Communicatie en samenwerking 1.1 Flashcards

1
Q

wat is interpretatie

A

je reageert niet op de ander zoals deze is maar zover en zoals jij hem of haar waarneemt. en dan nog op de grond van je eigen waarnemingen en interpretaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is waarnemen

A

het door middel van de zingtuigen kennis nemen van bepaalde personen voorwerpen onderwerpen gebeurtenissen of situaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is communicatie

A

een doorlopend proces waarin twee of meer personen informatie uitwisselen en waarbij zij voortdurend op elkaar reageren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn de soorten factoren die het proces van waarnemen intrepeteren beinvloeden

A

contextuele factoren

factoren aan de kant van de zender

factoren aan de kant van de ontvanger

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat zijn voorbeelden van contextuele factoren

A

aanwezigheid van derden

tijdsdruk

pregnantie

plaats waar gecommuniceerd wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is pregnantie

A

Bij deze factoren haat het om aspecten van de situatie die zo sterk de aandacht trekken dat zij
een speciale betekenis geven aan afzonderlijke elementen van de situatie; onze waarneming wordt erdoor
gericht. Dit zijn: verandering/ beweging, afwijking, herhaling, intensiteit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat zijn voorbeelden van factoren aan de kant van de zender

A

de zender wil info achterhouden

weet niet wat hij of zei moet zeggen

met zichzelf bezig

andere taal spreken als de ontvanger

pregnantie door de zender

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat zijn voorbeelden van factoren aan de kant van de ontvanger

A

kennis en of ervaring

gevoelens

aandacht

opvattingen

normen en waarden

cultuur

motivatie

humeur

lichamelijke gesteldheid

afweermechanismen

generaliseren

vooroordelen

stereotypering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is een manier om waarnemingen en interpretatiefouten te voorkomen

A

bewust worden van al de genoemde factoren en hun werking

jezelf aanwennen goed te kijken te luisteren en gegevens te verzamelen

bewust zijn van het gedrag op dit gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat bevat luistergedrag

A

verbaal en non-verbaal gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is non verbaal gedrag

A

lichaamshouding

gezichtsuitdrukking

kijkrichting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is verbaal gedrag

A

bragen stellen het geven van een samenvatting en het maken van stimulerende opmerkingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke aspecten zijn van belang tijdens het luistergedrag

A

maak oogcontact

neem een geïnteresseerde houding aan

moedig de verteller aan om door te gaan

vraag verduidelijking als je iets niet begrijpt

vraag door

vat af en toe samen

houd je eigen emoties onder controle

jaag de ander niet op

wees niet bang voor stilte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat zijn veelgemaakte luisterfouten

A

ongeïnteresseerde luisterhouding

niet laten uitspreken

je eigen verhaal vertellen

impulsief reageren

te snel adviseren

waarderend reageren

veronderstellingen uiten

met je gedachten ergens anders zijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly