Consequentialisme versus deontologie Flashcards
Informed consent:
komt vanuit autonomie. Subject moet consent geven voor onderzoek, en dat met alle nodig informatie doen
Do no harm:
principe uit medische wetenschap. Geen schade doen aan subjecten, en zoveel mogelijk voordelen geven. Nonmaleficence neemt hiermee precedent boven beneficence.
Principes van eerlijkheid, gelijkheid en rechtvaardigheid
vereist gelijke behandeling van individuen, gelijke kansen en gelijke toegang tot mogelijke voordelen
Consequentialisme:
Moraliteit ligt in de gevolgen van een handeling, gaat om de staat van de wereld na afloop van een handeling. Motivaties zijn irrelevant
Deontologie:
Moraliteit ligt in bepaalde plichten -> plichtsethiek, handelen/plichten naar elkaar. Dingen kunnen categorisch onjuist zijn (doden, liegen). Consequenties tellen niet, motivaties tellen.
Utilitarisme:
Een handeling is moreel juist als zij leidt tot de grootste vermeerdering van nut (geluk, welzijn, tevredenheid). Consequentialistisch: gevolgen tellen
- Maar: hoe meet je gevolgen?
- Naturalistische inslag: voorspelbare en objectificeerbare (exact meetbare) feiten/gevolgen
- En wat te doen met een ongelijke verdeling van nut? Hoe dat meten?
- Welke plek hebben individuele rechten als je een iemand kan opofferen voor vijf anderen?
Kant’s plichtethiek & categorisch imperatief:
Handel alleen volgens de regel waarvan je kunt willen dat hij een algemene wet zou worden. Handeling is moreel juist als hij gebaseerd is op categorisch imperatief. Deontologisch: plichtethiek
- Motieven ipv gevolgen
- Principes komen uit zuivere logica -> causaliteit niet centraal, juist afwezigheid van causaliteit schept de mogelijkheid voor moreel gedrag (wat is principe waarvan je zou willen dat het algemene wet is)
- Gehoorzaamheidsethiek? -> blind principes volgen zonder na te denken wat de gevolgen zijn
- Maar: is goede wil dan belangrijker dan de consequenties?
Rawls’ theory of justice (veil of ignorance):
Begint met veil of ignorance: denken over samenleving, zonder dat je weet welke positie je krijgt in de samenleving. Moet leiden tot een rechtvaardige basisstructuur van de samenleving.
Alle sociale primaire goederen (vrijheid, kansen, inkomsten, welvaart en de basis van zelfrespect) moeten eerlijk verdeeld zijn, tenzij een oneerlijke verdeling van een of al deze goederen een voordeel oplevert voor de zwakkeren.
Actoren zijn rationele maximin strategisten -> maximaliseren hun minimale uitkomsten
Leidt tot:
- maximale verdeling van sociale primaire goederen.
- Gelijke kansen voor alle posities in de samenleving
- The difference principle: ongelijkheden worden geaccepteerd, maar alleen als ze een voordeel opleveren voor de zwakkeren