DEEL 2 Les 5 Flashcards
1
Q
de groet
de groeten aan…
A
greeting
give my regards to…
2
Q
de paspoortcontrole
A
passport control
3
Q
de tijd
A
time
4
Q
het café
A
café, pub
5
Q
het gebouw
A
building
6
Q
het paspoort
A
passport
7
Q
het pintje
A
a beer
8
Q
duur
A
expensive
9
Q
leuk
A
nice, pleasant
10
Q
alleen
A
alone, only
11
Q
thuis
A
at home
12
Q
bezoeken
Ik bezoek, je bezoekt, hij bezoekt
A
to visit
13
Q
blijf
ik blijf, je blijft, hij blifjt
A
to stay
14
Q
drinken
ik drink, je drinkt, hij drinkt
A
to drink
15
Q
eten
ik eet, je eet, hij eet
A
to eat