Deontologie Flashcards
Wat is volgens Kant echt goed?
Een goede wil. We kunnen veel dingen voor goed aanhouden, maar alleen een goede wil is echt goed.
Wat is de wil volgens Kant?
De wil is het vermogen van de mens om bepaalde beslissingen te nemen en bepaalde handelingen te ondernemen. Daar is de wil verantwoordelijk voor.
Van welke twee werelden is de mens en zijn wil onderdeel?
De fenomenale (zintuiglijke) en de noumenale (verstandelijke) wereld. De wil heeft een ambigue positie: het staat er tussenin.
Waarom zijn de twee werelden niet evenredig?
Het zijn niet twee gelijke werelden. Het menselijk verstand brengt volgens Kant de zintuiglijke wereld tot stand. Als het om theoretische filosofie gaat, heeft het menselijk verstand dus een funderende functie ten opzichte van de zintuiglijke wereld. Het verstand geeft vorm aan de dingen zodat we kennis van de dingen hebben. De verstandelijke wereld heeft een andere wereld dan de zintuiglijke wereld. De verstandelijke wereld is datgene waar de mens het meest overeenkomt met zichzelf. De wil is de plek waar de spanning tussen die twee werelden tot uiting komt.
Door welke wet wordt de noumenale wereld beheerst?
De noumenale wereld wordt beheerst door de wetten van de rede, logica. Dat zijn wetten die vormgeven aan ons denken. Het zijn de formele wetten van hoe we denken. Logisch denken, wat redelijk betekent, is algemeen en formeel. Het is de grondstructuur van de verstandelijke wereld. In de noumenale wereld gaat het om universele geldigheid van de wetten van de rede. We moeten realiseren dat het gaat om een formele geldigheid, die heeft geen inhoud
Door welke wet wordt de fenomenale wereld beheerst?
Door natuurwetten, zoals causaliteit (zwaartekracht). Alles wat we vinden in de fenomenale wereld is een gevolg van een oorzaak. We hebben een gesloten netwerk van oorzaken en werkingen. Daar kun je alle natuurwetten uit herleiden. Kant heeft vooral de fysica van Newton gebruikt.
Hoe wordt de wil aangestuurd door de twee werelden?
Als we naar de noumenale wereld kijken is er eerbied voor de wet. Dat is de beweegredenen. In de fenomenale wereld wordt de wil geleid door drijfveren. Dat is een oorzaak. Denk aan het voorbeeld van het handelen vanuit instincten van dieren. Er is een zintuiglijke prikkel, het beest ziet een vijand en probeert te vluchten, dat is zijn instinct. Dat heeft ook betrekking tot de menselijke wereld, we doen gewoon wat spontaan in ons opkomt.
In welke zin is Kant realistisch?
De wil probeert de gehoorzamen aan de wetmatigheden van de verstandelijke wereld. Maar hij kan zich ook laten leiden door de drijfveren in de zintuiglijke wereld. Allebei spelen een rol in het menselijk handelen. De mens is dus ook duidelijk een burger van de zintuiglijke wereld.
Wat is een hypothetische imperatief?
Het gaat om een als…dan regel. Als je een bepaald doel wilt realiseren moet je zus of zo doen. Als je een doel wilt bereiken, dan moet je zo handelen. Het is een gebiedende wijs: je moet zo handelen. Denk aan Hume: “De rede is de slaaf van de passies.”
Welke twee soorten hypothetische imperatieven zijn er?
- Technische hypothetische imperatieven: met betrekking tot concrete handelingsdoelen. Als je met een computer wilt handelen, dan moet je de computer aansluiten.
- Assertorische hypothetische imperatieven: met betrekking tot geluk. Als je gelukkig wil worden, dan moet je zus of zo doen.
De als in de als…dan regel is een alomvattend doel. Als je succes wil vinden in je beroep, dan wordt het iets algemener. Dat is van minder strikte aard, dan een technische hypothetische imperatief, dat heel eenduidig is.
Wat is zijn maximen?
Subjectieve stelregels die ons in elke situatie zeggen hoe we moeten handelen om onze doelen te bereiken. Maximen berusten op ervaringen. Ze hebben enerzijds de vorm van een hypothetische imperatief, maar berusten anderzijds ook op onze subjectieve preferenties. Volgens Kant bestaat voor elke handeling die we daadwerkelijk uitvoeren een bijbehorende maxime. Let op: Maximen gaan over de inhoud!
Wat is de connectie tussen een maxime en het menselijk handelen?
In elke situatie waarin we bewust handelen is Kant ervan overtuigd dat het altijd door bepaalde maxime wordt gestuurd. Het menselijk handelen is altijd onderworpen aan een bepaalde maxime. Als men vraagt wat de oorzaak van je handelen is, kun je vaak een maxime geven voor je handeling.
Wat is heteronomie?
Als we alleen de maximen volgen in de vorm van een hypothetische imperatief handelen we uit onze de neigingen. Dan onderwerpen we ons aan de natuurwetten van de fenomenale wereld. De wetten die we zelf uitmaken vinden we in de noumenale wereld. Bij de natuurwetten zijn we aan vreemde wetten onderworpen: heteronomie. Mensen zijn volgens Kant vrij om zich los te maken aan de onderwerping van de natuurwetten. De morele kwaliteit van de neiging moet worden getoetst om te bepalen of we volgens die neiging mogen handelen of niet. Dus als we alleen naar de fenomenale wereld kijken dan zien we dat het betekent dat we vanuit neiging handelen. Dat is volgens Kant onderworpen zijn aan een vreemde wet: heteronomie.
Hoe handelt een goede wil?
Niet vanuit de neigingen. Een goede wil handelt niet vanuit vreemde wetten. De neiging speelt echter wel een rol, dat zien we bijv. bij de inhoud van maximen. Maar het mag niet alleen de motivatie zijn om uit neigingen te handelen. Vaak wordt Kant verweten dat hij alleen op de redelijke vermogens richt, maar dat is zeker niet het geval.
Wat betekent autonomie bij Kant?
Als de wil zich aan de universele wetten van de rede onderwerpt, dan is er volgens Kant sprake van autonomie. Dat lijkt in tegenspraak te zijn, aangezien het om universele wetten gaat. Maar het denken en het intelligibele is het meest eigen. Als we volgens de wetten en wetmatigheden handelen, handelen we uit plicht en niet uit neiging. Betekent letterlijk zelfwetgeving. Autonomie impliceert vrijheid. Om ons aan de onderworpenheid van de fenomenale wereld vrij te maken. Dat zou uit neiging zijn, maar daar kunnen we ons uit vrij maken. Als de wil dit doet handelt hij uit eerbied voor de wet en daarmee uit plicht. De mens is vrij. Dus de wil is vrij om zich niet door de natuurwetten te laten bepalen (handelen uit neiging), maar zich aan zijn eigen wet (de universele en formele wetmatigheden van de rede) kan onderwerpen.