Describe the encoding specificity principle. Flashcards

1
Q

Wat is het retrieval cue?

A

Een retrieval cue is alles wat een persoon (of een dier) helpt om een herinnering op te halen. Dit kunnen stimuli zijn zoals een geur, een liedje, een gebouw, of een vraag tijdens een examen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het encoding specificity principle?

A

Het encoding specificity principle stelt dat elke stimulus die samen met een ervaring wordt gecodeerd, later een herinnering aan die ervaring kan triggeren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe beïnvloedt de context tijdens het coderen de herinnering?

A

De context waarin een item wordt gecodeerd, zoals de kamer, geuren, geluiden, en stemming, wordt samen met het item opgeslagen. Deze context kan later helpen bij het ophalen van de herinnering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is context-dependent memory?

A

Context-dependent memory is een verbetering van het geheugen die optreedt wanneer de ophaalsituatie lijkt op de coderingssituatie. Bijvoorbeeld, het herinneren van informatie beter in dezelfde kamer waar het geleerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat toonde het onderzoek van Smith et al. (1978) aan over contextafhankelijke herinnering?

A

Het onderzoek toonde aan dat deelnemers meer woorden konden herinneren (49 versus 35) wanneer ze werden getest in de kamer waar ze de woorden hadden geleerd, vergeleken met een andere kamer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat demonstreerde het onderzoek met duikers over context-dependent memory?

A

Het onderzoek toonde aan dat duikers die informatie onder water leerden, deze beter onder water herinnerden dan op het land, wat de invloed van fysieke context op het geheugen bevestigt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is state-dependent memory?

A

State-dependent memory is een verbetering van het geheugen die optreedt wanneer de interne toestand van een persoon, zoals stemming of intoxicatie, tijdens het ophalen overeenkomt met de toestand tijdens het coderen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe beïnvloedt stemming het geheugen volgens state-dependent memory?

A

Wanneer je in een goede stemming bent, herinner je je eerder positieve gebeurtenissen, en wanneer je in een slechte stemming bent, komen negatieve herinneringen gemakkelijker naar boven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat toonde het onderzoek van Goodwin et al. (1969) aan over state-dependent memory en intoxicatie?

A

Het onderzoek toonde aan dat wat mensen leren tijdens intoxicatie, gemakkelijker te herinneren is wanneer ze opnieuw geïntoxiceerd zijn dan wanneer ze nuchter zijn, hoewel het niet gegarandeerd is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn de retrieval cues voor contextafhankelijke herinnering en staatafhankelijke herinnering?

A

Fysieke/situationele factoren fungeren als retrieval cues bij contextafhankelijke herinnering, en interne omstandigheden fungeren als retrieval cues bij staatafhankelijke herinnering.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly