De testbenadering (H3) Flashcards
Wat is een psychologische test?
Een beoordelingsprocedure die ontworpen is om een psychometrisch onderbouwde maat van een of meer psychologische eigenschappen te verschaffen.
Inter- en intraindividuele verschillen
Interindividuele verschillen: Verschillen tussen personen
Intra-individuele verschillen: Verschillen in individu zelf over tijd.
Kunnen en zijn
In de psychodiagnostiek meet je eigenschappen die iets zeggen over een individu zijn kunnen of over een individu’s zijn. Dus prestatie of gedrag.
Hierin kan je trekken en toestanden onderscheiden.
- Trekken, Vaste eigenschappen zoals persoonlijkheid, intelligentie
- Toestanden, Veranderlijke eigenschappen zoals motivatie, gemoedstoestand
Hieruit kan je hypothetische constructen stellen, deze kunnen enkel onrechtstreeks afgeleid worden uit zichtbaar gedrag. Denk aan rechtstreeks kunnen waarnemen van oogkleur, dit kan hier niet.
Een testhandleiding
Testitems = Vragen/opdrachten in een test
Testmateriaal = benodigde materiaal voor test
De testhandleiding bevat technische informatie die nodig is om de test correct af te nemen, te scoren, te verwerken en om te interpreteren. Een testhandleiding bevat:
- Beschrijving van de wetenschappelijke achtergrond
- Uitleg over de testconstructie
- Scoringsprocedure
- Richtlijnen over standaardisatie
- Vergelijking met norm
- Uitleg betrouwbaarheid & validiteit van test
- Instructies over interpretatie
Reikwijdte bij een test
Het geheel aan eigenschappen dat er getest word. Het gaat daarbij om domein (psychologische eigenschappen) en om de soorten mensen die getest worden. Denk dan aan voor wie de test genormeerd is.
Aanvaardbaarheid bij een test
De mate waarin de cliënt/kandidaat de test acceptabel vindt om af te nemen.
Hierbij komt indruksvaliditeit kijken. Dit betekent welke indruk de test bij iemand oproept. Een persoon kan met een lage indruksvaliditeit, angst krijgen voor de test, waardoor de test beïnvloed wordt op negatieve wijze.
Faking good/bad
Mensen doen zich slechter of beter voor op een test dan ze werkelijk zijn. Faking bad wordt ook wel malingering genoemd.
Onpartijdigheid bij een test
Een test is partijdig wanneer bepaalde groepen mensen items systematisch anders beantwoorden, hoewel ze eenzelfde vaardigheid hebben. Dan treedt er een vertekening op. Denk aan culturele verschillen over competitie, vergelijkingen met verkeerde normgroep. Als de partijdigheid ingebakken zit in een vraag dan heet dit vraagpartijdigheid.
Verschil partijdigheid en discriminatie
Bij partijdigheid is er geen doelbewuste intentie tot achterstelling van een groep.
Enkelvoudige algemeen-niveautests
Globale schatting van het intelligentieniveau, dus een schatting over over het brede aspect.
Vb. WISC bij kinderen, om algemene ontwikkeling van intelligentie te meten.
Veelvoudige algemeen-niveautests
Testen van diverse specifieke cognitieve deelvaardigheden. Scores op afzonderlijke subtests staan centraal.
Het geheel aan subtests samen wordt een testbatterij genoemd.
Vb. CHC-model is een veelvoudige algemeen-subtest
Speciale niveautests
Testen die heel specifiek zijn toegericht op ‘begaafdheden’.
Vb. afname motoriektest, om zo iemand zijn arbeidsintegratie te meten.
Vorderingentests
Test om te achterhalen of iemand zijn geleerde vaardigheid kan. Denk aan het behalen van een training of opleiding.
Observatietests
Test met een observatie van de onderzochte vanuit een externe beoordelaar. Aan de observaties worden scores gelinkt.
Kan zowel op een individu als op een groep.
Somato-fysiologische methoden
Dit zijn methoden waarbij vanuit fysiologische kenmerken of processen, uitspraken worden gedaan over bepaalde psychologische karakteristieken.