deel 4 Flashcards

1
Q

wat is kenmerkend aan nitraat

A

de stof komt van nature voor in drinkwater en groenten. Het is nauwelijks schadelijk voor mensen, alleen in grote hoeveelheden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waar is de hoeveelheid nitraat afhankelijk van

A

groenteras, kunstmest en hoeveelheid daglicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wanneer is nitraat schadelijk?

A

als het omgezet word naar nitriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wanneer word nitraat omgezet in nitriet

A

bij het verhitten van groente en door de bacteriën in het maagdarm kanaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom is nitriet schadelijk voor de gezondheid?

A

het zuurstofgehalte in het bloed kan verminderd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wanneer worden nitrosamines gevormd

A

als nitriet met bepaalde eiwitten reageren (eiwitten uit vis, schaal- en schelpdieren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

waarom zijn nitrosamines schadelijk

A

omdat het kankerverwekkend is. door binding aan erfelijk materiaal van mensen kunnen nitrosamines uiteindelijk tumoren veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat waren de voedingsadviezen wat betreft nitraat van het voedingscentrum tot 2014

A

niet vaker dan 2x per week nitraatrijke groenten

combineer geen vis met nitraatrijke groenten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn de adviezen van het voedingscentrum na 2014

A

na een afweging van de voor- en nadelen zijn de adviezen komen te vervallen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waarom zijn de adviezen komen te vervallen?

A
  • de risico’s van nitraatrijke groenten eten zijn vrij laag

- de voordelen van groente en fruit eten is veel groter dan de nadelen van nitriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn de nieuwe adviezen met betrekking tot nitraat vanuit het voedingscentrum

A
  • flesvoeding voor baby’s niet bereiden uit water van privébronnen
  • nitraatrijke sportsupplementen als bietensap niet dagelijks.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wanneer ontstaan dioxines en dioxine achtige pcb’s

A

bij verbrandingsreacties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is een acuut effect van de dioxines

A

chlooracné

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waarom zijn dioxines en dioxine achtige pcb’s schadelijk?

A

op lang termijn kankerverwekkend, en ze accumuleren in vet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waarmee worden dioxines weergegeven

A

picogram

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is de TWI van dioxines en dioxine achtige pcb’s

A

2 picagram per kg lichaamsgewicht

17
Q

zijn dioxines en dioxine achtige pcb’s een initiator of promotor

A

promotor (zorgt voor groei van cellen, je krijgt een tumor)

18
Q

wat is kenmerkend aan dioxines

A
  • persistent (moeilijk af te breken)
  • hecht aan kleideeltjes, verspreid over water en land
  • ophoping vetweefsel
  • inname voedsel 90% en inademing 10%
  • dioxine in voedsel daalt (10x minder dan 30 jaar terug)
19
Q

welke producten hebben een hoog risico op dioxines?

A

dierlijke producten met een hoog vetgehalte als leverproducten, vette vis, vet vlees, eieren, room, kaas, oliën en vetten.

20
Q

welke producten hebben een laag risico op dioxines?

A

vollegronds groenten en fruit

21
Q

wanneer krijg je acrylamide

A

bij maillardreacties. een asparagine en een reducerende suiker is nodig. acrylamide ontstaat tussen de 120 en 150 graden. weinig vocht is een snellere reactie

22
Q

wat is een maillardreactie

A

tussen de 140 en 165 graden. reducerende suikers zijn nodig en aminozuren. amadoriproducten ontstaan

23
Q

waarom is acrylamide gevaarlijk

A

het is kankerverwekkend

24
Q

is acrylamide een promotor of initiator

A

initiator

25
Q

bij welke producten ontstaan acrylamide

A

zetmeelrijke producten: aardappelproducten, brood, ontbijtgranen, koek, biscuit, beschuit, crackers, gebrande koffieproducten, en in baby en peutervoeding pruimen (en tabaksrook)

26
Q

weetje: in ieder product wordt een ander aantal acrylamide gevormd. ook binnenin productgroepen

A

.

27
Q

wat is het ALARA principe?

A

As Los As Reasonably Achievable

28
Q

waar kan je met het ALARA principe rekening mee houden?

A
  • in de teelt met rassen en methoden
  • in de receptuur producten met minder aspargine en suiker
  • in het proces en bij de consument milde verhitting. dit mag niet leiden tot microbiologische risico’s.
29
Q

hoe word eten zonder risico’s zo veel mogelijk gestimuleerd

A
  • er zijn voedselveiligheidsystemen opgesteld en bedrijven zijn wettelijk verplicht een veiligheidsplan op te stellen.
  • veel bedrijven hebben kwaliteitsmanagement (iemand die zich bezighoud met voedselveiligheid en kwaliteit)
30
Q

wat kan je zelf doen om veilig te eten

A
  • gevarieerd eten
  • groente en fruit goed wassen
  • seizoensgewassen eten
  • eten van orgaanvlees beperken
  • vers eten, niet kant en klaar
  • ecologisch geteelde producten eten
  • letten op bruinkleuring