DNA trancriptie en translatie Flashcards
Exon
Delen van genen die codes bevatten
Intron
Delen van genen die structuur mee bepalen, maar geen code bevatten
Sense streng
DNA streng waarvan een kopie wordt gemaakt
Template streng
DNA streng die gebruikt wordt om een kopie te maken van de sense streng
mRNA
RNA streng die een kopie is van de sense streng
Brengt genetische info van in de celkern naar het cytoplasma
Splicing
Niet-coderende delen (intronen) wegknippen
Capping
Guaninekapje plaatsen voor de mRNA streng
Beschermt het mRNA streng tegen het cytoplasma en andere delen van de cel
Poly-A staart
Keten van meerdere adenines om einde van mRNA te weergeven
Ribosomaal RNA
Opbouw van ribosomen
Niet coderend
Transfer RNA
Zorgt voor aanvoer en positionering van aminozuren tijdens translatie
Niet coderend
microRNA, siRNA, snRNA, lncRNA
Finetunen genregulatie
Niet coderend
Translatie
Proces van code op mRNA om te zetten in aminozuurketen
mRNA schuift tussen groeve tussen groot en klein deel van ribosoom
House-keeping genen
Vervullen functie van cel
Gereguleerde genen
Komen enkel tot expressie in bepaalde omstandigheden, cellen of organen
Promotor
Stuk DNA vooraan gen dat dient als aan/uitknop voor genexpressie
Bij activatie komt RNA-polymerase