College 8 & 9 - Het jaar 1277 Flashcards

1
Q

Wat gebeurde er in 1277?

A

Bischop van Parijs veroordeelde 219 stellingen.

Zoals:

  • Eeuwigheid van de wereld
  • Determinisme
  • Lege ruimte kan niet bestaan

Deze zijn vaak terug te leiden op Aristoteles.

De Bischop vond dat filosofen hun boekje te buiten gingen, ze moeten uitspraken over bepaalde onderwerpen overlaten aan theologen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe heeft de veroordeling van 1277 de karakter van filosofie verandert?

A

Eerst schreven filosofen vaak over oude argumenten bijvoorbeeld van Aristoteles, dat die heel sterk zijn. Wel met een kanttekening erbij dat ze wel fout zijn volgens het geloof.

Na de veroordeling verschuift de focus naar nieuwe ideeën los van de oude argumenten en vooral naar bewijsbaarheid. Wat is mogelijk? Wat is tegenstrijdig?

Maar toch blijven filosofen verboden dingen zeggen, maar wel voorzichtiger.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke vraag beantwoord Thomas in zijn theologische ethiek?

A

Is geluk immanent (Aristoteles) of transcendent (Augustinus)?

In zijn argumentatie spant Thomas Ari voor het karretje van Augustinus, terwijl die 2 juist vaak tegenover elkaar worden gezet (onvolmaaktheid-volmaaktheid).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zegt Thomas over geluk en wat is zijn argumentatie?

A

Geluk = handelingen doen die het meest lijken op activiteiten die je in het hiernamaals zou doen.

Argumentatie:
P1. God is de essentie van geluk
P2. God is enkelvoudig, er is geen verschil tussen zijn zijn en zijn activiteit van gelukkig zijn (het object ervan valt samen met God zelf)
P3. Als mens zijnde kun je geen enkelvoudige activiteit doen (want we moeten slapen).

Dus we kunnen nu geen perfect geluk hebben, pas als we als de engelen zijn zonder lichaam.

Het actieve leven (boodschappen doen, verzekeringen afsluiten enz) is meervoudig en heeft minder geluk dan de contemplatieve leven waarin je steeds gericht bent op één ding (de waarheid).

Dus je kunt nu al gelukkig zijn door participeren in het geluk van God door anticipatie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat zegt Boëthius van Dacië over geluk?

A

P1. Het hoogste theoretische goed is de waarheid kennen en dat leuk vinden.
P2. Het hoogste praktische goed is het goede doen en dat leuk vinden
P3. Geluk = hoogste goed
Dus geluk is de waarheid kennen, het goede doen en dat allebei leuk vinden.

Door dit te doen anticipeer je op het geluk van God in het hiernamaals (net als bij Thomas).

M.a.w: je kunt op je eigen houtje door te redeneren gelukkig worden en heb je geloof niet nodig.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zegt Boëthius van Dacië over de wat een daad goed of slecht maakt?

A

Afhankelijk van je doel of intentie (gerichtheid) is een handeling goed of fout.

Als je iets doet met als einddoel het hoogste goed in gedachten dan is het goed, als niet dan slecht (radicale 2 deling).

Er zijn dus geen moreel indifferente handelingen (zoals bij Abelardus), ook al lijkt het een neutrale actie.

P1. Naar het hoogste goed streven = leven volgens de natuurlijke orde (rationeel tot Godskennis komen).
P2. Filosofen streven naar het hoogste goed, want hebben hun leven geordend (en zijn daarom het gelukkigst)
P3. Als je filosoof bent bent je mens

De Bischop radicaliseert deze stelling: dus als je niet zo leeft ben je geen mens?

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly