College De oncologische patiënt in de huisartspraktijk Flashcards

1
Q

Hoe komen kanker patiënten voor bij de huisarts?

A

25 incidentie, 73 prevalentie, verschillende fases preventie tot nazorg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat kan de huisarts doen tegen kanker op gebied van preventie?

A

Advies zoals stop roken (= oorzaak
sterfte voor 40%m/20%v)
Aandacht naar lagere economische status en alleenstaandnen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Waardoor overleven meer mensen kanker?

A

Vergrijzende bevolking, vroegtijdige opsporing en overdiagnostiek, beter behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de rol van een huisarts?

A

Veelzijdigheid, 92% zelf oplossen, herkennen ziekten mbv onschuldige klachten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wanneer denkt een huisarts aan ernstige ziekten?

A

Risicofactoren, nieuwe ontwikkelingen, ongewoon/langer beloop klachten, alarmsymptomen, intuïtie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zijn voorbeelden van alarmsymptomen?

A

Knobbels, postemenopauzaal bloedverlies, hemoptoë, rectaal bloedverlies, hamturie, gewichtsverlies, tepelklachten vrouw, slikproblemen, moeheid, kortademig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe zit het met de sensitiviteit en specificiteit bij huisartsen?

A

sens = 56%
spec = 96%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn voordelen van vroege diagnostisering?

A

Daling sterfte, meer QALY’s, minder behandeling hoog stadium, minder intensieve/mutilerende behandeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn nadelen van vroege diagnostisering?

A

Eerder/langer ziek en bijwerkingen, risico’s diagnostiek, mogelijk foute geruststelling, onterecht uitstelgedrag en trigger ongezond gedrag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Welke bevolkingsonderzoeken hebben we in NL?

A

Borstkanker, baarmoederhalskanker en darmkanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat zijn 10 voorwaarden voor een bevolkingsonderzoek van WHO?

A
  1. inspelen op erkende behoefte
  2. doel bij aanvang vastgesteld
  3. doelgroep vastgesteld
  4. effectiviteit wetenschappelijk bewezen
  5. samenhangend geheel van opleiding/scholing/testpraktijk/zorg/ programmamanagement
  6. kwaliteit goed tegen risico’s
  7. garantie geïnformeerde keuze en privacy/autonomie
  8. toegankelijkheid voor hele doelgroep
  9. vanaf begin evaluatie
  10. voordelen screening moeten opwegen tegen de nadelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat zijn kenmerken van het BVO borstkanker?

A

Vrouwen 50-75 jaar, iedere 2 jaar, effect moeilijk aan te tonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn 2 soorten bias bij preventie?

A

Lead time bias = eerder diagnose, daardoor langere ziekteduur omdat sterfte op het zelfde moment is
Length time bias = herkent alleen langzaam groeiende tumoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn kenmerken van het BVO baarmoederhalskanker?

A

Vrouwen 30-60, halvering sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn kenmerken van het BVO darmkanker?

A

Mannen/vrouwen 55-75, iedere 2 jaar, 2400 minder sterfte per jaar, 32% doet niet mee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn overwegingen om een BVO voor prostaatkanker in te stellen?

A

Overlevingswinst is onduidelijk, weinig specifiek = veel vals+ = veel onnodige testen, overdiagnose, overbehandeling, weinig kans op individueel profijt

16
Q

Waarnaar kan de huisarts verwijzen?

A

Diagnostiek, behandeling, psychische ondersteuning, behandeling pijn, dieetadvies, verpleegkundige ondersteuning, ergo/fysio

17
Q

Wat doet de huisarts als nazorg?

A

Opsporen recidieven, hulp psychosociale problemen, late effecten behandelen, ondersteuning oppakken werk

18
Q

Wat doet de huisarts voor palliatieve zorg?

A

Palliatieve fase, terminale fase, sterven fase, nazorg fase familie