Congenital anomalies of kidney and urinary tract (CAKUT) Flashcards

1
Q

Welke types CAKUT bestaan er?

A
  • Nieragenesie
  • Nierdysgenesie
  • Afvloeistoornissen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Definitie nieragenesie?

A

Afwezige aanleg van nier(en)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe stelt men de diagnose van een unilaterale nieragenesie?

A

 Vaak bij antenatale screening
 Vermoeden op basis van echografie

–> Bevestiging met DMSA-scan (nucleaire scan) is belangrijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het verloop van een unilaterale nieragenesie?

A

 Frequent compensatoire hypertrofie van de contralaterale nier
 Goede prognose indien contralateraal een goed functionerende nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Synoniem bilaterale nieragenesie?

A

Potter syndroom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Presentatie potter syndroom?

A

Oligohydramnios, met als gevolg:
• Ernstige longhypoplasie
• Klompvoeten
• Dysmorfe facies

= niet compatibel met extra-uterien leven, sterfte vroeg postnataal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Definitie nierdysgenesie?

A

= Verstoorde grootte, vorm of structuur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke vormen van nierdysgenesie bestaan er?

A
  • Dysplasie : beperkte differentiatie van nierweefsel
  • Hypoplasie: verminderd aantal functionele neuronen
  • Cystisch afwijkingen
  • Vormafwijkingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

PF van nierdysplasie?

A

Beperkte differentiatie van nierweefsel –> verminderd aantal functionele nefronen (hypoplasie) –> kan leiden tot cystische nieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe stelt men diagnose van nierdysplasie?

A
  • Echografie

- Soms biopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Oorzaken van nierdysplasie?

A

 Genetisch

 Postrenale obstructie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Gevolgen van nierdysplasie?

A

 Verminderde nierfunctie
 Hypertensie
 Soms polyurie door verminderd concentrerend vermogen van slecht werkende nier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Behandeling van nierdysplasie?

A
  • Ondersteunend
  • Behandelen hypertensie
  • Zo nodig nefrectomie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Definitie nierhypoplasie?

A

Verminderd aantal (functionele) nefronen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Kliniek van nierhypoplasie?

A

 Hypertensie
 Polyurie
 Polydipsie
 Soms presentatie met terminaal nierfalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe stelt men diagnose van nierhypoplasie?

A

 Echografie

 Soms biopsie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Behandeling van nierhypoplasie?

A

 Supportief

 Bij hypertensie o.b.v. een unilaterale aplastische nier–> nefrectomie kan resulteren in normotensie

18
Q

Welke 2 congentiale vormen van niercysten bestaan er?

A
  • Autosomal recessive polycystic kidney disease (ARPKD)

- Autosomal dominant polycystic kidney disease (ADPKD)

19
Q

PF van ARPKD?

A

mutatie in fibrocystine gen

20
Q

Kliniek van ARPKD?

A

 Vaak niercystes en significante nefromegalie kort na geboorte
 Soms mechanische complicaties nefromegalie: respiratoire klachten, Vochtretentie
 Geleidelijk aan evolutie naar nierfalen –> >50% van de kinderen eindstadium nierfalen voor 10 jaar
 Geassocieerde hepatische aandoeningen: periportale fibrose en Galweghyperplasie

21
Q

Complicaties van niercysten?

A
  • Ruptuur
  • Bleoding
  • Infecties
22
Q

Behandeling van ARPKD?

A
  • Supportief, preservatie nierfunctie

* Frequent nood aan nierfunctie vervangende therapie op kinderleeftijd

23
Q

PF van ADPKD?

A
  • Mutaties in PKD1 of PKD 2 gen –> Coderen voor polycystine eiwitten
24
Q

Kliniek van ADPKD?

A
	Progressief (!) niercysten
	Nierfunctieverlies minder ernstig vergeleken met ARPKD
	Geassocieerde aandoeningen: 
•	Levercystes
•	Aneurysmata (m.n. cerebraal)
•	Ovariële cystes
•	Niercelcarcinoom
25
Q

Behandeling van ADPKD?

A
  • Preservatie nierfunctie
  • Hypertensie behandelen

–> aVergeleken met ARPKD: minder vaak nood aan nierfunctie vervangende therapie op jong leeftijd

26
Q

Welke 2 congenitale vormafwijkingen van nieren zijn er?

A
  • Ectopische nier

- Hoefijzernier

27
Q

Definitie van ectopische nier?

A

Nier gelegen op abnormale plaats, meestal bekken, maar soms ook thoracaal of iliacaal

28
Q

Hoe stelt men de diagnose van een ectopische nier?

A

-DMSA scan

29
Q

Wat is een complicatie van ectopische nier?

A

Vaak vesicouretrale reflux naar aangedane nier –> Met verhoogde kans op infecties en renaal functieverlies

30
Q

Definitie van hoefijzernier?

A

 Fusie van de beide nieronderpolen

31
Q

Waarmee is hoefijzernier geassocieerd?

A
  • Syndroom van Turner
  • Wilms tumoren (viervoudige kans)
  • Nierstenen
  • Hydronefrose
32
Q

Welke congenitale afvloeistoornissen van de nier bestaan er?

A
  • Pelvi-uretrische junctie (PUJ) stenosen
  • Duplex urether
  • Urethrale kleppen
33
Q

Kliniek PUJ stenose?

A

o Vaak asymptomatisch

o Soms: urineweginfectie, steenvorming, recurrent braken

34
Q

Definitie van Urethraklep?

A

! Enkel bij jongens:
= Kleppen tussen externe sfincter en pars prostatica
–> Hierbij vaak dysplastische nieren

35
Q

Wat zijn de gevolgen van urethrale kleppen?

A

 Vesicouretrale reflux
 Hydroureters
 Urineweginfecties
 In ernstige gevallen: longhypoplasie, nierinsufficiëntie

36
Q

Diagnose van urethrakleppen?

A

Cystografie of -scopie

37
Q

Behandeling van urethrakleppen?

A

Endoscopische klepresectie

38
Q

Definitie van duplex ureters?

A

o Ureter welke gesplitst wordt vanuit 1 nier

–> Soms ectopische uitmonding, bijvoorbeeld in vagina

39
Q

Kliniek van duplex ureter?

A

o Vaak asymptomatisch

- Soms incontinentieklachten (bij abnormale uitmonding)

40
Q

Gevolgen van duplex ureter?

A
  • Geassocieerd met vesicouretrale reflux en verhoogde kans op urineweginfecties
41
Q

Behandeling van duplex ureter?

A

Chirurgie