deel 1 Flashcards

1
Q

Waaruit bestaat de classificatie van toxische stoffen?

A
  • mate van gezondheidsschade
  • in welke delen van het lichaam de toxische stoffen zich bevinden na blootstelling
  • aanwezigheid in voedsel
  • acute of chronische effecten
  • locatie in het lichaam waar het schadelijk effect heeft
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe giftiger de stof…

A

hoe minder je van de stof nodig hebt om dood te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat betekend LD50

A

acute letale dosis. iemand van 75 kg heeft dan 50% kans op overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke verontreinigingen zijn van nature aanwezig

A

mycotoxinen, fytoxinen, marine biotoxinen, allergenen, nitraat / nitriet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Welke verontreinigingen zijn aanwezig door milieuverontreinigingen

A

zware metalen, dioxines, pcb’s, en dioxine achtige pcb’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke verontreinigingen worden bewust toegevoegd

A

bestrijdingsmiddelen, additieven, diergeneesmiddelen en hormonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

welke verontreinigingen zijn aanwezig door industriële processen

A

arcylamide, PAK’s, transvetzuren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

welke verontreinigingen zijn aanwezig door contactoppervlakken

A

Bisfenol A, minerale oliën en vinylchloride

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat zijn fytoxinen

A

toxische stoffen aanwezig vanuit een plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

waaruit kun je fytoxinen opdelen en waar zitten ze in

A

glycoalkaloïden, onrijpe aardappel zit solanine in
cyanogene glucosiden, bijv abrikozenpit. word in het lichaam omgezet tot cyaan.
lectine, rauwe sperzieboon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat zijn mycotoxinen

A

toxinen geproduceerd door schimmels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is kenmerkend aan mycotoxinen

A

ze zijn zeer stabiel en hittebestendig. het beste kan je producten optijd oogsten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat zijn voorbeelden van mycotoxinen

A

alfatoxine, kankerverwekkend

ochratoxine, schade aan zenuwstelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is kenmerken aan marien biotoxine (fycotoxinen)

A

het word geproduceerd door organismen die in veel water voorkomen, zoals algen. Schelpdieren kunnen hierdoor vergiftigd raken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

welke ziektes kun je krijgen als je vergiftigde schelpdieren eet?

A

PSP-verlammingsverschijnselen
ASP-geheugenverlies
NSP-aantasting zenuwstelsel
DSP-maagdarmklachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

helpt koken bij fycotoxines

A

nee, wel bij PSP

17
Q

wat zijn acute effecten

A

toxische effecten waar je relatief een korte periode last van hebt. het effect merk je snel. vb: maagklachten

18
Q

wat zijn chronische effecten

A

toxische effecten die je over een langere periode hebt het effect merk je pas na een lange periode. vb: kanker

19
Q

wat is xenobioticum

A

lichaamsvreemde stoffen

20
Q

wat zijn de drie fasen van vergiftiging

A
  1. blootstelling, expositie. bijv iets toxisch eten.
  2. toxico kinetische processen. (kinetiek is verplaatsen) dit proces is de opname, verdeling, biotransformatie (activatie en detoxifatie) en excretie.
  3. toxico dynamische processen. Dit is de toxificatie. de toxine bind zich aan de receptor.
21
Q

hoe ontstaat de naam van een toxine

A

een toxine kan worden genoemd waar het schade aanbrengt. lever=hepatotoxisch en nier is nefrotoxisch en zenuwstelsel is neurotoxisch en bloed is hematoxisch

22
Q

welke soorten reacties kunnen ontstaan bij detoxifatie

A

glucuronidering, methylatie, sulfonering

23
Q

hoe kun je classificeren op wat de toxine schade aanricht

A

x Mate van gezondheidsschade: Wat is het biochemisch effect in de cel?

  • Beschadigt DNA (carcinogeen)
  • Oxideert lipiden (membraanschade)
  • reageert met eiwitten
24
Q

wat verstaan we in toxicologie onder gevaar

A

potentieel gevaar van een stof (hazard)

25
Q

wat verstaan we in toxicologie onder risico

A

kans dat een negatief effect zal optreden (risk)

26
Q

wat is een risk assesment

A

proces waarbij het gevaar, blootstelling en risico bepaald worden.

27
Q

hoe verlaten toxische stoffen het lichaam

A

deels via de nieren door de urine.

28
Q

toxine dat werkt op embryo / foetus heet

A

teratogeerd

29
Q

wanneer vind biotransformatie plaats

A

als de toxine is opgenomen in het maagdarmkanaal en via de poortader naar de nieren

30
Q

wat is fase 1 van de biotransformatie

A

-hydrolyse en oxidatie leidt tot extra reactieve tussenproducten. hiervoor zijn antioxidanten. Omzetting tot meer polaire stoffen = hogere reactiviteit en meer toxisch. vb hydroxylering: benzeen naar fenol en afbraak paracetemol

31
Q

Wat is fase 2 van biotransformatie

A

stoffen worden verder omgezet door het conjugatiereacties (bio-inactivatie). conjugatie = aan een giftige stof word wateroplosbare groepen worden gekoppeld. dit maakt de stof inactief en niet meer toxisch. hierna word het uitgescheiden. vb: billirubine en afgifte aan gal.

32
Q

reminder leer schema

A

.