College 8 Flashcards

1
Q

Conformisme

A

verandering in iemands gedrag door de echte of ingebeelde invloed van andere mensen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

mimicry

A

automatisch nadoen van gedrag, om leuker gevonden te worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

informational conformisme

A

gedrag aanpassen aan anderen, omdat we denken dat mensen informatie hebben die wij missen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

sociale besmetting

A

andere mensen automatisch een beetje na gaan doen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

normatief conformisme

A

je wilt erbij horen, dus je gaat hetzelfde doen als anderen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

publieke volgzaamheid

A

je past het gedrag aan, zelfs als je het niet wilt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sociale impact theorie

A
  • sterkte= hoe belangrijk de groep voor je is
  • nabijheid = hoe nabij mensen bij jou zijn
  • aantal = hoe groot de groep is (plafond-effect van 4/5 mensen, hierna wordt t effect niet groter)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wat helpt tegen sociale impact theorie

A

publiek antwoord= hardop zeggen wat antwoord was >anoniem doen mensen minder snel mee aan conformisme
deskundigheid
cultuur (bij collectivistische culturen een groter effect dan bij individualistische cultuur)
eensgezindheid (als een iemand niet mee doet met de groep, durfen meer mensen dat)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

minderheidsinvloed

A

als individu kan je het gedrag van een hele groep veranderen. Hele dapperen mensen die niet conformeren kunnen grote invloed hebben op de maatschappij bijvoorbeeld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

gehoorzaamheid

A

verandering in iemand gedrag door de directe invloed van iemand met autoriteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

waarom gehoorzamen deelnemers

A
  • voldoen aan verkeerde norm
  • zelfrechtvaardiging
  • verlies van eigen verantwoordelijkheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly