Deel 3 - seksuologie Flashcards
Hoe veel % van de NL mannen heeft last van minimaal 1 seksuele dysfunctie? Wat is de risicogroep?
11%, mannen > 70 jaar
Hoe veel % van de NL vrouwen heeft last van minimaal 1 seksuele dysfunctie? Wat is de risicogroep
15%, vrouwen < 25 jaar
Waardoor kan bij een chronische ziekte het seksleven door worden beïnvloed?
- De ernst van de ziekte
- De duurt van de ziekte
- Het aanpassingvermogen van het vrijpatroon aan de beperkingen
- De afwezigheid van knellende normen en waarden
- Of het mogelijk is om te praten over angsten, onzekerheden en wensen
Waar hangt de tevredenheid met het seksleven bij een chronische ziekte niet mee samen en waar wel mee?
Het hangt niet samen met hoe vaak partners geslachtsgemeenschap hebben, maar wel met andere vormen van intimiteit en lichamelijkheid.
Wat valt onder het biologisch deel van het biopsychosociaal model?
leeftijd, gezondheid, medicatiegebruik
Wat valt onder het psychologisch deel van het biopsychosociaal model?
persoonlijkheid, psychische problemen, omgaan met seksualiteit, verwachtingen en normen en waarden
Wat valt onder het sociale deel van het biopsychosociaal model?
cultuur, religie, relatie en opvoeding
Waar staat LOOPSS voor binnen diagnostiek van seksuele klachten?
L: Libido (waarin).
O: Opwinding (waardoor).
O: Orgasme
P: Pijn
S: Spierspanning
S: Satisfactie
Wat kan er veranderd zijn aan het libido binnen het LOOPSS model?
Deze kan verminderd zijn, er kan tegenzin zijn, maar het kan ook juist overmatig zijn.
Wat vraag je uit bij de opwinding bij het LOOPSS model?
Hier vraag je de mate, het ontstaan, de duur van de opwinding en bij vrouwen de lubricatie uit.
Wat kan er aan de hand zijn met het orgasme binnen het LOOPSS model?
Deze kan niet, voortijdig, vertraagd, retrograad of anhedonisch voorkomen
Wat vraag je uit bij pijn bij het LOOPSS model?
Waar, wanneer en wat
Wat vraag je uit bij de spierspanning bij het LOOPSS model?
Hyper/hypotonie, bekkenbodem, mictie en defecatie
Wat vraag je nog meer uit nadat je het LOOPSS model hebt uitgevraagd?
Het repertoir, je vraagt naar wat de mensen nou eigenlijk doen tijdens de seks.
Wat is de meest voorkomende seksuele dysfunctie op het gebied van zin?
Verminderd verlangen.
Wat voor problemen kunnen er zijn op het gebied van opwinding?
Opwindingsstoornis, erectiele dysfunctie en verminderde lubricatie
Wat hebben androgenen voor functie bij de seks?
Ze spelen een faciliterende rol.
Testosteron maakt het brein en de genitalia klaar voor de seks (arousability, responsivity, gedachten/fantasieen, nachtelijke responsen, genitale sensitiviteit).
Bij een seksuele prikkel is er eerder een seksuele betekenis
Wat heeft een verlaagd androgeengehalte voor invloed op vrouwen tijdens de seks?
Het heeft een negatieve invloed op zin/opwinding
Waar kan het klinisch testosterondeficiëntiesyndroom voor zorgen?
- Energie/vitaliteitsverlies
- Geen enkel seksueel resultaat ondanks veel stimulatie
- Stemmingsstoornissen,
- Spierkrachtsverlies
- Minder seksuele haargroei
Wat is het nut van dopamine?
Romantische liefde, verliefheid
Wat is het nut van oxytocine en vasopressine
Hechting
Wat is het nut van serotonine?
Lust, orgasme
Hoe kun je seksuele bijwerkingen van medicatie behandelen?
- Wijziging dosis
- Wijziging middel
- Adjuvante therapie (zoals erectiepil)
Wat voor seksuele dysfuncties kan chirurgie veroorzaken?
Chirurgie kan anatomische veranderingen (invloed op lichaamsbeeld, functiebeperking) of zenuwschade (invloed op sensibiliteit, hormonale schade) veroorzaken