Dag 2: Eigenwaarde van dieren Flashcards
Noem eigenwaarden (intrinsieke waarden) van dieren
Welzijn, gezondheid, integriteit
Wat is de integriteit van dieren volgens Rutgers en Heeger?
De heelheid en gaafheid van het dier in fysieke of fysiologische zin, alsmede het vermogen om soortspecifiek te functioneren en dit vermogen te realiseren, zelfstandig en zonder intensieve hulp van de mens.
Kritiek op de definitie van integriteit van dieren (Rutgers en Heeger)
-We schenden deze definitie al en dat is toelaatbaar.
-Maar ook: een fluorescerend konijn door gene editing zou voldoen aan de criteria, maar dit is overduidelijk moreel verwerpelijk
Intrinsieke waarde
Iets is belangrijk omwille van zichzelf, zoals welzijn, gezondheid en integriteit.
Instrumentele waarde
Iets is belangrijk als middel voor iets anders:
(een boom zijn gezondheid is belangrijk omwille van zichzelf (intrinsiek) of omdat je er een houten tafel van wilt maken (instrumenteel))
Antropocentrisme
Alleen mensen hebben eigenwaarde
Zoöcentrisme
Alle dieren met zenuwstelsel (excl. ongewervelden) hebben eigenwaarde, instrumenteel gebruik van dieren is moreel problematisch (niet per se verwerpelijk)
Biocentrisme
Alle levende organismen inclusief dus bomen hebben een eigenwaarde die gerespecteerd dient te worden
Ecocentrisme
Het geheel (een systeem), alle levende en levenloze of dode natuur moet worden gerespecteerd. Het ecosysteem moet in stand blijven.
Waarom worden dierproeven gedaan?
-Kennis vergroten
-Gezondheid van de mens verbeteren
-Welzijn van dier of milieu beschermen
-Geneesmiddelen testen
Waarom zijn dierproeven moreel problematisch?
Het hangt ervan af of je een dier morele status toekent: is een dier van waarde omwille van zichzelf of voornamelijk vanwege zijn instrumentele waarde (antropocentristisch)
Wet op de Dierproeven Artikel 1a: bij uitoefening van bevoegdheden bij of krachtens deze wet wordt erkenning van intrinsieke waarde van het dier als algemeen uitgangspunt gehanteerd. Welke grondhouding heeft de Wet?
Zoöcentristisch
De 3 V’s die moeten worden meegenomen bij een onderzoeksvoorstel
-Vervanging: dierproef bv vervangen door een proef zonder een dier.
-Verfijning: zo min mogelijk ongerief (bv pijnbestrijding)
Vermindering: zo laag mogelijk aantal dieren om een significant resultaat te behalen.
Peter Singer en Tom Regan hebben beiden een grondhouding waarin ze dierenrechten beschermen: noem hun grondhoudingen en normatieve ethische theorieën die ze hanteren.
SInger: Utilist, zoöcentrist
Regan: deontoloog (dier niet alleen als middel maar ook als doel zelf), biocentrist
Morele problemen met dierproeven volgens Singer en Regan en anderen die intrinsieke waarde aan dieren hechten
-Gezondheid van het dier
-Lijden van het dier
-Doden van het dier
-Instrumenteel gebruik
-Schending van de integriteit
Hoe moet je met dieren omgaan volgens Taylor?
Taylor is een egalitarist: met ieder dier moet je hetzelfde omgaan, want alle dieren zijn in de basis allemaal moreel relevant.