Dag 6: Neurofilosofie Flashcards

1
Q

Reductionisme

A

Verklaart de mens volledig uit één enkel wetenschappelijk model (natuurkundig, biologisch, economisch) > gaat meer uit van betawetenschap

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Holisme

A

Visie die de mens beschouwt als een niet te reduceren geheel, waardoor er in beginsel meerdere vakgebieden of disciplines nodig zijn om de mens te verklaren > naast wetenschappelijke disciplines ook kunst en cultuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Emergentie

A

De mens is voortgekomen uit zijn bouwstenen (atomen, genen, zenuwcellen), maar kan niet volledig uit deze bouwstenen verklaard worden (emergentie van andere factoren)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Reducionistische visie op depressie

A

Depressie is te reduceren tot onze genetische aanleg/de biochemie in het lichaam/hersenactiviteit in het brein.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kritiek op reductionistische visie op depressie

A

-Waarom is de ene reductie beter dan de andere (waarom is wetenschappelijke benadering beter dan persoonlijk of biologisch of sociologisch > alle verklaringen komen neer op zelfde model)
-Depressie kent meerdere vormen, is dit allemaal te verklaren via hetzelfde proces?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Reductionisme gaat vaak gepaard met determinisme en individualisme. Leg dit uit met het depressie voorbeeld.

A

Determinisme: ligt de ontwikkeling van depressie helemaal vast? (determinisme, geen vrije wil, automatische reacties door het brein)
Individualisme: is depressie iets individueels (maar: gedrag ontstaat toch ook door interactie met andere mensen?)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Holisme en depressie

A

Mens is een complex geheel, op verschillende manieren te bestuderen: verschillende wetenschappelijke disciplines en vragen zijn nodig om de mens te begrijpen, naast wetenschap ook kunst, ervaring, cultuur, religie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Holisme gaat vaak gepaard met emergentie. Leg dit uit.

A

Complexe systemen als de mens, de samenleving, of de natuur bezitten eigenschappen die niet zijn bepaald in het DNA: we zijn gebouwd uit bouwstenen maar ons gedrag en wie we zijn komt niet 1 op 1 overeen met die bouwstenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat tegen wie in de kijk op de mens

A

Reductionisme stelt de wat vraag: wat voor machine is de mens en hoe moet die gerepareerd worden bij depressie.
Holisme stelt de wie vraag: wie is de depressieve mens, wat is zijn/haar geschiedenis, ervaring, cultuur, milieu ?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Depressie als ziekte of als zieke

A

Reductionisme: depressie is een ziekte die je wilt verklaren (biologisch), holisme: nadruk op de persoon, de zieke en zijn/haar andere factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Sluiten de twee perspectieven op de mens elkaar uit?

A

Nee: er is een mengeling tussen reductionisme en holisme mogelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Dick Swaab over het brein

A

Alles wat we doen en wat we denken gebeurt door onze hersenen. Wij zijn onze hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Swaab over depressie

A

Verstoorde hersenontwikkeling kan niet worden weggenomen door therapieën. Depressie is een vroege ontwikkelingsstoornis, met oorzaak de verstoorde hersenontwikkeling.
> Deterministisch: dat staat vast, en individualistisch: vanuit 1 persoon de oorzaak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Kritiek op determinisme bij depressie

A

-Waarom neemt het aantal depressies dan toe, zou het niet constan horen te blijven?
-Zijn er ook andere invloeden als stress of een verwachtingspatroon betrokken of druk door geldtekort of ongevalen?
> Misschien door ontwikkeling van betere therapieën komen er meer diagnoses (tegenargument)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Swaab is een …

A

reductionist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Trudy Dehue over depressie

A

De oorzaak ligt bij de maatschappij: die houdt de mensen voor dat succes (het nieuwe geluk) een keuze is > de neoliberale samenleving zet de mensen met zichzelf aan het werk.
> emergentie van depressie uit de neoliberale maatschappij > door hoge verwachtingen vallen er mensen buiten de boot en deze zijn vatbaar voor depressie.

17
Q

Dirk de Wachter over depressie

A

Diagnose van depressie is de vervreemding: we dreigen met onze zelfontplooiing en ons individualisme door te schieten in een te autonoom op zichzelf levend mens. Er ontstaat een samenleving waarin pech en verdriet geen plek hebben.
> Oplossing: verbinding: maatschappelijke herwaardering.

