college Slaapmedicatie Flashcards

1
Q

Wat is het two process model?

A
  • Homeostatisch proces

- circardiaan proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is het homeostatisch proces?

A

Naarmate je langer wakker bent neemt de slaperigheid toe. Op het moment dat je gaat slapen zakt het weer naar beneden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke stof hoort er bij het homeostatisch proces?

A

adenosine, wanneer adenosine verhoogt neemt de slaperigheid toe

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het circadiaan proces?

A

24 uurs ritme bepaald dat je gedurende de dag wakkerde wordt tot ongeveer halverwege de middag en dan daalt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de slaapdruk?

A

Proces S + proces C. Zorgt ervoor dat je fluctuaties hebt in wat je slaapdruk noemt (behoefte aan slaap) Neemt gedurende de dag toe op basis van homeostatisch proces, maar wordt minder gezien het cardiane proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat gebeurt er bij slaapdeprivatie?

A

Dan blijft het homeostatische proces stijgen, maar cardiaan blijft het zelfde waardoor de slaapdruk toeneemt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat blokkeert adenosine receptoren?

A

cafeïne is een adenosine receptor antagonist

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat gebeurt er als je cafeïne drinkt

A

Dan stijgen dopamine en acetylcholine in de hersenen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het mechanisme van het circadiaan proces?

A

SCN (de suprachiasmatic nucleus) = kern in de hypothalamus.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat reguleert de SCN vooral

A

alle processen die je kan variëren met slaap-waak ritme, maar vooral lichaamstemperatuur en melatonine release

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wanneer zijn SCN neuronen actief?

A

Overdag zijn ze actief:

  • activatie waaksystemen door orexine
  • Inhibitie slaapsystemen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wanneer zijn de neuronen niet actief?

A

In de nacht:

  • Deactivatie waaksystemen
  • Disinhibitie van slaapsystemen –> melatonine afgifte
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar is de SCN sensitief voor?

A

licht en melatonine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn belangrijke neurotransmitters voor het waaksysteem?

A
  • Acetylcholine
  • Dopamine
  • Noradrenaline
  • Serotonine
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn de twee paden naar de cortex?

A
  • via de thalamus

- via de hypothalamus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is de route van de thalamus?

A

Vooral cholinerge kernen projecteren naar de thalamus. Thalamus is een soort tussenstation voor alle sensorische informatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is de route van de hypothalamus?

A

via acetylcholine

  • histamine: waakzaamheid
  • orexine: activatie cortex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoe wordt slaap gereguleerd?

A
  • Inhibitie van waaksystemen
  • Inhibitie van sensorische input
  • Inhibitie van motorische output
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Hoe ziet inhibitie van waaksystemen eruit?

A

neuronen in VLPO zijn specifiek actief wanneer je gaat slapen. Inhibeert alle waaksystemen doormiddel van GABA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Hoe ziet inhibitie van sensorische output eruit?

A

Thalamus reguleert doorstroom van signalen naar de cortex. Heeft een soort van poortwachter functie. Tijdens slaap is de poort gesloten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe ziet inhibitie van motorische output eruit?

A

neuronen in de Sublaterodorsal nucleus (SLD) zijn actief tijdens de REM slaap.

  • inhiberen via GABA motorneuronen
  • Activeren de cortex
  • Rapid eye movement
22
Q

Wat is het flip-flop mechanisme?

A

Op het moment dat waaksystemen actief zijn inhiberen ze de VLPO (slaapsystemen) en op het moment dat je slaapt is VLPO actief en die inhibeert waaksystemen.

23
Q

Wat doet adenosine met het flip-flop mechanisme?

A

Aan de hand van hoelang je wakker bent is er een toename van adenosine. –> Duwt het systeem richting slapen en versterkt werking VLPO

24
Q

Wat doet de SCN met het flip-flop mechanisme?

A

Orexine inhibeert VLPO en stabiliseert waaksystemen

25
Q

Neuronen die welke neurotransmitter releasen zijn actief tijdens de REM slaap?

A

acetylcholine

26
Q

Neuronen die welke neurotransmitter releasen zijn inactief tijdens REM slaap?

A

noradrenaline, serotonine en histamine

27
Q

Wat zijn middelen die slaapsystemen versterken?

A
  • GABA agonisten
  • Benzodiazepines
  • ‘z-drugs’
28
Q

Wat zij middelen die waaksystemen remmen?

A
  • histamine antagonisten

- orexine antagonisten

29
Q

Wat zijn effecten van benzodiazepines?

A
  • verbetert slaap
  • vermindert angst
  • anticonvulsief (antiepileptisch)
  • spierverslappend
  • verstoord geheugen
30
Q

Wat zijn risico’s van benzodiazepines?

A
  • hangover effects
  • vallen
  • afhankelijkheid
31
Q

Waarom worden sommige BZ gebruikt als slaapmiddelen en andere BZ als kalmeringsmiddelen? Wat zijn de verschillen?

A

Zit in de snelheid waarmee ze door het lichaam opgenomen worden. Anxiolytica is de halfwaardetijd langer dan van slaapmiddelen

32
Q

Wat zijn gevolgen van stoppen met BZ?

A
  • rebound insomnia
  • terugkeer oorspronkelijke klachten
  • onttrekkingsverschijnselen
33
Q

Wat is het rebound effect?

A

Als je stopt met benzo’s zie je vaak dat ze een tijdelijke terugkeer/toename van slapeloosheid en angstklachten krijgen.

34
Q

Wat doet een melatonine agonist?

A

Is een middel om het circadiane ritme bij te stellen. Remt neuronen in SCN + verlaagt lichaamstemperatuur.
Werkzaamheid is onvoldoende aangetoond

35
Q

Wat is Circadin?

A

medicijn dat zorgt voor vertraagde afgifte van melatonine

36
Q

Wat is Ramelteon?

A

Medicijn dat een MT1, MT2 receptor agonist is.

37
Q

Wat is agomelatine?

A

MT1, MT2 agonist en 5HT2C antagonist. Antidepressivum dus effectief voor slapeloosheid gerelateerd aan depressie of angst.

38
Q

Wat zijn histamine antagonisten?

A

Blokkeren H1 postsynaptische receptor –> sedatie

En blokkeert acetylcholine.

39
Q

Welke antidepressiva wordt gebruikt?

A

TCA’s, mirtazepine, trazodone

blokkeren H1 receptor, acetylcholine en 5GT2 receptoren

40
Q

Wat zijn orexine antagonisten

A

blokkeren orexine receptoren –> vermindert activatie waaksysteem

41
Q

Wat zijn problemen met slaapmiddelen?

A
  • Residuele sedatieve effecten overdag

- Werkingsduur

42
Q

Waar hangt de werkingsduur vanaf?

A

Middel
Dosering
Patiënt
Co-medicatie

43
Q

Wat zijn hypersomnien? Welke vormen heb je?

A

overmatige slaperigheid overdag

  • Slaap apnoea
  • Narcolepsie
44
Q

Wat is medicatie voor hypersomnien?

A

Meeste zijn dopamine agonisten. Toename dopamine zorgt voor toename alertheid. stimulantia zoals ritalin om overdag wakker te blijven.

45
Q

Wat zijn parasomnien?

A

onplezierig/ongewenst gedrag tijdens de slaap

46
Q

Wat zijn parasomnien in REM slaap?

A

nachtmerries

47
Q

Wat zijn parasomnien in NREM slaap?

A

night terrors
slaapwandelen
Risicofactoren: verhoogde slaapdruk, stress, alcohol

48
Q

Wat doet antidepressiva met de slaap?

A

Vermindert de REM slaap en nachtelijke arousal. Daardoor goede medicatie voor nachtmerries.

49
Q

Wat zijn slaapgerelateerde bewegingsstoornissen?

A

rusteloze benen

periodic limb movement

50
Q

wat zijn risicofactoren voor slaapgerelateerde bewegingsstoornissen?

A
  • ijzertekort, zwangerschap, nierziekte

- Medicatie: antidepressiva, antipsychotica, histamine antagonisten, alcohol

51
Q

Wat zijn farrmacotherapeutische opties voor slaapgerelateerde bewegingsstoornissen?

A
  • dopamine agonisten
  • a2delta liganden: pregabalin, gabapentin
  • opioïden (verminder pijn)
  • BZ: verbeteren slaap