Deel 4 Flashcards

1
Q

Hoelang moet je een gedrag stellen om te weten of dit effect heeft?

A

Minstens 6 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel procent van de ziektegevallen is gerelateerd aan gedrag?

A

2,5 % genetisch

97,5% gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voedingskeuzes zijn multifactorieel, welke 4 begrippen vallen hieronder?

A
  • Leefomgeving
  • Trends (kinderreclame)
  • Persoonlijke smaakvoorkeuren
  • Economische factoren (minder inkomen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoevaak moet je iets proeven om erachter te komen of je iets lust?

A

Minstens 7 keer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat betekend SES?

A

De positie die iemand inneemt in een sociale hierarchie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het nadeel van kant-en-klare maaltijden?

A

Ze bevatten erg veel zout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Gezonde en goedkoop voedsel, noem voorbeeld van: GRANEN

A

Bruine rijst, havermout

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gezonde en goedkoop voedsel, noem voorbeeld van: GROENTEN

A

Wortel, tomaat, aardappel, diepvriesgroente

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Gezonde en goedkoop voedsel, noem voorbeeld van: FRUIT

A

Appel
Banaan
Diepvriesfruit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Gezonde en goedkoop voedsel, noem voorbeeld van: MELKPRODUCTEN

A

Magere melk

vetvrije melk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Gezonde en goedkoop voedsel, noem voorbeeld van: EIWITTEN

A

Bonen

Eieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe gaat de labeling van de ingredienten lijst?

A
  • In afnemende volgorde van meest aanwezig

- verplicht op voorverpakte levensmiddelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Hoeveel is 1 kcal?

A

4,186 KJ

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar staat GDA voor?

A

Guideline Daily Amounts

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoeveel GDA heeft een man nodig?

A

2500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoeveel GDA heeft een vrouw nodig?

A

2000

17
Q

Wat is tarra gewicht?

A

Wat niet bruikbaar is

VB: verpakking

18
Q

Nettogewicht

A

Gemeten hoeveelheid van iets me aftrek van wat niet nuttig is

19
Q

Wat houdt “ten minste houdbaar tot” in?

A

Dat het dan nog eetbaar is maar kwaliteitsverlies kan zijn.

20
Q

Wat houdt ‘te gebruiken tot’ in?

A

Vanaf dan niet meer eetbaar

21
Q

Wanneer wordt de dag en maand vermeld?

A

Wanneer de houdbaarheid minder dan 3 maanden is

22
Q

Wanneer wordt de maand en jaar vermeld?

A

Wanneer iets tussen de 3-18 maanden houdbaar is.

23
Q

Wanneer wordt alleen het jaar vermeld op de verpakking?

A

Wanneer iets langer dan 18 maanden houdbaar is.

24
Q

Wanneer is een datum niet verplicht?

A
Verse groente, aardappelen, fruit
wijn
alcohol met percentage boven 10%
broodbakerij
keukenzout
kauwgom
25
Q

Wat betekend op de verpakking e?

A

Estimate = Geschatte inhoud = bv 33cl

26
Q

Tips voor budgetvriendelijk winkelen: (6)

A
  • Vergelijk winkels
  • Reclames
  • Maaltijd maken afhankelijk van promoties
  • Boodschappenlijstje
  • Niet winkelen met honger
  • 1 of meer keer per week veggie eten