in?
De orale fase is de eerste fase van deze ontwikkeling. Dit gebeurd op de eerste 18 maanden. In deze fase ontstaat er een band tussen een kind en haar/zijn moeder. De focus ligt bij de mond. De lust wordt gehaald uit de borsten van de moeder, duimpje en voorwerpen. In dit stadium heeft het Es de grootste invloed op het Ich nog in ontwikkeling is. Zijn handelingen zijn dus gebaseerd op het lustprincipe.
Wat houdt de anale fase in?
In de tweede fase begint het kind alles helemaal alleen te willen doen. Het kind wordt geïntrigeerd door de erogene zone van de anus. De peuters willen in deze fase hun eigen zin doorzetten zonder dat er een oppositie is. Het kind probeert dus zelfstandig te zijn wat frustrerend kan worden voor de ouders. De anale fase vormt een conflict tussen het Es, Ich en Uber ich.
Wat houdt de fallische fase in?
In de derde fase zijn de geslachtsdelen volgens Freud belangrijk. Men moet natuurlijk nog in het achterhoofd houden dat een kind nog een kind is dus nog onvolwassen is. Kinderen beginnen in een bewuste manier hun lichaam te ontdekken, niet alleen die van hen maar ook van andere kinderen en van de ouders. Kinderen gaan zich vaak aangetrokken voelen door hun ouders. Meisjes zullen aangetrokken worden door vader en jongens door hun moeder. Zo kan er het gevoel ontstaan dat bijvoorbeeld een meisje in concurrentie is met haar moeder voor de vader. Voor jongens gebeurt het zelfde maar andersom. Nadien ontstaat er jaloezie tussen meisjes en jongens omdat ze beseffen dat het niet hetzelfde geslacht hebben.
Wat houdt de latentie fase in?
Na de derde komt natuurlijk de vierde fase. Het kind hecht hier minder interesse aan zijn geslachtsdelen en aan die van anderen. Zij willen tal van dingen weten over wat er rondom hen gebeurd. Ze zullen meer abstract gaan denken
Wat houdt de genitale fase in?
De vijfde en laatste fase van de psychoseksuele fase is de genitale fase. Deze fase kan men beschrijven aan een evolutie van de seksualiteit. Het kind wordt nu volwassen en dus is een orgasme, ejaculatie en zwangerschap mogelijk. De persoonlijkheid van het kind/ volwassene wordt dan omschreven als een persoon die tevreden is met zichzelf als alles optimaal verlopen is.
Leeftijd orale fase
Geboorte tot 1 jaar
Leeftijd anale fase
1 - 3 jaar
Leeftijd fallische of oedipale fase
3 tot 6 jaar
Leeftijd latentie fase
6 - 12 jaar
Leeftijd genitale fasde
12 tot volwassenheid
Wat bestudeerde Jean Piaget?
was een Zwitserse psycholoog die de cognitieve psychologische ontwikkeling van kinderen bestudeerde.
Wat is het uitgangspunt van de cognitieve ontwikkelingstheorie?
datgene wat kinderen bewust kunnen leren en ervaren is afhankelijk van de leeftijdsfase waarin zij zich bevinden.
Piaget onderscheid drie mechanismen waarmee kennis wordt opgedaan
Assimilatie
Accommodatie
Equilibratie
Assimilatie
Assimilatie- aanpassing
Het toevoegen van een waargenomen handeling aan een bestaande structuur. Een kind weet bijvoorbeeld dat zijn sok een kledingstuk is. Als het kind ontdekt dat zijn broeken ook kleding is, zal hij zijn broeken onderbrengen in de structuur van de kleding.
Accommodatie
Accommodatie (aanbrengen van kennis):
Het schema wordt veranderd door middel van assimilatie. De structuur kleding bevat eerst de sokken, nu is het kind er door assimilatie achter gekomen dat broeken ook kledingstukken zijn.
Equilibratie
Equilibratie (onderhouden van kennis);
Door assimilatie en accommodatie worden structuren steeds uitgebreider, je krijgt steeds meer kennis. Om evenwicht te houden tussen assimilatie en accommodatie is equilibratie nodig, oftewel zelfregulatie.
4 fasen Piaget
- sensomotorische stadium
- pre-operationele stadium
- concreet operationele stadium verbanden, maar heeft nog steeds behoefte aan concreet materiaal.
- formeel-operationele stadium
Leeftijd sensomotorische fase
0-2 jaar
Leeftijd pre-operationele stadium
2-7 jaar
Leeftijd concreet operationele stadium
7 tot 11 jaar
Leeftijd formeel-operationele stadium
12 jaar
Kenmerken sensomotorische fase
Ontwikkeling van de zintuigen, tasten, voelen, proeven.
Ontwikkelen van de motoriek
Ontwikkelen van het geheugen
Objectpermanentie is in eerste instantie nog niet ontwikkeld. Voor het kind bestaan objecten niet die zich niet in zijn gezichtsveld bevinden. Aan het einde van deze periode zijn de kinderen wel instaat tot objectpermanentie, mentaal representeren of symbolisch denken
Kenmerken pre-operationele fase
Ontwikkeling van het taalgebruik
Ontwikkeling van de motoriek, vooral de fijne motoriek wordt steeds verder ontwikkeld.
Ontwikkeling van het ik, egocentrisme. Het kind leert dat het een eigen persoon is, een eigen ik heeft
Animisme. Levenloze dingen worden als kind als levend gezien.
Het denken is in het begin van deze periode nog gekenmerkt door egocentrisme en centratie, het zich slechts op een ding tegelijk kunnen richten.
Kenmerken concreet-operationele fase
Ontwikkeling van reversibiliteit. Het begrip dat je een proces in gedachten kunt omdraaien.
Ontwikkeling van decentratie. Het feit dat je, je op meerdere aspecten tegelijk kunt richten.
Ontwikkeling van de logica. De relatie begrijpen tussen tijd, afstand en snelheid.
Kenmerken formeel operationele fase
Het denken kom los van het concrete.
Leren logisch te denken, het leren verbanden te maken en hieruit conclusies te trekken
Wat houdt de theorie van Erikson in?
Theorie over de psychosociale ontwikkeling omvat acht ontwikkelingsstadia. In elk stadium is er een ander specifiek conflict dat opgelost moet worden om door te gaan naar de volgende ontwikkelingsfase.
Welke 8 fasen zijn er in de ontwikkeling van Erikson?
Vertrouwen Autonomie Initiatief Competentie Identiteit Intimiteit Productiviteit Tevredenheid
Leeftijd psychologische ontwikkeling vertrouwen (Erikson)
0- 1,5 jaar
Leeftijd psychologische ontwikkeling autonomie (Erikson)
Autonomie (1,5 – 3 jaar) peutertijd
Leeftijd psychologische ontwikkeling initiatief (Erikson)
- Initiatief (3-6 jaar) kleutertijd
Leeftijd psychologische ontwikkeling competentie (Erikson)
- Competentie (6-13) kindertijd
Leeftijd psychologische ontwikkeling identiteit (Erikson)
Identiteit (13-25 jaar) adolescentie
Leeftijd psychologische ontwikkeling intimiteit (Erikson)
Intimiteit (24-45 jaar) jongvolwassen
Leeftijd psychologische ontwikkeling productiviteit (Erikson)
Productiviteit (45-65 jaar) Middelbare leeftijd
Leeftijd psychologische ontwikkeling tevredenheid (Erikson)
Tevredenheid (vanaf 65 jaar) ouderdom
Wat houdt de theorie van Kohlberg in?
De morele ontwikkeling van kinderen verloopt volgens Lawrence Kohlberg in een aantal stadia. Elk kind doorloopt in eigen tempo alle drie de stadia. Maar hoe ver het komt, is afhankelijk van de eigen ontwikkeling en de stimulans uit de omgeving.
Leeftijd pre-conventioneel stadium (Kohlberg)
0 tot ongeveer 10 à 12 jaar
Leeftijd conventioneel stadium Kohlberg
10 tot 18 jaar
Leeftijd post-conventioneel stadium Kohlberg
Vanaf 18 jaar
Kenmerken vertrouwen (0-1,5 jaar) babytijd
In de prille kindertijd ontstaat de hechting met de moeder. Als die goed verloopt, durven we later in ons leven anderen te vertrouwen. Bij onvoldoende hechting kan het kind angstig en achterdochtig worden.
Kenmerken autonomie (1,5 – 3 jaar) peutertijd
In deze fase leren we onszelf beheersen en zelf dingen voor elkaar te krijgen. Wanneer onze ouders ons teveel beschermen en we zelf te weinig mogen doen, of als we belachelijk worden gemaakt wanneer ons iets niet lukt, krijgen we later in ons leven de neiging snel aan onszelf te twijfelen. Mogelijke andere problemen zijn egocentrisme, agressie, dwangmatig gedrag, terughoudendheid en schaamte over zichzelf.
Kenmerken initiatief (3-6 jaar) kleutertijd
In deze fase leren we zelf initiatief te nemen, een doel stellen en daar naartoe werken. Als onze ouders ons hier niet in aanmoedigen of zelf ontmoedigen, zullen we later in ons leven moeite blijven houden met initiatief nemen. Ook kan het zich later uiteten in een onverantwoordelijk gedrag of juist geremdheid
Kenmerken competentie (6-13) kindertijd
In deze fase leren we allerlei vaardigheden die we nodig hebben om succesvol te kunnen zijn in de maatschappij; niet alleen basale zaken als lezen en schrijven, maar ook verantwoordelijkheid nemen en sociale vaardigheden