Deel 4 Flashcards

1
Q

Wat is de globale finaliteit van juridische regels binnen het leerstuk van Corporate
Governance? Leg uit.

A

De globale finaliteit van juridische regels binnen Corporate Governance is het herstellen van equilibrium, oftewel het in evenwicht brengen van de verschillende belangen en spanningsvelden in en rond de onderneming.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Leg de basisstructuur van een gemiddelde vennootschap uit aan de hand van een schema.
Antwoord:

A

De basisstructuur van een gemiddelde vennootschap omvat de volgende componenten:
ˆ Bestuur
ˆ Aandeelhouders
ˆ Management
ˆ Vennootschap
ˆ Schuldeisers zonder zekerheid
ˆ Schuldeisers met zekerheid
ˆ Personeel
ˆ Leveranciers
ˆ Bank
ˆ Obligatiehouders
ˆ Eigen Vermogen (EV)
ˆ Vreemd Vermogen (VV)
ˆ Klanten
Deze onderdelen zijn onderling verbonden en vormen de kern van de vennootschap, waarbij bestuur en management verantwoordelijk zijn voor het dagelijkse bestuur, aandeelhouders eigenaar zijn van het eigen vermogen, en schuldeisers verschillende niveaus van zekerheid hebben.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Leg het verschil uit tussen het niveau van de raad van bestuur en het niveau van het
management. Zijn beide niveau’s ook aanwezig in KMO’s?

A

Het niveau van de raad van bestuur bestaat uit het bestuursorgaan dat strategische beslissingen neemt en toezicht houdt op het management. Het management voert de dagelijkse operaties en
implementatie van strategieen uit. In KMO’s zijn beide niveaus vaak aanwezig, hoewel de structuur eenvoudiger kan zijn en soms bestuur en management samengevoegd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verschil tussen schuldeisers zonder en schuldeisers met een financiele zekerheid? Duid dit onderscheid aan de hand van een voorbeeld.

A

Schuldeisers zonder financiële zekerheid hebben geen specifiek recht op activa van de vennootschap bij faillissement, zoals leveranciers die op rekening hebben geleverd. Schuldeisers met financiele zekerheid hebben wel een recht op specifieke activa, bijvoorbeeld banken die leningen verstrekken met onderpand zoals een hypotheek op bedrijfspanden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het verschil tussen een obligatiehouder en een aandeelhouder?

A

Een obligatiehouder is een schuldeiser van de vennootschap en heeft recht op terugbetaling van de hoofdsom en rente, maar geen eigendomsrechten. Een aandeelhouder is een eigenaar van de
vennootschap en heeft stemrechten en recht op winstuitkeringen, zoals dividenden, maar draagt ook het risico van verliezen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het verschil tussen het eigen vermogen en het vreemd vermogen van een onderneming? Waarom noemen we het eigen vermogen precies ‘eigen’ ? Waar vind je beide vermogens op de balans van de vennootschap?

A

Het eigen vermogen bestaat uit de middelen die de eigenaren in de onderneming hebben ingebracht en die niet terugbetaald hoeven te worden. Het wordt ‘eigen’ genoemd omdat het eigendom is van de aandeelhouders. Het vreemd vermogen bestaat uit leningen en verplichtingen jegens derden die wel terugbetaald moeten worden. Op de balans van de vennootschap staat het eigen vermogen onder het passief gedeelte, samen met het vreemd vermogen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Geef (minstens) 4 redenen waarom het doorgaans bijzonder interessant is om economische activiteiten onder te brengen in een vennootschap. Stip hierbij ook aan op welke
punt er een belangrijk verschil bestaat tussen grote (beursgenoteerde) vennootschappen,
aan de ene kant, en KMO’s, aan de andere kant.

A

Vier redenen om economische activiteiten onder te brengen in een vennootschap zijn:
a) Beperkte aansprakelijkheid (Entity Shielding): Eigenaren zijn niet persoonlijk aansprakelijk.
b) Flexibiliteit van eigendom: Aandelen kunnen worden overgedragen.
c) Belastingvoordelen: Specifieke belastingtarieven voor vennootschappen.
d) Perpetual duration: De vennootschap blijft bestaan ongeacht veranderingen in eigenaarschap.

Een belangrijk verschil tussen grote beursgenoteerde vennootschappen en KMO’s is de mate van regulering en toegang tot kapitaalmarkten. Grote vennootschappen zijn vaak beursgenoteerd en hebben toegang tot een bredere investeerdersbasis, terwijl KMO’s meestal gesloten zijn met een beperkte groep aandeelhouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Geef (minstens) 4 belangrijke nadelen die gepaard gaan met de oprichting van een
vennootschap.

A

Vier nadelen van het oprichten van een vennootschap zijn:
a) Administratieve lasten en papierwerk.
b) Complexiteit van de structuur en regelgeving.
c) Hoge oprichtings- en operationele kosten.
d) Conflicten tussen verschillende stakeholders zoals aandeelhouders, bestuur en schuldeisers.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent ‘Entity Shielding’ ? Leg uit aan de hand van een concreet voorbeeld. Leg
ook het verschil uit met ‘Owner Shielding’.

A

‘Entity Shielding’ betekent dat de vennootschap als aparte rechtspersoon optreedt, waardoor de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap. Bijvoorbeeld, als een BV failliet gaat, zijn de persoonlijke bezittingen van de aandeelhouders beschermd. Het verschil met ‘Owner Shielding’ is dat Owner Shielding verwijst naar de bescherming van de eigenaars door de risico’s te spreiden en hun persoonlijke aansprakelijkheid te beperken, terwijl Entity Shielding de scheiding tussen de vennootschap en haar eigenaren benadrukt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat betekent ‘Capital Lock in’ ? Waarom is dit een logisch principe binnen vennootschappen?

A

‘Capital Lock in’ betekent dat de kapitaalbeleggingen van de aandeelhouders vaststaan binnen de vennootschap en niet vrijelijk kunnen worden opgenomen of teruggevraagd voordat de vennootschap wordt ontbonden. Dit is logisch binnen vennootschappen omdat het zorgt voor stabiliteit van het kapitaal, waardoor de onderneming haar activiteiten kan voortzetten zonder dat aandeelhouders willekeurig hun investeringen terugtrekken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is het precieze verband tussen rechtspersoonlijkheid (Eng. Legal personality), aan
de ene kant, en de nood aan vennootschapsorganen, aan de andere kant (zoals bv. het
bestuursorgaan)? Leg uit.

A

Rechtspersoonlijkheid betekent dat de vennootschap als een afzonderlijke juridische entiteit kan handelen, contracten afsluiten en eigendom bezitten. Dit creeert de noodzaak voor vennootschapsorganen zoals het bestuursorgaan om namens de vennootschap beslissingen te nemen en de dagelijkse leiding te verzorgen. Zonder deze organen zou er geen gestructureerde manier zijn om de activiteiten van de rechtspersoon te beheren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat bedoelen we met de ‘Agency Theory’ ? Pas dit toe op vennootschappen en maak
hierbij desgevallend het onderscheid tussen grote, beursgenoteerde vennootschappen
en KMO’s. Wat betekent de Agency Theory concreet voor je werk als duurzaamheidcoördinator?

A

De ‘Agency Theory’ beschrijft de relatie en mogelijke conflicten tussen aandeelhouders (principals) en het management (agents) van een vennootschap. In grote, beursgenoteerde vennootschappen is deze scheiding duidelijker, wat kan leiden tot meer agency-conflicten door diverse aandeelhoudersinteresses. In KMO’s zijn aandeelhouders vaak ook direct betrokken bij het management, wat agency-conflicten kan verminderen. Voor een duurzaamheidcoördinator betekent dit dat er mogelijk uitdagingen zijn om duurzaamheid binnen het strategische kader van de vennootschap te integreren en te aligneren met de belangen van aandeelhouders.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is rationele apathie? Leg uit in welke situatie deze apathie logischerwijs in sterke
mate zal voorkomen. Welke gevaren zijn er verbonden aan rationele apathie (ook voor
je opdracht als duurzaamheidscoordinator)?

A

‘Rationele apathie’ verwijst naar de situatie waarin aandeelhouders ervoor kiezen om niet actief deel te nemen aan aandeelhoudersvergaderingen of besluitvorming omdat de kosten van participatie opwegen tegen de baten, vooral voor kleine aandeelhouders. Dit komt vaak voor in grote, beursgenoteerde vennootschappen waar individuele aandeelhouders weinig invloed kunnen uitoefenen. Gevaren hiervan zijn onder meer dat belangrijke besluiten zonder brede input worden genomen, wat kan leiden tot suboptimale bedrijfsbeslissingen. Voor een duurzaamheidcoördinator kan dit betekenen dat er minder draagvlak is voor duurzaamheidsinitiatieven als aandeelhouders apathisch zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat betekent ‘Residual Claim’ (in het Nederlands te vertalen als ‘residuaire vordering’)?
Breng dit in verband met de toegiften die een aandeelhouder doet ten aanzien van de
vennootschap en de gunsten die hij hiervoor in ruil ontvangt.

A

‘Residual Claim’ of residuaire vordering betekent dat aandeelhouders recht hebben op de resterende activa van de vennootschap nadat alle schuldeisers zijn betaald in het geval van liquidatie. Dit houdt in dat de toegiften van aandeelhouders – hun kapitaalinvesteringen – behouden blijven in de vennootschap (capital lock in & entity shielding). In ruil ontvangen ze de gunsten zoals zeggenschap, recht op winstuitkeringen en beperkte aansprakelijkheid.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat betekent het begrip ‘Free Float’ ?

A

‘Free Float’ verwijst naar het deel van de aandelen van een vennootschap dat vrij verhandelbaar is op de openbare markt, zonder restricties op overdracht. Deze aandelen zijn beschikbaar voor beleggers buiten het bedrijf en dragen bij aan de liquiditeit van de aandelen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het fundamentele verschil tussen een personenvennootschap en een kapitaalvennootschap? Leg uit aan de hand van een concreet voorbeeld.

A

Het fundamentele verschil tussen een personenvennootschap en een kapitaalvennootschap is dat in een personenvennootschap de eigenaren persoonlijk aansprakelijk zijn voor de schulden van de vennootschap, terwijl in een kapitaalvennootschap de aansprakelijkheid beperkt is tot het ingebrachte kapitaal. Een voorbeeld van een personenvennootschap is een General Partnership, waar partners persoonlijk aansprakelijk zijn. Een voorbeeld van een kapitaalvennootschap is een BV (Besloten Vennootschap), waar aandeelhouders beperkt aansprakelijk zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de belangrijkste kenmerken van een kapitaalvennootschap? Leg deze kenmerken bondig uit.

A

Belangrijke kenmerken van een kapitaalvennootschap zijn:
ˆ Entity Shielding: De vennootschap is een aparte rechtspersoon, waardoor aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk zijn.
ˆ Scheiding kapitaal en leiding: Eigendom (aandeelhouders) is gescheiden van het management (bestuur).
ˆ Owner Shielding: Beperkte aansprakelijkheid voor aandeelhouders, risico’s zijn verspreid.
ˆ Overdraagbaarheid van participaties: Aandelen kunnen vrijelijk worden overgedragen,
wat flexibiliteit in eigendom mogelijk maakt.
ˆ Residual Claim: Aandeelhouders hebben recht op resterende activa na betaling van schuld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat bedoelen we met de Engelstalige uitdrukking ‘Separation of Ownership and Control’ ? Leg uit.

A

‘Separation of Ownership and Control’ verwijst naar het principe waarbij de eigendom van de vennootschap (aandeelhouders) gescheiden is van het bestuur en management die de dagelijkse operaties leiden. Dit scheidt de rollen van eigenaren en beheerders, waardoor aandeelhouders niet direct betrokken zijn bij de operationele beslissingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Leg het precieze verband uit tussen het feit dat de winsten van de vennootschap primair terugvloeien naar de aandeelhouders, enerzijds, en het begrip ‘Residual Claim’,
anderzijds.

A

Het feit dat winsten primair terugvloeien naar de aandeelhouders is direct gerelateerd aan het begrip ‘Residual Claim’. Aandeelhouders hebben het recht op de resterende winst van de vennootschap nadat alle schuldeisers zijn betaald. Dit residual claim betekent dat de winsten uiteindelijk naar de eigenaren gaan, wat hun investering en risico compenseert.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waar situeer je de volgende vennootschapsvormen op het spectrum van de personen- en
kapitaalvennootschappen: Partnership, General Partnership, Limited Partnership, BV,
SRL, CV, COOP, GmbH, Ltd, NV, SA, AG en SE.

A

De vennootschapsvormen gesitueerd op het spectrum:
Personenvennootschappen:
ˆPartnership
ˆGeneral Partnership
ˆLimited Partnership
Gesloten Kapitaalvennootschappen:
ˆBV (Besloten Vennootschap)
ˆSRL (Societe a Responsabilite Limitee)
ˆCV (Commanditaire Vennootschap)
ˆCOOP (Cooperatieve Vennootschap)
ˆGmbH (Gesellschaft mit beschrankter Haftung)
ˆLtd (Limited)
Open kapitaalvennootschappen:
NV (Naamloze Vennootschap)
ˆSA (Societe Anonyme)
ˆAG (Aktiengesellschaft)
ˆSE (Societas Europaea)

20
Q

Welke stakeholder is de grootste begunstigde van de ‘Entity Shielding’ ? Leg uit en
breng dit in verband met ‘Capital Lock in’. Wie is de grootste benadeelde van deze
beide principes en waarom?

A

De grootste begunstigde van ‘Entity Shielding’ zijn de aandeelhouders, omdat hun persoonlijke bezittingen beschermd zijn tegen de schulden van de vennootschap. Dit is in verband met ‘Capital Lock in’, aangezien hun investeringen vaststaan binnen de vennootschap, waardoor hun risico beperkt blijft. De grootste benadeelde van beide principes zijn de schuldeisers, omdat zij bij een faillissement eerst aanspraak moeten maken op de activa van de vennootschap, terwijl de persoonlijke bezittingen van aandeelhouders beschermd zijn en het kapitaal vastzit.

21
Q

Leg uit hoe door ‘Owner Shielding’ de risico’s verbonden aan de vennootschapsactiviteiten verschuiven van de aandeelhouders naar de schuldeisers van de vennootschap.

A

Door ‘Owner Shielding’ zijn de aandeelhouders niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de vennootschap, waardoor de risico’s van de bedrijfsactiviteiten niet op hen vallen. In plaats daarvan dragen de schuldeisers het risico dat de vennootschap haar verplichtingen niet kan nakomen. Hierdoor verschuiven de risico’s van de aandeelhouders naar de schuldeisers, die mogelijk verliezen lijden bij een faillissement.

22
Q

Geef (minstens) 2 redenen waarom de wetgever ‘Owner Shielding’ voorziet voor de
meest voorkomende vennootschapsvormen.

A

Twee redenen waarom de wetgever ‘Owner Shielding’ voorziet zijn:
a) Beperkte aansprakelijkheid: Het stimuleert investeringen doordat eigenaren niet persoonlijk aansprakelijk zijn voor zakelijke schulden, wat het risicobereidheid verhoogt.
b) Economische stabiliteit: Het beschermt persoonlijke bezittingen van aandeelhouders, waardoor vennootschappen gemakkelijker kapitaal kunnen aantrekken en economische groei bevorderen.

23
Q

Wat is het verband tussen ‘Capital Lock in’ en de beperkte aansprakelijkheid van de
aandeelhouders van de vennootschap?

A

‘Capital Lock in’ houdt in dat de investeringen van aandeelhouders vaststaan in de vennootschap en niet gemakkelijk kunnen worden teruggetrokken. Dit versterkt de beperkte aansprakelijkheid omdat aandeelhouders hun kapitaal risiceren binnen de vennootschap, terwijl hun persoonlijke bezittingen beschermd blijven. Hierdoor zijn aandeelhouders alleen financieel blootgesteld tot het bedrag van hun investering, wat samenhangt met beperkte aansprakelijkheid

24
Q

Hoe bepalen we in een vennootschap het exacte stemgewicht van een aandeelhouder?

A

Het exacte stemgewicht van een aandeelhouder in een vennootschap wordt bepaald door het aantal aandelen dat hij bezit ten opzichte van het totale aantal uitstaande aandelen. Meer aandelen geven een groter stemgewicht bij beslissingen op aandeelhoudersvergaderingen.

25
Q

Waarom is het onderscheid tussen een meerderheids- en minderheidsaandeelhouder in
vennootschappen zo cruciaal? Leg uit.

A

Het onderscheid tussen meerderheids- en minderheidsaandeelhouders is cruciaal omdat meerderheidsaandeelhouders de controle over de vennootschap kunnen uitoefenen door hun stemrecht, terwijl minderheidsaandeelhouders beperkte invloed hebben. Dit verschil beınvloedt de besluitvorming en kan leiden tot belangenconflicten, waarbij de rechten en bescherming van minderheidsaandeelhouders belangrijk zijn om hun belangen te waarborgen.

26
Q

Wat is een controlerend aandeelhouder? Leg uit en leg hierbij het verband met rationele
apathie.

A

Een controlerend aandeelhouder is een aandeelhouder of groep aandeelhouders die voldoende aandelen bezit om beslissingen binnen de vennootschap te domineren. Dit kan leiden tot rationele apathie bij minderheidsaandeelhouders, die ervoor kiezen om niet actief deel te nemen aan aandeelhoudersvergaderingen omdat hun stem weinig invloed heeft op de uitkomsten, gezien de dominatie van de controlerende aandeelhouder.

27
Q

Is een ongunstige beurskoers altijd nefast voor een controlerende aandeelhouder? Leg uit.

A

Nee, een ongunstige beurskoers is niet altijd nefast voor een controlerende aandeelhouder. Als de controlerende aandeelhouder een groot deel van de aandelen bezit, kan hij de koers zelf beınvloeden door strategische beslissingen te nemen. Bovendien kan de controlerende aandeelhouder waarde creeren via interne strategieen die niet direct weerspiegeld worden in de beurskoers.

28
Q

Wat is een ‘geknelde aandeelhouder’ ? Leg uit aan de hand van een voorbeeld. Kan je
ook een geknelde aandeelhouder zijn in een beursgenoteerde vennootschap? Op welke
manier heeft de positie van een geknelde aandeelhouder mogelijks impact op jouw werk
als duurzaamheidscoordinator?

A

Een ‘geknelde aandeelhouder’ is een minderheidsaandeelhouder die geen invloed kan uitoefenen op de besluitvorming binnen de vennootschap, vaak doordat de meerderheid de controle heeft. Bijvoorbeeld, in een BV met een controlerend aandeelhouder die alle strategische beslissingen neemt, kan een klein aandeelhouder geen veranderingen afdwingen. In een beursgenoteerde vennootschap kan men ook een geknelde aandeelhouder zijn, vooral als de aandelen verspreid zijn en geen enkele partij een significante meerderheid heeft. Dit kan de positie van een duurzaamheidscoordinator beınvloeden doordat het moeilijker kan zijn om duurzame initiatieven door te voeren zonder brede aandeelhoudersondersteuning.

29
Q

Is de volgende stelling juist of fout (en, vooral, leg uit waarom): ‘Het agency-conflict
tussen bestuur en aandeelhouders zal ten volle spelen in beursgenoteerde vennootschappen’.

A

De stelling is juist. In beursgenoteerde vennootschappen is er een duidelijke scheiding tussen aandeelhouders (eigenaars) en het bestuur (management), wat de kans op agency-conflicten vergroot. Het bestuur kan beslissingen nemen die niet volledig in lijn zijn met de belangen van de aandeelhouders, waardoor het agency-conflict tussen beide partijen prominent aanwezig is.

30
Q

In welke mate is het onderscheid tussen personen- en kapitaalvennootschappen relevant
voor het spanningsveld tussen aandeelhouders en bestuurders? Breid je antwoord op
voorgaande vraag ook uit naar KMO’s.

A

Het onderscheid tussen personen- en kapitaalvennootschappen is relevant omdat in kapitaalvennootschappen de scheiding tussen aandeelhouders en bestuurders groter is, wat het spanningsveld en potentiele agency-conflicten vergroot. In personenvennootschappen, zoals KMO’s, zijn aandeelhouders vaak ook direct betrokken bij het management, wat het spanningsveld vermindert. Hierdoor zijn agency-conflicten in kapitaalvennootschappen meer prominent, terwijl in KMO’s de belangen meer direct kunnen worden afgestemd.

31
Q

Welke oplossingen bestaan er om het spanningsveld tussen aandeelhouders en bestuurders terug in evenwicht te brengen? Leg uit.

A

Oplossingen om het spanningsveld tussen aandeelhouders en bestuurders terug in evenwicht te brengen omvatten:
ˆ Onafhankelijke bestuurders: Het benoemen van bestuurders die niet direct verbonden zijn aan de aandeelhouders om objectieve beslissingen te waarborgen.
ˆ Gescheiden besturen: Het hanteren van een Two Tier Board, met een Raad van Toezicht die het management controleert.
ˆ Speciale comites: Zoals finance, remuneratie en governance comites die toezicht houden op specifieke aspecten van het bestuur.
ˆ Corporate governance regels: Zoals transparantie en rapportageverplichtingen om verantwoording af te leggen aan aandeelhouders.

32
Q

Wat is het verschil tussen een One Tier Board en een Two Tier Board? Breng dit
onderscheid in verband met het spanningsveld tussen aandeelhouders en bestuurders.
In welke mate heeft dit onderscheid impact op je werk als duurzaamheidscoordinator?

A

Een One Tier Board bestaat uit een bestuursgraad waarin zowel de directieraad (management) als toezichthouders samen in een raad zitten. Een Two Tier Board heeft twee aparte raden: een Raad van Toezicht die toezicht houdt op de directieraad en het management. Dit onderscheid beinvloedt het spanningsveld tussen aandeelhouders en bestuurders doordat een Two Tier Board extra controlemechanismen biedt, wat agency-conflicten kan verminderen. Voor een duurzaamheidscoordinator kan een Two Tier Board meer structurele ondersteuning bieden voor duurzaamheid initiatieven, doordat er een aparte toezichthoudende laag is die toezicht kan houden op duurzaamheidsprestaties.

33
Q

Geef (minstens) 3 juridische mechanismen weer die gebruikt worden om het spanningsveld tussen de vennootschap en haar schuldeisers terug in evenwicht te brengen. Leg
deze mechanismen bondig uit.

A

Capital Lock in: Het vastzetten van aandeelhouderskapitaal binnen de vennootschap om continuiteit te waarborgen.
ˆ Residual Claim: Aandeelhouders hebben een residuaire claim op de activa na betaling van
schuldeisers, wat de positie van schuldeisers beschermt.
ˆ Entity Shielding: De vennootschap als aparte rechtspersoon beschermt schuldeisers doordat zij zich op de activa van de vennootschap moeten verhalen en niet op persoonlijke bezittingen van aandeelhouders.

34
Q

Wat is een financieel plan en waartoe dient de wettelijke verplichting om bij oprichting
van vennootschappen dergelijk plan op te maken? Breng dit in verband met het begrip
‘Owner Shielding’.

A

Een financieel plan is een gedetailleerd overzicht van de financiele doelstellingen, middelen en verplichtingen van een vennootschap. De wettelijke verplichting om bij oprichting een financieel plan op te maken dient om transparantie te waarborgen en schuldeisers te beschermen door de financiele gezondheid en duurzaamheid van de vennootschap te evalueren. Dit is in verband met ‘Owner Shielding’ omdat een degelijk financieel plan bijdraagt aan de stabiliteit van de vennootschap, waardoor de beperkte aansprakelijkheid van aandeelhouders effectief blijft en schuldeisers beter beschermd zijn.

35
Q

Hoe functioneert de bestuurdersaansprakelijkheid als een belangrijke bescherming van
de schuldeisers van de vennootschap? Welke rol kan de duurzaamheidscoordinator hier
desgevallend in spelen?

A

Bestuursaansprakelijkheid zorgt ervoor dat bestuurders persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gehouden voor onzorgvuldig of frauduleus handelen, wat de schuldeisers beschermt door de betrouwbaarheid en verantwoordelijkheid van het bestuur te waarborgen. Een duurzaamheidscoordinator kan hierin een rol spelen door te zorgen dat duurzaamheidsdoelstellingen worden geıntegreerd in de bedrijfsvoering, wat bijdraagt aan de langetermijnstabiliteit en vermindert het risico op financiele risico’s die kunnen leiden tot aansprakelijkheid.

36
Q

Leg uit hoe de ‘50%+1 drempel’ op het niveau van de aandeelhouders functioneert als
een kritische drempel die de kwetsbaarheid toont van een minderheidsaandeelhouder in
een vennootschap.

A

De ‘50%+1 drempel’ betekent dat meer dan de helft van de stemmen nodig is om besluiten te nemen op aandeelhoudersvergaderingen. Dit vormt een kritische drempel omdat het meerderheidsaandeelhouders in staat stelt beslissingen te nemen zonder instemming van minderheidsaandeelhouders. Hierdoor zijn minderheidsaandeelhouders kwetsbaar omdat zij geen invloed kunnen uitoefenen op beslissingen die de vennootschap beınvloeden.

37
Q

Heeft een minderheidsaandeelhouder dezelfde rechten in een vennootschap als een meerderheidsaandeelhouder? Leg uit en geef (minstens) 3 voorbeelden van dergelijke rechten.

A

In principe hebben minderheidsaandeelhouders dezelfde wettelijke rechten als meerderheidsaandeelhouders, maar in de praktijk hebben ze vaak minder invloed. Voorbeelden van rechten zijn:
a) Recht op informatie: Minderheidsaandeelhouders kunnen informatie opvragen over de vennootschap.
b) Recht om AVA bijeen te roepen: Ze kunnen een Algemene Vergadering van Aandeelhouders bijeenroepen.
c) Recht op dividend: Ze hebben recht op een deel van de winstuitkering, zoals dividenden.

38
Q

Welk orgaan van de vennootschap beslist over de winstuitkering (in de vorm van dividenden en/of tantiemes) en hoe komt deze beslissing tot stand? Wat betekent dit voor
de positie van de minderheidsaandeelhouder?

A

Het orgaan dat beslist over de winstuitkering is de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AVA), vaak op voorstel van het bestuur. De AVA stemt over het voorstel voor dividenden. Voor minderheidsaandeelhouders betekent dit dat hun recht op winstuitkering wordt gegarandeerd, maar ze hebben mogelijk weinig invloed op de beslissing als de meerderheid tegen is.

39
Q

Welke plichten heeft een aandeelhouder in een vennootschap? Leg uit.

A

Een aandeelhouder heeft de plicht om zijn beloofde kapitaalinbreng volledig te storten in de vennootschap. Dit betekent dat zij het kapitaal dat zij zich hebben verplicht te investeren, daadwerkelijk leveren, zodat de vennootschap over de benodigde middelen beschikt voor haar activiteiten.

40
Q

Welke 2 soorten mechanismen kunnen we hanteren om de positie van de minderheidsaandeelhouder te versterken? Wat is het verschil tussen beide in het licht van de positie van de minderheidsaandeelhouder?

A

Antwoord:
De twee soorten mechanismen zijn:
a) Wettelijke mechanismen: Deze omvatten rechten zoals informatierechten, het recht om AVA
bijeen te roepen, en bescherming tegen misbruik door meerderheidsaandeelhouders.
b) Contractuele mechanismen: Deze zijn vastgelegd in de statuten of aandeelhoudersovereenkomsten, zoals vetorechten, exitregelingen en preferente dividenden.

Het verschil is dat wettelijke mechanismen door de wet worden gegarandeerd en universeel van toepassing zijn, terwijl contractuele mechanismen specifiek zijn voor de vennootschap en alleen van toepassing zijn als alle partijen hiermee akkoord gaan.

41
Q

Wat is het effect van een ‘gekwalificeerde meerderheid’ (een zgn. ‘drempelpercentage’)
van uit te brengen stemmen op de positie van een minderheidsaandeelhouder. Leg uit
aan de hand van een concreet voorbeeld.

A

Een ‘gekwalificeerde meerderheid’ vereist dat een voorstel wordt goedgekeurd met een hoger percentage dan de gewone meerderheid, bijvoorbeeld 2/3 van de stemmen. Dit versterkt de positie van minderheidsaandeelhouders omdat belangrijke beslissingen niet zomaar door een gewone meerderheid kunnen worden afgedwongen. Bijvoorbeeld, een wijziging van de statuten kan vereisen dat ten minste 66% van de stemmen instemt, waardoor een minderheidsaandeelhouder kan samenwerken met andere aandeelhouders om een voorstel te blokkeren dat zij nadelig achten.

42
Q

Waarom kan de invoering van statutaire bijzondere meerderheden (op niveau van de
algemene vergadering van aandeelhouders en op bestuursniveau) de positie van de minderheidsaandeelhouder beduidend versterken? En wat is het grote nadeel van de invoering van dergelijke statutaire bijzondere meerderheden?

A

Het invoeren van statutaire bijzondere meerderheden versterkt de positie van minderheidsaandeelhouders doordat belangrijke besluiten hogere stempercentages vereisen, wat hun mogelijkheid vergroot om invloed uit te oefenen. Het nadeel is dat het de besluitvorming kan vertragen of gridlock kan veroorzaken, doordat meer consensus nodig is om besluiten te nemen, wat efficientie kan verminderen.

43
Q

Cooperatieve vennootschappen worden gekenmerkt door een dubbele transactieverhouding. Wat betekent dit? Leg uit aan de hand van een voorbeeld.

A

Een dubbele transactieverhouding betekent dat er zowel een relatie is tussen de cooperatie en haar leden (bijvoorbeeld producenten of klanten) als tussen de leden onderling. Bijvoorbeeld, in een landbouwcooperatie leveren boeren hun producten aan de cooperatie en ontvangen in ruil korting of restorno gebaseerd op hun afname. Tegelijkertijd hebben de leden invloed op het bestuur van de cooperatie, wat een interactie tussen de leden zelf inhoudt.

44
Q

Wat zijn de basisprincipes van het cooperatief ondernemen? Leg uit aan de hand van
een voorbeeld. Geef aan welke weerslag deze cooperatieve basisprincipes hebben op de
3 spanningsvelden uit het Corporate Governance leerstuk.

A

De basisprincipes van cooperatief ondernemen zijn:
a) Member ownership: Leden bezitten gezamenlijk de cooperatie en dragen bij met kapitaal.
b) Member control: Leden hebben zeggenschap over de cooperatie, vaak via een democratisch
stemrecht.
c) Member benefit: De voordelen van de cooperatie worden verdeeld op basis van gebruik in plaats van kapitaal. Een voorbeeld is een consumentencooperatie zoals een supermarkt waarbij leden korting ontvangen op basis van hun aankopen.
Deze principes beınvloeden de spanningsvelden door de focus op samenwerking en gedeelde belangen, waardoor conflicten tussen aandeelhouders en bestuurders minder prominent zijn en de belangen van de leden centraal staan.

45
Q

Stelling: Het agencyconflict tussen bestuur en aandeelhouders is weinig waarschijnlijk in vennootschappen waar de aandeelhouders onbeperkt aansprakelijk zijn.

A

De stelling is juist.
Bij vennootschappen met onbeperkte aansprakelijkheid zijn aandeelhouders vaak nauw betrokken bij het bestuur en de dagelijkse werking van de onderneming. Dit komt doordat hun persoonlijke aansprakelijkheid hen aanmoedigt om actief controle uit te oefenen en toezicht te houden, wat het agencyconflict minimaliseert. Het agencyconflict ontstaat immers door een scheiding tussen eigendom en bestuur, wat minder speelt bij onbeperkte aansprakelijkheid

46
Q

Stelling: In een gemiddelde KMO heeft een ontevreden aandeelhouder de keuze tussen Exit en Voice.

A

De stelling is juist.
In een KMO kunnen aandeelhouders kiezen voor:

Exit: Verkoop van hun aandelen. In een KMO is dit echter vaak beperkt door een minder liquide markt en contractuele afspraken (zoals goedkeuringsclausules).
Voice: Het gebruik van hun rechten, zoals stemrecht op de algemene vergadering (AVA), of het aankaarten van hun ontevredenheid rechtstreeks bij het bestuur​.

Hoe omgaan met een ontevreden aandeelhouder als duurzaamheidscoördinator?
Actieve dialoog: Regelmatig overleg om zorgen te begrijpen en mogelijke oplossingen te bespreken.
Transparantie: Open communicatie over duurzame initiatieven en de langetermijnwaarde ervan.
Participatie: Betrek aandeelhouders bij strategische beslissingen rond duurzaamheid.
Educatie: Informeer over de voordelen van duurzaamheid voor de financiële prestaties en risicobeheersing.

47
Q

Vraag: Welke toegiften doet een aandeelhouder ten aanzien van de vennootschap waarvan hij aandelen koopt? Welke gunsten ontvangt hij hiervoor in ruil?

A

Toegiften:

Inbreng vastzetten: Aandeelhouders brengen kapitaal in dat vastzit in de vennootschap tot ontbinding (capital lock-in en entity shielding).
Achterstelling: Aandeelhouders worden pas uitbetaald na schuldeisers (residual claim).
Delegatie van zeggenschap: Macht en beslissingen worden gedelegeerd aan het bestuur (separation of ownership and control)​

Gunsten:

Zeggenschap: Recht om te stemmen op de AVA (voice) en bij ontevredenheid eventueel aandelen te verkopen (exit).
Winstuitkering: Recht op dividenden als de vennootschap winst maakt.
Beperkte aansprakelijkheid: Aandeelhouders verliezen enkel hun inbreng, niet hun privévermogen (owner shielding)​
.
Link met spanningsvelden:

Bestuur-Aandeelhouder: Aandeelhouders vertrouwen het bestuur, maar er is risico op agencyconflicten.
Aandeelhouder-Schuldeiser: Residual claim maakt aandeelhouders risicotolerant, maar kan conflicteren met schuldeisers die meer zekerheid willen.
Minderheids- vs. meerderheidsaandeelhouder: Minderheidsaandeelhouders hebben zeggenschapsrechten, maar hun invloed kan beperkt zijn door de macht van meerderheidsaandeelhouders.
Concrete voorbeelden:

Een meerderheidseigenaar kan hogere dividenden pushen (kortetermijnfocus), terwijl duurzaamheid en investeringen (langetermijnfocus) gebaat zijn bij herinvestering.
Een duurzaamheidscoördinator kan spanningen verminderen door alle partijen te laten zien hoe duurzaamheid zowel winstgevend als maatschappelijk verantwoord is.