18
Q

Trudy Dehue en Dirk de Wachter zijn …

A

Holisten

19
Q

Hoofdgestuurd lichaamsbeeld (Neurowetenschappelijk)

A

-Brein is de centrale commandeur
-Hiërarchische verdeling: brein bovenaan, rest lichaam ondergeschikt
-Swaab, Hippocrates
-Alle beweging, nadenken en waarneming gelokaliseerd in het brein.
Nadruk op cognitieve functies
Onderbelicht blijven functies als samenwerking, gevoel, en beweging

20
Q

Het hoofdgestuurd lichaamsbeeld hanteert het vuurtorenmodel. Leg deze uit.

A

Belangrijkste zintuigen zitten in het hoofd, en de rest van het lichaam dient als ondersteuning.

21
Q

Het lichaam als ding (neurowetenschappelijk) (tegen persoon)

A

-Lichaam wordt in de wetenschap tot object gemaakt (anatomische atlas)
-Lichaam wordt in kaart gebracht door anatomische atlas, rontgenfoto, hersenscan > kwantificatie lichaam
-Lichaam wordt vergeleken met universele maatstaven.

22
Q

Lichaam als persoon (tegen ding)

A

-Lichaam is wie ik ben: ik ken anderen vanwege: bewegingen, gebaren, aanrakingen
-Nadruk op persoonlijke ervaring, waarneming en beleving: pijn, vreugde, stress
-Lichaam is bijzonder, particulier en intiem: uniek

23
Q

Het zelfstandige lichaam (tegen relationeel)

A

-Lichaam functoneert zelfstandig
-Lichaam is een ingewikkelde machine omhuld door de huid
-Relatie met de buitenwereld is secundair

24
Q

Het relationele lichaam (tegen zelfstandig)

A

-Lichaam als netwerk: complexe en dynamische relatienetwerken: niet isoleerbaar.
-Lichaam als adaptie: evolutietheorie leert dat lichaam zich heeft ontwikkeld door adaptie aan de omgeving
-Lichaam als dialoog: filosofie: onlosmakelijke verbondenheid tussen mens en wereld.

25
Q

Plato en Descartes over het brein

A

Plato: wij zijn ons brein en de rest van lichaam is ondersteuning
Descartes: alle bewegingen zijn gevormd vanuit reflex: gebeurt automatisch in het brein dus is de mens het brein.

26
Q

Dawkins

A

Evolutiebioloog en atheïst: de preservatie van de genen is het ultieme rationele in ons bestaan: wij zijn onze genen en genetisch materiaal is rechtvaardiging voor ons gedrag

27
Q

Wat maakt Dawkins biologisch reductionistisch?

A

De mens wordt verklaard vanaf 1 niveau (gereduceerd): de genen

27
Q

Harari: biologisch reductionisme over geluk

A

: geluk wordt bepaald door biochemie, en niet door economische, sociale of politieke situatie: alleen het eigen lichaam is wat mensen ongelukkig maakt: neurotransmitters en biochemie zijn de aanzet tot geluk.

28
Q

Kritiek op Dawkins en Harari

A

Dawkins: gaan de genen ook op voor al het gedrag op andere niveau’s?
Harari: Alles gaat gepaard met biochemie: maar bepaalt biochemie ook alles qua gevoelens of spelen andere processen nog een rol?

29
Q

Gezondheid volgens de WHO

A

Volledig, geestelijk en sociaal welbevinden en niet alleen het ontbreken van ziekte of gebrek
> holsitisch, idealisme

30
Q

Machteld Huber over positieve gezondheid

A

Het vermogen om je aan te passen en je eigen regie te voeren in het licht van de uitdagingen van het leven

31
Q

Religie gaat uit van een …. mensbeeld

A

Holistisch: de wetenschap kan niet het hele universum begrijpen door studie naar atomen, fysieke processen of een enkel niveau. > meerdere perspectieve nodig.

32
Q

Socrates

A

Vragen stellen over het bestaan en daaruit wijsheid halen: grondlegger van de filosofie. er bestaan onbewuste diepgewortelde ideeën waar we ons niet bewust van zijn: doorvragen met waarom en hoe > tot ‘weet ik niet’.

33
Q

Determinisme over keuzevrijheid

A

De opvoeding en gebeurtenissen zorgen ervoor dat de keuze die je maakt al vast staat voordat je beslist > geen keuzevrijheid.

34
Q

Geloof in de vrije wil maar ook in determinisme

A

Compatibilisme: zelfs als er niks anders is, is er een keuze voor wel of niet doen