De gezonde pasgeborene Flashcards

1
Q

In welke periode spreken we van een zuigeling?

A

1 maand (28 dagen) tot 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

In welke periode spreken we van een neonaat?

A

Tot 1 maand (28 dagen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer is een neonaat aterm?

A

Geboorte tussen week 37 - 42

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer is een neonaat preterm/prematuur?

A

< 37 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wanneer spreken we van late preterm?

A

34-36w6d

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wanneer is een neonaat postterm?

A

> 42 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Waarvoor staat AGA?

A

Appropriate for gestational age

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waar voor staat SGA?

A

Small for gestational age

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Synoniem voor SGA?

A

Dysmatuur –> gewicht < P3

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waarvoor staat LGA?

A

Large for gestational age

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Synoniem LGA?

A

Macrosoom –> gewicht > p97

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Vanaf wanneer spreken we van een laag geboortegewicht?

A

< 2500 g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wanneer spreken we van very low birth weight?

A

Gewicht < 1500 g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wanneer spreken we van extreme low birth weight?

A

gewicht < 1000 g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het gemiddelde gewicht van een aterme neonaat?

A

3200 g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wanneer spreekt met van macrosomie ?

A

gewicht > 4 kg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Blijft de neonaat altijd boven zijn geboortegewicht?

A

NEEN -_> eerste dag verlies van 10% van gewicht –> na 10 dagen terug bijgekomen tot op geboortegewicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Belangrijkste comlicaties bij SGA?

A
  • Intra-uteriene hypoxie en dood
  • Asfyxie
  • Hypoglycemie, hypothermie, hypocalciemie, polycythemie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Belangrijkste complicaties bij macrosomie?

A
  • Asfyxie door moeilijke geboorte
  • Hypoglycaemie (door hyperinsulinemie)
  • Hypothermie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Oorzaken van laattijdig sluiten fontanel?

A
  • Hypothyreoïdie
  • Botaandoeningen
  • Intracraniële hypertensie
  • Congenitale syphilis
  • Rachitis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Wanneer sluit de voorste vfontanel?

A

12-18 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wanneer sluit de achterste fontanel?

A

2 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Welke score kan gebruikt worden om de transitie van de neonaat te beoordelen?

A

APGAR score

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Waarvoor staat apgar?

A
A: appearance 
P: pulse 
G: grimace (reactie op prikkels) 
A: activity 
R: respiration
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wanneer wordt de APGAR score bepaald?

A

na 1, 5 en 10 minuten
–> voornamelijk de score na 5 minuten zegt iets over reactie op ingrijpen/reanimatie –> zegt iets over neruologische prognose

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat betekent APGAR score na 1 minuut?

A

> of = 7 –> normaal
4-7 = matige (blauwe) asfyxie
0-3 = ernstige (witte) asfyxie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Wat betekent APGAR score na 5 minuten?

A

8-10 –> gezond, aspiratie neus en mond en mee met moeder
5-7 –> Geringe asfyxie, O2 geven, blijft tot APGAR beter
3-4 –> Matige asfyxie, O2 met masker, bij falen intubatie
0-2 –> ernstige asfyxie, intubatie en naar NICU

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Wat is de normale lengte van een neonaat?

A

48-51 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de normale schedelomtrek van een neonaat?

A

32-35 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Waar kunnen afwezige femorale polsen op wijzen?

A

Coactatio aortae

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Waar kunnen toegenomen femorale polsen op wijzen?

A

Patent ductus arteriosus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat moeten we doen bij polyhydramnios?

A

Via maagsonde controleren of er een slokdarmatresie aanwezig is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Wat is het risico van meconiaal vruchtwater?

A

Inhalatie van meconium door neonaat –> chemische pneumonie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Waarnaar wordt er gescreend met de hielprik?

A
  • Hypothyreoïdie
  • Fenylketonurie
  • Bijnierschorshyperplasie
  • Mucoviscidose
  • Hemoglobinopathie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Welke vitamine is vaak tekort bij neonaat?

A

Vit.K

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Waartoe leidt een vitamineK deficiëntie bij neoanten?

A

Verhoogd risico op bloedingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Behandeling vitamineK deficiëntie neonaat?

A
  • Bij geboorte toedienen van 1 mg Konakion

- Supplementatie bij borstvoeding

38
Q

Noem de 3 meest voorkomende aangeboren afwijkingen bij neonaat?

A
  • Hartafwijkingen
  • Heupluxatie
  • Spitsvoeten
39
Q

Welke zijn de primitieve of archaïsche reflexen?

A
  • Moro reflex
  • Zoekreflex
  • Palmaire en plantaire grijpreflex
  • Opstapreflex
  • Galant reflex
  • Asymmetrische tonische nekreflex
40
Q

Wat is de Moro reflex?

A

o Plotse achterwaartse beweging / sterke geluidsprikkel
o Strekken armen en geabduceerd en vervolgens weer geadduceerd in soort omhelsbeweging
o Symmetrisch

41
Q

Wat is de zoekreflex?

A

o Aanraken huid naast mond

o Draaien van hoofd naar die zijde en openen mond

42
Q

Wat is de palmaire en plantaire grijpreflex?

A

o Vastgrijpen vinger die in hand gelegd wordt
o Buigen van tenen bij stimulatie voetzool
o Palmaire: rond 4 maand verdwenen
o Plantaire: rond 4-6 maand verdwenen

43
Q

Wat is de opstapreflex?

A

o Voetrug tegen tafelrand
o Benen buigen -> wil erop stappen
o Vaak gevolgd door loopbewegingen

44
Q

Wat is de frequentie van borstvoeding bij neonaat?

A

8-12 x/24 uur

45
Q

Wat is de benodigde vocht- en calorietoevoer van een neonaat per dag?

A

Vocht: 20-40 ml/kg/dag over 8 voedingen
Calorie: 120 kcal/kg/dag over 8 voedingen

46
Q

Welke vitmine supplementen moeten er gegeven worden aan de neonaat?

A
  • Vit.K –> nodig voor coagulatie

- Vit.D –> nodig voor botopbouw

47
Q

Wanneer spreken we van asymmetrische groeivertraging?

A

Wanneer het hoofd in relatie met het lichaam/gewicht te groot is –> brain sparing

48
Q

Wat is de oorzaak van asymmetrische groeivertraging?

A

Extrinsieke factoren bv. ondervoeding moeder, uteroplocentaire stoornissen, tweelingzwangerschap, …

49
Q

Wanneer spreken we van een symmetrische groeivertraging?

A

Wanneer zowel het hoofd als het lichaam/gewicht te klein is voor de leeftijd van de foetus

50
Q

Wat is de oorzaak van symmetrische groeivertraging?

A

intrinsieke factoren bv. chromosomale afwijkingen, syndromale afwijkingen, congenitale infectie (TORCHE)

51
Q

oorzaken van macrosomie?

A
  • Genetische factoren
  • Maternale diabetes
  • Maternale obesitas
  • Syndromale afwijkingen
52
Q

Wat is de O2 saturatie van de foetus in utero?

A

60%

53
Q

Welke shunt zijn er bij de foetus aanwezig om de longen te bypasses?

A
  • Foramen ovale

- Ductus arteriosus

54
Q

Werking van het hart bij de foetus?

A

Parallel

Later –> in serie

55
Q

Hoe werkt de transitie van de longfunctie van foetus naar neonaat?

A

Pasgeborene zet longen open om te wenen –> daling van vaatweerstand longen –> meer bloed door longen met stijging zuurstofspanning (60-80 mmHg)

  • -> Vulling linker atrium –> sluiten formaten ovale
  • -> vocht uit longen in circulatie geduwd door passage geboortkanaal en ademheling
  • -> door hoge zuurstofspanning zal ductus arteriosus sluiten
56
Q

Wat is een risico van een keizersnede voor de pasgeborene?

A

Vertraagde resorptie van longvocht

57
Q

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen reanimatie van pasgeborene en volwassen?

A
  • Pasgeborene heeft niet-ontplooide longen –> moet weggeduwd worden alvorens reanimatie mogelijk is
  • Probleem bij pasgeborenen is meestal hypoxie en niet primair hart of long probleem
  • Risico op afkoeling
  • Thoraxcompressies efficiënter net onder stermum
58
Q

Wat is het doel van thoraxcompressies bij pasgeborenen?

A

Coronaire bevloeiing bevorderen

NIET om hersenen van zuurstof te voorzien

59
Q

Wat is een meer geschikt woord dan reanimatie als het om een pasgeborene gaat?

A

Ondersteunene van transitie

60
Q

Hoe pakken we de Airway aan bij pasgeborenen?

A
  • Hoofd in neutrale positie (eventueel met rolletje onder schouders)
  • Chin lift
  • Plaatsen van saturatiemeter aan rechterhand
  • Indien geen spontane ademhaling en bradycardie –> verder naar B
61
Q

Waarop plaatsen we de saturatiemeter aan de rechterhand van de pasgeborene?

A

Dit is voor de ductus arteriosus gelegen.

62
Q

Hoe pakken we de Breathing aan bij een pasgeborene?

A
  • Beademing met masker en ballon aan 21%FiO2
  • Lange inflatieventilatie: 2-3 seconden per inflatie –> herhaal 5 keer
  • Zo geen verbetering HF : 30 seconden ventileren (1 tel inademing, 2 tellen uit)

–> indien na 30 sec nog geen verbetering hartactie –> ga door naar C

63
Q

Hoe pakken we Circulation aan bij pasgeborene?

A
  • Overweeg een ET intubatie
  • Hartmassages en ventilatie aan 3:1 verhouding

Indien na 30 seconden geen verbetering hartactie –> ga over naar D

64
Q

Wat doen we als er geen thoraxexcursies aanwezig zijn bij ventilatie?

A
  • Controleren van techniek
  • herpositionering
  • Alternatieve luchtwegopeningsmaneoeuvers (bv. mayo)
65
Q

hoe dienen we medicatie toe bij reanimatie pasgeborene?

A
  • Plaatsen van een centrale lijn in navelstreng vena
  • Toedienen van 0,01 mg/kg adrenaline (tot 0,03 mg) + flushen met NaCL
  • Verder compressies en ventilatie
  • Na 30 seconden evaluatie en opnieuw toedienen adrenaline 0,03 mg/kg (0,09 mg tot)
  • Zo geen effect en/of verbloedingsshock –> vullen met NaCl 0,09% 10 ml/kg (dus tot 30 ml) over 1-2 minuten via IV in hand
66
Q

Wanneer stopt de reanimatie van de pasgeborenen?

A

na 10-15 minuten –> zeer slechte neurologische prognose

67
Q

Wat is er anders bij de reanimatie van pasgeborenen met meconiaal vruchtwater?

A

Er zal sneller overgegaan worden tot aspiratie van longen als inflatieventilatie niet efficiënt zijn.

68
Q

Reanimatie prematuur < 28 weken of < 1500 g?

A
  • Niet afdrogen –> onmiddellijk in plastiek zakje steken –> voorkomen van waterverlies
  • Start met 30% FiO2 om wille van grote kans op onrijpe longen
69
Q

Geef het reanimatieschema van een pasgeborene?

A
70
Q

Wat is de Galant reflex?

A

Wrijven over de rug van het kind met het kind op je hand gelegen zorgt voor een plooiing van de rug in die richting.

71
Q

Wat is de asymmetrische tonische nekreflex (ATNR)?

A

Draaien van het hoofd in rugligging naar links veroorzaakt een extensie van de linkerarm en flexie van de rechterarm

72
Q

Wanneer verdwijnt de zoekreflex?

A

4 maanden

73
Q

Wanneer verdwijnt de Moro Reflex?

A

4 maanden

74
Q

Wanneer verdwijnt de opstapreflex?

A

5 maanden

75
Q

Wanneer verdwijnt de asymmetrische tonische nekreflex?

A

4-6 maanden

76
Q

Wanneer verdwijnt de palmaire grijpreflex?

A

5 maanden

77
Q

Wanneer verdwijnt de voetzoolreflex?

A

12 maanden

78
Q

Wanneer verdwijnt de galant reflex?

A

6 Maanden

79
Q

Welke zijn de posturale reacties?

A
  • Positive support reflex (steunname op voetjes)
  • Landau reflex
  • Zijwaartse steun (lateraal propping)
  • Symmetrische tonische nekreflex
  • Neerwaartste parachute reflex
80
Q

Wanneer treedt de positive support reflex op?

A

vanaf 3-4 maanden

81
Q

Wat is de landau reflex?

A

Opheffing van hoofd boven vlak van romp, wanneer gehouden in horizontale houding

82
Q

Vanaf wanneer treedt de Landau reflex op?

A

Vanaf 4-5 maanden

83
Q

Wat is Lateral Propping?

A

Hand plaatsen bij zijwaarts ‘vallen’

84
Q

Wat is de Symmetric Tonic Neck Reflex (STNR)?

A

 Hoofd in extensie geeft extensie armen en flexie beentjes

 Hoofd in flexie geeft flexie armpjes en extensie beentjes

85
Q

Wanneer treedt de Symmetric Tonic Neck Reflex (STNR) op ?

A

Tussen 6 en 11 maanden

86
Q

Wat is de neerwaartse parachute reflex?

A

 Armpjes naar voor gespreid bij voorwaarts ‘vallen’

87
Q

Wat is de neerwaartse parachute reflex?

A

 Armpjes naar voor gespreid bij voorwaarts ‘vallen’

88
Q

Vanaf wanneer treedt de neerwaartse parachute reflex op?

A

Vanaf 8-9 maanden

89
Q

Vanaf wanneer kan een kind stappen zonder steun?

A

12 - 18 maanden

90
Q

vanaf wanneer kunnen kinderen handjes samenbrengen in middellijn?

A

3 maanden

91
Q

vanaf wanneer kunnen kinderen een pincetgreep maken?

A

12 maanden

92
Q

Vanaf wanneer spreken kinderen hun eerste woordjes?

A

12-18 maanden