D5: 1) hoe evolueert de macht van de Engelse koningen in de late ME Flashcards

1
Q

Slag bij Hastings (wanneer)

A

1066

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

1066 (wat)

A

slag bij Hastings

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

slag bij Hastings (wie)

A

Tussen Willem van Normandië en koning Harold II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

slag bij Hastings (winnaar)

A

Willem van Normandië

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Slag bij Hastings (waarom)

A

De Engelse troon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat wordt Willem van Normandië zijn dubbele functie?

A

Hij is kroonvazal van de Franse koning en nu wordt hij koning van Engeland, Willem I, de veroveraar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat stelde Willem aan het hoofd

A

een sheriff

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een sheriff

A

een betaalde ambtenaar (niet voor het leven, geen erfenis!) zorgde voor een goede orde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

1086 (wat)

A

Domesday Book

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Domesday Book (wat)

A

om het grondbezit te controleren en dienstbaar te maken aan de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Domesday Book (wanneer)

A

Elke 2-3 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly