Colleges week 5 Flashcards
Eigenschappen steunweefsels
- Gelijke opbouw
- Continuïteit
- Veranderlijk
- Bepaalt vorm (compartimenten)
> vorm bepaalt functie en andersom
Botverbindingen van bindweefsel
Sutuur, syndesmosis, gomphosis
Botverbindingen van kraakbeen
synchondrosis, symphysis
Botverbindingen van bot
Synastosis (os sacrum)
Synoviale gewrichten
De ‘echte’ gewrichten
Bouw synoviale gewrichten
- Kapsel
- Synovia
- Hyalien kraakbeen
Stabiliteit synoviale gewrichten
- Actief : vorm, kapsel, banden
- Passief: spieren
Gespecialiseerde somieten
- Sclerotoom > wervels en ribben
- Myotoom > spierweefsel
- Dermatoom > onderhuids bindweefsel
Waaruit ontstaan somieten?
Uit het paraxiale mesoderm
Waaruit ontstaat een wervel?
Uit sclerotomen van twee somietparen;
Wat zijn hox-genen?
Hox genen zijn transcriptie factoren die bij alle dieren een belangrijke rol spelen in het bepalen van cranio-caudale positionele identiteit van cellen
Hoeveel clusters aan hox genen hebben alle tetrapoden?
Vier
Hoe gaat de nummering van hox-genen?
Naar caudaal ‘hogere’ hoxgenen; ‘Lage’ hoxgenen komen eerder tot expressie dan ‘hoge’ hoxgenen
Wanneer worden somieten aangelegd?
In week 4 na conceptie
Waardoor wordt segmentatie van paraxiaal mesoderm in somieten gestuurd?
Door oscillerende expressie van specifieke eiwitten en cranio-caudale gradienten van signaal moleculen: clock and wafefront model
Wat leidt tot vormen van scoliose?
Verstoringen in segmentatie genen
Dunne filamenten
actine
Dikke filamenten
myosine