D3 Steden Treden Op De Voorgrond Flashcards

1
Q

criteria stad tegenwoordig?

A

Bevolkingsdichtheid, economische activiteiten, historisch ooit stadsrechten gekregen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Criteria middeleeuwse stad?

A

Zorgen voor veiligheid: stadsmuur, jaarmarkten organiseren (met toestemming van de heer)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil dambordpatroon en cirkelvormig patroon?

A

Dambordpatroon: heel gepland
Cirkelvormig patroon: geleidelijk en ongepland rond een kern of markt gebouwd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Veranderingen na 1000

Wat gebeurt er met temperatuur en bevolkingsaantal na 1000?

A

Ze stijgen allebei

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Veranderingen na 1000

Wat is het verband tussen de temperatuur en het bevolkingsaantal?

A

Het klimaat wordt milder en warmer. Daardoor stijgt de landbouwopbrengst en kunnen meer mensen worden gevoed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

9de-10de eeuw onveiligheid door…

A

-Invallen van noormannen, hongaren en islamieten
-Oorlogen tussen vorsten/leenheren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Vanaf 11de eeuw meer veiligheid dank zij…

A

-Einde invallen, gronden schenken (vb:Normandië)
-Godsvrede en godsbestand (wapenstilstand), opgevolgd door de kerk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Gevolgen van veiligheid op geboorte- en sterftecijfer?

A

Het geboortecijfer stijgt en het sterftecijfer daalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Nieuwe landbouwtechnieken

4 nieuwe landbouwtechnieken die ontstaan na 900

A

Keerploeg, eg, haam, 3-slagstelsel,…

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

-Na toepassing van deze nieuwe landbouwtechnieken komt er een overschot aan…
-En wat is het logische gevolg

A

-Voedsel
-men gaat de overschot verhandelen met buurdorpen (ruilhandel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Door de nieuwe landbouwtechnieken waren er minder boeren nodig voor dezelfde oogst. Dus er komt ook een overschot aan…

A

Boeren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waarom liggen steden op wandelafstand van elkaar?

A

Zo konden handelaars binnen de stadsmuren overnachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat bedoelen ze met “stadslucht maakt vrij”?

A

Een onvrije verkrijgt zijn vrijheid na een verblijf van een bepaalde periode in de stad

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welk belang heeft een hertog bij het groeien van steden?

A

Steden betalen hoge belastingen en zijn militaire hulp verschuldigd aan de heer, steden zijn vazal van de heer, steden kopen de landbouwproducten van de gronden van de heer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn poorters (een portus)

A

Het was een aanlegplaats van schuiten (kleine bootjes). Dit was de plaats waar de eerste bewoners zich vestigden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een commune?

A

Een leefgemeenschap waar totale gelijkheid is

17
Q

Wat zijn de 3 standen?

A

Clerus (1ste stand), adel (2de stand), 3de stand

18
Q

Wie woont er op het platteland/domein?

A

Ridders, bisschopen, boeren, monniken

19
Q

Wie woont er in de stad?

A

Bisschoppen, ambachten, handelaars, monniken

20
Q

Wie is van de derde stand?

A

Boeren, handelaars, ambachten

21
Q

Wie is van de tweede stand?

A

Ridders

22
Q

Wie is van de eerste stand?

A

Bisschoppen, monniken

23
Q

Hoe herken je de verschillende groepen?

A

Ridders: outfit
Monniken: geschoren kreun, dikke buik
Bisschoppen: mijter
Boeren: landbouwwerktuigen
Ambachten:werktuigen
Handelaars: rijk gekleed, handjeklap

24
Q

Sociale organisaties in de stad

Kooplui verenigen zich in en maken?

A

Ze verenigen zich in koopmansgilden = patriciërs/patriciaat
Ze maken afspraken

25
Q

Sociale organisaties in de stad

Handwerkslui verenigen zich in en maken?

A

Ze verenigen zich in ambachtsgilden = het gemeen/proletariaat
Ze maken afspraken om correcte concurrentie (vb: ingrediënten)

26
Q

Wat is een keure?

A

Een oorkonde waarin de privileges van een stad werden genoteerd, goedgekeurd door zowel de heer als het bestuur van de stad

27
Q

Wat zijn schepenen?

A

Mensen in het bestuur van de stad

28
Q

Welke twee taken hebben de schepenen (van Gent)

A

-gerechtelijke macht
-politieke macht

29
Q

Wat zijn schepenen in onze tijd?

A

Bestuursleden (verkozen leden van het schepencollege, die het bestuur waarneemt van een gemeente/stad)

30
Q

Was er gelijkheid of ongelijkheid in de stad?

A

Ongelijkheid

31
Q

Wat zie je als je middeleeuwse steden vergelijkt met hedendaagse steden?

A

De middeleeuwse steden zijn veel kleiner en hebben veel minder inwoners

32
Q

Welke gevolgen heeft de bevolkingsdichtheid voor het leven in een (kleine) stad?

A

Dit betekent dat mensen dicht op elkaar leven, huizen staan dicht tegen elkaar, met slechte hygiëne tot gevolg