Day 4 Flashcards
flannel (BE) lichaamsverzorging
washandje (BE)
washcloth (AE) lichaamsverzorging
washandje (AE)
oral hygiene
mondhygiëne
comb
kam
hairdo (inform)
(dames)kapsel
barber
herenkapper
shaver/ razor
scheerapparaat
nail file
nagelvijl
appetite
eetlust
improvement
verbetering
physically
lichamelijk
childhood disease
kinderziekte
a heart condition
hartaandoening
an asthma atttack
astma-aanval
chronic condition
chronische aandoening
highly infectious
erg besmettelijk
inflammation
ontsteking
measles
mazelen
mumps
bof
pneumonia
longontsteking
polio
polio, kinderverlamming
a cold
een verkoudheid
running a temperature
koorts hebben
flu
griep
runny nose
loopneus
hay fever
hooikoorts
rash
huiduitslag
ulcer
(maag)zweer
bulimia
boulimia
bruise
kneuzing, blauwe plek; gekneusd raken
fracture
fractuur, breuk
plaster (BE)
pleister
cast
gipsverband
a stiff neck
een stijve nek
pain vs ache
venijnige, stekende pijn v vs doffe, voortdurende pijn
stomachache
maagpijn, buikpijn
tender
gevoelig, zacht
inflamed
ontstoken
unconscious
bewusteloos
mad (BE)
gek
off the wall
stapelgek
well-balanced
evenwichtig
sane
geestelijk gezond , normaal
nerves
zenuwen
tic
tic, zenuwtrek
nervous breakdown
zenuwinzinking