Beroepsattitude en communicatie Flashcards

1
Q

Concretiseren

A

Concretiseren is het zoeken naar een zo helder en tastbaar mogelijk beeld van wat er speelt. Dus het verhaal zo duidelijk en zo concreet mogelijk krijgen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Confronteren

A

Een goede confrontatie maakt iets los bij je gesprekspartner: het vergroot zijn zelf accepterend en zelf oplossend vermogen en het leidt tot een zichtbare verbetering in zijn houding, gedrag en resultaten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

3 tips voor confronteren

A
  • Benoem gedragspatronen (deel jouw observaties met de gesprekspartner). Vervolgens kun je diegene vragen of jouw observatie klopt, of zich er in herkent.
  • Benoem discrepanties (je hoort je collega dingen zeggen, maar hij straalt heel wat anders uit of hij verzuimt te doen wat hij belooft. Spreek deze observatie uit).
  • Benoem het effect van gedrag.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Doorvragen

A

Doorvragen doe je door het stellen van kritische vragen. Kritische vragen zijn vragen waarmee je de kennis van een ander bevraagt; vragen stelt bij wat de ander zegt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Gesloten vragen

A

Gesloten vragen stel je alleen om hele specifieke feiten en details te achterhalen. Gesloten vragen beperken de antwoordmogelijkheden van je gesprekspartner. De vragensteller wil feiten afvragen, verwacht een bepaald antwoord en formuleert de vraag zo dat hij controle uitoefent op de keuzemogelijkheden die de gesprekspartner geeft.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Meta communiceren/ hard-op denken

A

Mediacommunicatie is het communiceren over communicatie als zodanig, dat wil zeggen over de toon van de boodschap en de bedoelde onderliggende betekenis en verschillende betrekkingsaspecten hiervan.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Parafraseren

A

Parafraseren is een manier om te laten merken dat je goed luistert. Je herhaalt met andere woorden wat je gesprekspartner heeft gezegd. Het gaat bij parafraseren vooral om de inhoud van wat er gezegd is. Je herhaalt in het kort wat je hebt gehoord, zodat de ander weet hoe zijn verhaal is overgekomen. Hij kan dan beoordelen of hij het goed vertelt heeft, of het klopt, of je het goed begrepen hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Reflecteren

A

Reflecteren lijkt op parafraseren, alleen ligt de nadruk nu op de gevoelswaarde van wat er besproken is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Waar bestaat het adviesgesprek uit?

A

Een adviesgesprek bestaat uit vier fasen. De voorbereiding, de inleiding, de kern en de afronding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Anamnesegesprek

A

Anamnese betekent letterlijk ‘herinnering’. Tijdens een anamnesegesprek stelt de arts je allerlei vragen die belangrijk kunnen zijn bij het stellen van een diagnose of het kiezen van een behandeling.
Je probeert een beeld te vormen van de klachten van patiënten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Klantgesprek

A

Een klantgesprek is een gesprek dat gericht is op het verkennen van klanttaken, -pijnpunten en -voordelen en de bereidheid te betalen.
Oftewel zou de klant of zorgvrager bij jou zijn of haar zorg willen ontvangen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Motiverende gespreksvoering

A

Motiverende gespreksvoering heeft als doel om gedragsverandering bij cliënten op gang te brengen. In de eerste fase staat het ontwikkelen van de motivatie van de cliënt om te veranderen centraal. De tweede fase richt zich op het versterken van de betrokkenheid bij veranderingen en op het ontwikkelen van een plan om de verandering te realiseren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Interpreteren

A

Je interpreteert continu, het betekent dat je betekenis geeft aan de dingen die je waarneemt. Interpretatie is een gevolg van waarnemingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly