Day 1 Flashcards
vital
vitaal, onmisbaar
tonsil/ tonsils
amandel/ amandelen
bowels
darmen
appendix
blindedarm, appendix
flowing through his veins
door zijn aderen stromen
artery
slagader
tissue (human body)
weefsel
a loose tooth
een losse tand
cleared her throat
schraapte haar keel
an artificial limb
een prothese
joint (human body)
gewricht
shrugged his shoulder
haalde zijn schouders op
index finger
wijsvinger
fingertip
vingertopje
paralysed from the waist down
verlamd onderlichaam
crossed her legs/ crossed legs
sloeg haar benen overelkaar/ gekruiste benen
on foot
te voet (gaan)
stood on her tiptoes
stond op haar tenen
heel
hiel, hak
barefoot
op blote voeten
put it to her breast (baby)
legde ze hem aan haar borst (baby)
fallen in love with
verliefd geworden op
had a sexual relationship with
had een seksuele relatie met
snog (BE)
tongzoen; vrijpartijtje
neck (AE)
vrijen; kussen
sexually attractive
seksueel aantrekkelijk
period
menstruatie, ongesteldheid
fertile
vruchtbaar
birth control, pill
anticonceptie
contraceptive
voorbehoedsmiddel
vein
ader