Deel 8 Flashcards

Kauw en slikproblemen P28

1
Q

Wat zijn de voordelen van kauwen?

A

Steviger maken van kaakbot
stimuleren doorbloeding weefsels
stimuleren speekselsecretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de prevalentie van kauwproblemen?

A

52% van de de 75+ ers heeft kauw en/of slikproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Oorzaken van kauw- en slikproblemen

A
ontsteking
overbelasting
hoofd-halskanker
verlamming
monddroogte
caries
slecht passende prothese
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn de gevolgen van kauw- en slikproblemen?

A

Terugtrekken uit gemeenschappelijke eetmomenten
beïnvloeden van voedselkeuze
ondervoeding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn risicogroepen voor kauw- en slikproblemen?

A

patiënten met hoofd-halskanker
ouderen zonder eigen tanden
ouderen met spierziekte
mensen met meervoudige beperkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is presbyfagie?

A

Slikproblemen bij normale veroudering
premature lekkage –> veel verslikken
moeite met te vloeibaar en te hard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is primaire presbyfagie?

A

Presbyfagie ontstaan door weefselveroudering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat is secundair presbyfagie?

A

ontstaan door ziekte of trauma

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is dysfagie?

A

een slikstoornis veroorzaakt door een spierziekte of een ziekte door neruologische of oncologische aard. De passage en transport van voeding problemen geeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Kenmerken van dysfagie?

A
Schrapen vaak hun keel
eten langzaam
moeite met doorslikken
gewichtsverlies
borstpijn
slikklachten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn symptomen van dysfagie?

A
hoesten
voedsel loopt uit mond
veranderd eetpatroon
kauwproblemen
moeizame medicatie-inname
ademnood
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn risicogroepen voor dysfagie?

A

ouderen

verstandelijk gehandicapten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Tips bij dysfagie?

A
neus snuiten voor maaltijd
zorg voor tafelgenoot om schrik tegen te gaan
niet praten tijdens eten
neem de tijd
rechtop zitten
eten als je niet te moe bent
eerst doorslikken dan volgende hap
gelijkmatige consistentie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke drank helt bij dysfagie?

A

Vloeibare drank indikken

ijsblokjes maken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welke groente en fruit kan er gegeten worden bij dysfagie?

A

ingedikte soep
groentepurree
vruchtensap
ijsje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke graanproducten kunnen er gegeten worden met dysfagie?

A

Aardappelpuree
beschuit doppen in soep
bindmiddel om gerechten in te dikken (maizena/gelatine)

17
Q

wat betekend FOIS?

A

Functional Oral Intake scale

18
Q

Wat zijn de FOIS niveaus?

A

1 niet orale inname
2 sondevoeding met minimale vochtinname
3 sondevoeding met orale inname
4 volledig orale voeding met 1 consistentie
5 orale inname met verschil consistenties
6 orale voeding zonder specifieke aanpassingen
7 volledig orale voeding

19
Q

Wat is ageusie?

A

niet kunnen proeven

20
Q

parageusie?

A

onjuiste/vervormde smaakgewaarwording

21
Q

Hypergeusie?

A

zeer sterke smaakwaarneming

22
Q

Hypogeusie?

A

verminderde smaakwaarneming

23
Q

dysgeusie?

A

veranderde smaakwaarneming

24
Q

smaakagnosie

A

onvermogen om smaken te herkennen

25
Q

anosmie

A

niet kunnen ruiken

26
Q

paranosmie

A

onjuiste/vervormde reukwaarneming

27
Q

hypernosmie

A

zeer sterke reukzintuigen

28
Q

hyponosmie

A

verlaagde reukzintuig

29
Q

dysnosmie

A

veranderde geurwaarneming

30
Q

reukagnosie

A

onvermogen geuren te herkennen