CREATIEVE METHODEN Flashcards

1
Q

Geef de 17 doelstellingen van creatieve therapie

A

Vertrouwensband opbouwen
Veiligheid
Ontspannen
Expressie van emoties
Regulatie van emoties
Bewustwording/inzicht van gevoelens
Helpen verwerken verlies- en rouwervaringen
Stabilisatie
Communiceren en symboliseren
Werken aan zelfvertrouwen/zelfbeeld
Verbinding met anderen
Grenzen verkennen
Emotieregulatie
Externaliseren problemen
Mentaal welbevinden
Omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag
Actief omgaan met probleem/verwerking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘schrijven’?

A

Levenslijn
Stripverhaal
Safety plan
Levensboek - life review
Brief

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Voor wat kan een stripverhaal ingezet worden?

A

Het schrijven over trauma’s.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een gevaar bij het stripverhaal (denk aan voor wat het wordt ingezet?)

A

Secundaire traumatisering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoe kan je positieve en negatieve zaken gaan voorstellen, bij welke creatieve methode brengen we dit onder?

A

De levenslijn: positieve ervaringen boven de stippellijn, negatieve ervaringen onder de stippellijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat ligt aan de basis bij het Safety Plan (bij welke creatieve methode zitten we)

A

Preventie, vroeginterventie en het voorkomen van crisissituaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat doet een safetyplan?

A

Escalatie voorkomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Voor wat zorgt een life review?

A

(1) Verzoening met het verleden
(2) Gebeurtenis een plaats geven in context van levensverhaal
(3) Negatieve herinneringen, betekenisvol kaderen in levensverhaal = niet langer deel van identiteitsbeleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Doelen van boeken?

A

Spiegelen
Erkenning en herkenning
Blikverruimend
Reële gevoelens worden in een fictieve betekeniswereld geplaatst
Andere oplossingen: opluchtend, relativeren
Thema, emoties en situaties worden bespreekbaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Waar houd je rekening mee, bij het lezen van een boek?

A

Niet voor het slapen gaan, het kind zou er te veel mee bezig zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Welke boekjes zou je aanraden voor een kindje met gescheiden ouders

A

Julia heeft twee keuzen
Bang, boos, blij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke boekje raad je aan bij een vechtscheidingssituatie bij kindjes?

A

Kamil de groene Kameleon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Welke boekje kan je geven wanneer een ouder vecht tegen kanker?

A

Grote boom is ziek

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Welke boekje kan je geven bij Alzheimer in de familie (grootouders)

A

Tiny en haar verwarde opa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk boekje kan je geven aan adoptie- of pleegkinderen?

A

Fladdertje koekoek en de vreemde broedvogels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welk boekje bij kinderen die hoogsensitief zijn?

A

Draakje vurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Welk boekje voor kinderen die rouwen?

A

Boekje vol herinneringen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Welk boekje voor ASS

A

Wat schilt er met je
Ik ben speciaal (psycho-educatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welk boekje voor kindje die zich meer een meisje voelt dan een jongen?

A

Mijn schaduw is roze

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Welk boekje bij seksueel misbruik?

A

Blijf van me af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘boeken’?

A

Leesboeken
Werkboeken
Informatieboeken
Online lezen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat doen werkboeken?

A

Informatie op interactieve wijze
Thema’s/emoties bespreekbaar via concrete opdrachten
Kind leert reflecteren

23
Q

Wat is het doel van drama/verhaal

A

Herbeleven
Zonder er mee samen te vallen
Situatie wordt helder, op een veilige afstand geplaatst en verwerkt
Eventueel positief einde er aan breien
Veiligheid in werkrelatie is belangrijk
Inleven in anderen

24
Q

Wat is het DOEL van het toverbos?

A

Sociale weerbaarheid
Sociale contacten leggen
Omgaan met eigen emoties en die van anderen
Omgaan met conflicten en oplossingsgericht leren denken

25
Q

Wat is het NUT van het toverbos

A

Kind heeft geen angst te mislukken
Verborgen emoties uiten
Stillere kinderen krijgen kans om naar buiten te treden

26
Q

Wat is er nog interessant TOVERBOS?

A

Keuze popje
Grenzen/afspraken
Bereiken emotionele gezondheid

27
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘verhaal/drama’?

A

Toverbos
Dieren
Drama via handpoppen

28
Q

Leg uit: TIM EN FLAPOOR

A

Een sociale vaardigheidstraining uitgeschreven in 18 sessies: hoe zeg ik nee tegen iemand, hoe maak ik nieuwe vriendjes

29
Q

Voor wat moeten we opletten bij schilderen/tekenen?

A

Dat we het niet zomaar interpreteren

30
Q

Wat is het DOEL van schilderen/tekenen

A

Inzicht, expressie, emoties en kan leiden tot veranderingen.
Gevoel van vrijheid, acceptatie en creativiteit.
Tastbaar resultaat
Herwaardering, herbeleving, verdieping en integratie.

31
Q

Bij welke soort cliënten kan je de squiggle game inzetten?

A

Bij niet zo’n spraakzame cliënten.

32
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘tekenen/schilderen’?

A

Squiggle game
Talententrein
Keuzerad/happertje
Artificial Intelligence

33
Q

Voor wat kan je een ‘boek/doos vol herinneringen’ inzetten?

A

Voor verlieservaringen een plek te geven

34
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘knutselen’?

A

Collage
Zorgenpopje
Dromenvanger
Tim&Flapoor
Gespreksmuur
Boek/doos vol herinneringen
Beeldende therapie

35
Q

Wat is het DOEL van kleien?

A

Naast het visuele wordt tastzin ingezet.
Vormgeving, verandering.
Werkt rustgevend.

36
Q

Welke VRAGEN stel je bij het gevoelsmannetje?

A

Wie ben je?
Wat doe je?
Hoe zie je eruit?
Wanneer kom je naar boven, wat maakt jou groter?
Wat kan jou kleiner maken?

37
Q

Voorbeelden van psycho-educatie filmpjes?

A

Mijn herinnering aan jou (rouw)
Nuggets verslaving
Black Dog Depression
Zoë KOPP

38
Q

Wat is reminiscentie

A

Het ophalen en levendig houden van herinneringen, levenservaringen en retrospectie. Onder begeleiding van het autobiografische geheugen.

39
Q

Toepassingen die reminiscentie inhouden?

A

Memorybox
Schat van je leven
Memoryhome
Dementie en herinneringen

40
Q

wat is het DOEL van muziek

A

Geeft gevoelens weer
Herkenning
Biedt troost
Ontspanning
Rust bij moeilijk hanteerbaar gedrag
Uitlaatklep
Bespreekbaar maken

41
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘muziek’?

A

Muziek bij jongeren/volwassenen
Muziek bij ouderen
Muziek bij vluchtelingen

42
Q

DOEL lichaamstechnieken

A

Gevoelens hebben vaak hun weerslag in lichaamservaring (contact lichaamsgevoel –> verandering lichaamservaring –> verandering emoties)
Gevoelens komen tot uitdrukking in lichaamstaal
Lichaamstaal volgt vaak op bepaald gevoel

43
Q

JE BINNENSTE BUITEN

A

Gevoel schrijven
Vorm
Kleur

44
Q

Voor wat zorgt snoezelen

A

Afname onrust en agressie = vermindering kalmeringsmiddelen
Contactbevorderend
Emotioneel welbevinden
Zintuigacitivatie

45
Q

Voor wie kan snoezelen gebruikt worden

A

Vergevorderde dementie
Mentale beperkingen
Kinderen (met ontwikkelingsstoornis)

46
Q

Wanneer is snoezelen van toepassing

A

Overprikkeling
Onderprikkeling
Apathie
Agitatie
Moeilijk hanteerbaar gedrag
Gedragsproblemen

47
Q

Welke creatieve methoden vallen onder ‘lichaamstechniek’?

A

Ademhalingsoefeningen
Beweging/dans
Focussen
Snoezelen
Spierontspanningstechnieken

48
Q

Wat is een levensfasespecifiek aspect van psychotherapie met ouderen?

A

Veranderend levensperspectief

49
Q

Met wat kunnen ouderen moeite ondervinden?

A

Verlies dierbaren
Verlies gezondheid
Verlies autonomie

50
Q

Wat zijn belangrijke onderwerpen in psychotherapie met ouderen?

A

Rouwverwerking
Opnemen van nieuwe betekenisvolle rollen
Alternatieve copingstrategieën

51
Q

Hoe is het levensperspectief van kinderen/jongeren

A

toekomstgericht

52
Q

Naar wat keert het levensperspectief in de derde/vierde fase?

A

Het verleden, men kijkt terug naar het geleefde leven.

53
Q

Welk besef treedt op in de laatste levensfase?

A

Naderend levenseinde
Maatschappelijke taken/plichten die wegvallen

54
Q

‘Verhalen die we leven’
‘Op zoek naar zin’

A

Beide groepsinterventies voor ouderen met depressieve klachten, gericht op ophalen positieve herinneringen en reconstrueren levensverhaal